Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 10 november 2010, nr. WJZ /10166669, houdende instelling van de Internationale Adviescommissie voor het programma COMMIT (Instellingsbesluit Internationale Adviescommissie voor het programma COMMIT)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. commissie:

de Internationale Adviescommissie voor het programma COMMIT;

b. minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. programma COMMIT:

het op 1 oktober 2009 ingediende voorstel voor ICT-innovatie om een bijdrage uit de enveloppe van het FES van 500 miljoen euro te bestemmen voor kennis, innovatie en onderwijs;

d. deelproject:

een project dat in het kader van het programma COMMIT wordt uitgevoerd;

e. projectvoorstel:

een voorstel voor een deelproject.

Artikel 2

  • 1. Er is een Internationale Adviescommissie voor de beoordeling van deelprojecten behorende tot het programma COMMIT.

  • 2. De commissie heeft tot taak projectvoorstellen te beoordelen op:

    • a. de mate waarin het projectvoorstel bijdraagt aan internationale afstemming en samenwerking;

    • b. de maatschappelijke relevantie;

    • c. de mate waarin het projectvoorstel precompetitief onderzoek inhoudt.

  • 3. De in het tweede lid onder a tot en met c genoemde criteria wegen even zwaar.

  • 4. De commissie geeft bij haar advies tevens een indicatief bedrag aan voor de omvang van de bijdrage uit het Fonds Economische Structuurversterking voor een deelproject.

Artikel 3

  • 1. De commissie wordt ingesteld voor de duur van een jaar.

  • 2. De commissie bestaat uit zes leden.

  • 3. De leden worden door de minister benoemd en kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 4. Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden tot leden van de commissie benoemd:

    • a. de heer dr. H.A. Harwig, te Waalre, tevens voorzitter;

    • b. de heer prof.dr. A. Del Bimbo, te Florence, Italië;

    • c. de heer prof.dr. M. Cosnard, te Parijs, Frankrijk;

    • d. de heer dr. S. Ristol Jorba, te Barcelona, Spanje;

    • e. de heer prof.dr. L. Soete, te Maastricht;

    • f. de heer prof.dr. L. Thiele, te Zürich, Zwitserland.

Artikel 4

  • 1. Aan de voorzitter van de commissie wordt een vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren van 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,029 fte.

  • 2. Aan de andere leden van de commissie wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 16 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren van 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,029 fte.

Artikel 5

  • 1. De commissie vergadert ten minste eenmaal.

  • 2. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

Artikel 6

  • 1. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 2. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van dat ministerie.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2010.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 september 2011.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Internationale Adviescommissie voor het programma COMMIT.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 10 november 2010

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Bij brief van 3 augustus 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 27 406, nr. 148) is de Tweede Kamer geïnformeerd over het kabinetsbesluit van 10 juli 2009 om voor selectieve continuering van aflopende projecten die worden gefinancierd uit het Fonds Economische Structuurversterking (hierna: FES) op het domein kennis, innovatie en onderwijs, nieuwe voorstellen te laten ontwikkelen en in te laten dienen gericht op specifieke thema’s: Creatieve Industrie, ICT en Water, Klimaat en Ruimte. Het voorstel voor het programma COMMIT in het kader van het thema ICT werd ingediend met als gevraagd budget € 80 miljoen.

De Commissie van Wijzen en het Centraal Plan Bureau (hierna: CPB) hebben op 1 maart 2010 advies uitgebracht over dit voorstel. De wetenschappelijke kwaliteit van het programma COMMIT werd door de Commissie van Wijzen als uitstekend beoordeeld. Het CPB plaatste echter kanttekeningen bij de internationale afstemming en samenwerking, de maatschappelijke relevantie en het pre-competitieve karakter van het onderzoek dat in het kader van het programma COMMIT wordt uitgevoerd.

Op 28 mei 2010 heeft de ministerraad een besluit genomen over een bijdrage uit het FES voor het programma COMMIT. Voor dit programma werd € 50 miljoen gereserveerd. De Tweede Kamer is per brief van 1 juni 2010 (Kamerstukken II 2009/10, 27 406, nr. 178) hierover geïnformeerd. In deze brief is aangegeven dat een onafhankelijke internationale adviescommissie wordt ingesteld om deelprojecten binnen het programma COMMIT-projecten te beoordelen op een drietal toetsingscriteria en een indicatief bedrag aan te geven per deelproject uit de voor het programma COMMIT beschikbare bijdrage uit het FES van € 50 miljoen. Bij dit besluit wordt de onafhankelijke internationale adviescommissie ingesteld.

2. Taakomschrijving

De Internationale Adviescommissie voor het programma COMMIT (hierna: commissie) krijgt de opdracht om deelprojecten van dit programma te toetsen op een drietal criteria.

Ten eerste zal de commissie het internationaal onderscheidende karakter en de internationale inbedding van het deelprojectde onderzoeken. Vragen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn:

  • is de kennis internationaal al beschikbaar of goedkoper beschikbaar;

  • vult het project een unieke niche of witte vlek in de internationale kennisopbouw;

  • kan het project of de betrokken groepen worden gebenchmarked;

  • maakt het projectvoorstel duidelijk welke internationale spelers (concurrenten of aanpalende initiatieven) relevant zijn;

  • zijn er contacten met die spelers en gaat het om afstemming of samenwerking.

Ten tweede zal de de maatschappelijke relevantie van het deelproject door de commissie worden getoetst. Zij beoordeelt daarbij in hoeverre ICT naar verwachting bijdraagt aan de realisatie van oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Aspecten die hierbij mee kunnen wegen zijn:

in welke mate draagt het onderzoek bij tot het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en/of in hoeverre kan het onderzoek op termijn leiden tot een bijdrage aan de economie;

  • is er sprake van een potentiële ‘golden demo’;

  • wat is het concrete maatschappelijke probleem waarvoor oplossingen worden gezocht, in hoeverre kan ICT daar een oplossing voor bieden;

  • zijn er andere oplossingen dan ICT mogelijk voor de aanpak van het maatschappelijke probleem (wetgeving, marktmechanismen);

  • sluit het project aan bij gerelateerd (ICT-) beleid en overheidsinitiatieven die op dit moment lopen, zoals de ICT Agenda 2008–2011, MIA's, NWO Thema's, IP's, TNO programma's.

Ten derde zal de commissie het deelproject toetsen inhoeverre en in welke mate de aard van de activiteiten van het deelproject precompetitief onderzoek inhouden. Hierbij wordt voor ieder deelproject een inschatting gemaakt van het aandeel fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling in het project. Daarbij worden de definities van de Europese Unie gehanteerd en wordt er in geval van het programma COMMIT van uitgegaan dat toegelaten experimenteel onderzoek stopt bij ‘proof of concept’ en dat er geen economische activiteiten zijn toegestaan in de projecten.

De drie toetstingscriteria wegen even zwaar.

3. Samenstelling

De commissie is samengesteld uit onafhankelijke en internationaal erkende gerenommeerde experts op het gebied van ICT-onderzoek.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Naar boven