Rectificatie goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2011

In de staatscourant van 19 november 2010, nr. 18206 is geplaatst het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 november 2010, nr. IVV/FB/2010/21046, tot goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2011.

Abusievelijk is daarbij nagelaten het door de minister goedgekeurde besluit van het UWV mee te plaatsen. Met de plaatsing hieronder van het besluit vaststelling sectorpremies 2011 wordt deze omissie hersteld.

Besluit vaststelling sectorpremies 2011

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

De premies die ten gunste komen van de sectorfondsen, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden voor het jaar 2011 vastgesteld op de percentages, bedoeld in bijlage 1 en 2 bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling sectorpremies 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 26 oktober 2010

J.M. Linthorst,

voorzitter Raad van bestuur UWV.

BIJLAGE

Sector

Sectorpremie

zonder Eigen Risico ZW

Sectorpremie

Eigen Risicodragers ZW

1

Agrarisch bedrijf

1,46%

1,05%

2

Tabakverwerkende industrie

1,63%

1,32%

3

Bouwbedrijf

1,40%

0,91%

4

Baggerbedrijf

0,00%

0,00%

5

Hout en emballage ind., houtwaren- en borstelindustrie

2,17%

1,38%

6

Timmerindustrie

1,58%

0,94%

7

Meubel- en orgelbouw industrie

2,58%

1,77%

8

Groothandel hout, zagerijen, schaverijen en houtbereid. ind.

1,62%

1,16%

9

Grafische industrie

2,45%

1,72%

10

Metaalindustrie

2,14%

1,81%

11

Elektrotechnische industrie

1,30%

1,10%

12

Metaal- en technische bedrijfstakken

1,62%

1,10%

13

Bakkerijen

1,84%

1,13%

14

Suikerverwerkende industrie

1,16%

0,82%

15

Slagersbedrijven

2,22%

1,42%

16

Slagers overig

1,20%

0,70%

17

Detailhandel en ambachten

2,50%

1,73%

18

Reiniging

3,25%

1,94%

19

Grootwinkelbedrijf

1,37%

0,87%

20

Havenbedrijven

1,66%

1,13%

21

Havenclassificeerders

2,19%

1,50%

22

Binnenscheepvaart

1,51%

1,10%

23

Visserij

0,76%

0,55%

24

Koopvaardij

1,01%

0,78%

25

Vervoer KLM

0,41%

0,33%

26

Vervoer NS

0,59%

0,49%

27

Vervoer posterijen

0,74%

0,49%

28

Taxivervoer

4,88%

2,56%

29

Openbaar vervoer

0,51%

0,31%

30

Besloten busvervoer

2,54%

1,75%

31

Overig personenvervoer te land en in de lucht

1,55%

1,11%

32

Overig goederenvervoer te land en in de lucht

2,09%

1,22%

33

Horeca algemeen

2,80%

1,92%

34

Horeca catering

2,79%

1,82%

35

Gezondheid, geestelijke en

1,01%

0,71%

38

Banken

0,83%

0,72%

39

Verzekeringswezen en ziekenfondsen

1,01%

0,88%

40

Uitgeverij

2,33%

1,82%

41

Groothandel I

1,55%

1,19%

42

Groothandel II

1,90%

1,46%

43

Zakelijke dienstverlening I

1,07%

0,85%

44

Zakelijke dienstverlening II

1,73%

1,32%

45

Zakelijke dienstverlening III

2,36%

1,66%

46

Zuivelindustrie

0,53%

0,42%

47

Textielindustrie

2,54%

2,00%

48

Steen-, cement-, glas- en keram….

1,70%

1,24%

49

Chemische industrie

1,58%

1,26%

50

Voedingsindustrie

1,28%

1,00%

51

Algemene industrie

1,34%

1,10%

52

Uitzendbedrijven

8,58%

5,50%

53

Bewakingsondernemingen

2,66%

1,82%

54

Culturele instellingen

3,54%

3,16%

55

Overige takken van bedrijf en beroep

2,70%

2,01%

56

Schildersbedrijf

2,27%

1,62%

57

Stukadoorsbedrijf

2,48%

1,22%

58

Dakdekkersbedrijf

3,70%

2,80%

59

Mortelbedrijf

1,09%

0,91%

60

Steenhouwersbedrijf

1,57%

1,12%

61/7

Overheid

1,29%

0,56%

68

Railbouw

0,40%

0,22%

69

Telecommunicatie

1,49%

1,24%

Sector

Premiegroep

Premiegroepen zonder Eigen Risico ZW

Premiegroepen Eigen Risicodragers ZW

1

Agrarisch bedrijf 

Kort

6,50%

4,15%

  

Lang

0,89%

0,81%

3

Bouwsector

Kort

3,11%

2,63%

  

Lang

1,16%

0,68%

9

Grafische industrie 

Grafisch exclusief fotografen

2,39%

1,69%

  

Fotografen

4,86%

3,05%

33

Horeca Algemeen 

Kort

4,94%

4,06%

  

Lang

1,94%

1,06%

52

Uitzendbedrijven 

Detachering

6,71%

5,32%

  

Intermediaire diensten

7,29%

5,70%

  

Uitzendbedrijven I A

  
   

Kortingsklasse

9,22%

6,28%

   

Middenklasse

9,54%

6,28%

   

Opslagklasse

9,87%

6,28%

  

Uitzendbedrijven II A

  
   

Kortingsklasse

9,41%

5,95%

   

Middenklasse

10,27%

5,95%

   

Opslagklasse

11,14%

5,95%

  

Uitzendbedrijven IB en IIB

5,46%

4,18%

54

Culturele instellingen 

Kort

8,41%

8,03%

  

Lang

2,12%

1,74%

56

Schildersbedrijf

Kort

5,64%

4,99%

  

Lang

1,94%

1,29%

TOELICHTING

De Werkloosheidswet wordt deels gefinancierd via sectorale premies die ten gunste komen van de sectorfondsen en deels via een landelijke premie die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). UWV stelt de sectorale premies vast en adviseert over de AWf-premie. Met het onderhavige besluit stelt UWV de sectorpremies voor 2011 vast.

De financieringssystematiek van de sectorfondsen wordt beschreven in de Wet financiering sociale verzekeringen.

De sectoren Grafische industrie, Uitzendbedrijven, Agrarisch bedrijf, Bouwbedrijf, Horeca algemeen, Culturele instellingen en Schildersbedrijf kennen een differentiatie naar premiegroep. Binnen de vijf laatstgenoemde sectoren vindt deze plaats op basis van het soort contract van de werknemers. Voor werknemers met een contractduur korter dan één jaar betaalt de werkgever de hoge premie en voor werknemers met een contractduur van één jaar of langer betaalt de werkgever de lage premie. De premies binnen de Grafische industrie en Uitzendbedrijven zijn gedifferentieerd naar soort activiteit.

De Wet eigenrisicodragen Ziektewet geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het risico te dragen voor het uitkeren van ziekengeld aan bepaalde groepen werknemers. Het gaat om werknemers voor wie geen loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt, bijvoorbeeld mensen met een flexibele arbeidsovereenkomst (zoals bepaalde groepen uitzendkrachten) en mensen met een andere arbeidsverhouding dan een arbeidsovereenkomst (zoals freelancers). Deze werknemers vallen sinds de privatisering van de Ziektewet onder de zogenoemde vangnetvoorziening van de Ziektewet. De ZW-lasten van werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst worden normaliter gefinancierd uit de sectorfondsen.

De werkgevers, die ervoor kiezen om de ZW-lasten zelf te dragen, zullen een lagere sectorpremie betalen, omdat het ziekterisico voor eigen rekening is.

Door de aanhoudende economische crisis blijven de lasten voor de sectorfondsen hoog. Om die reden heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV verzocht om de termijn waarin een verwacht positief of negatief dekkingssaldo moet zijn ingelopen respectievelijk aangezuiverd te verlengen tot vijf jaar.

Dit besluit behoeft op grond van artikel 28, vijfde lid, Wet financiering sociale verzekeringen goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De sectorpremies worden door het ministerie van SZW opgehoogd met een uniforme opslag voor de verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang. Deze opslag wordt door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld.

Alle in de bijlagen vermelde premies zijn exclusief deze opslag.

Naar boven