Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 oktober 2010, nr. HO&S/CBV/237665, tot wijziging van de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 augustus 2010, nr. HO&S/CVB/215273, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs, van de Tijdelijke regeling subsidie experimenten open bestel en van de Subsidieregeling postinitiële masteropleidingen hoger onderwijs

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 augustus 2010, nr. HO&S/CVB/215273, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs, van de Tijdelijke regeling subsidie experimenten open bestel en van de Subsidieregeling postinitiële masteropleidingen hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

Artikel III Wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs per 1 januari 2011 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel I wordt Bijlage 1 vervangen door de onderstaande bijlage:

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL A

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid van het besluit

Universiteit		kwaliteit	kwetsbare opleidingen	bijzondere voorzieningen	totaalbedrag
21PB	Universiteit Leiden	€ 7.016.919	€ 2.073.832	– € 111.401	€ 8.979.350
21PC	Rijksuniversiteit Groningen	€ 8.065.922	€ 2.986.418	€ 2.326.926	€ 13.379.266
21PD	Universiteit Utrecht	€ 11.527.354	€ 3.433.389	– € 2.472.545	€ 12.488.198
21PE	Erasmus Universiteit Rotterdam	€ 7.305.662	€ 1.335.222	€ 6.884.680	€ 15.525.564
21PF	Technische Universiteit Delft	€ 6.413.865	€ 255.500	€ 10.706.807	€ 17.376.172
21PG	Technische Universiteit Eindhoven	€ 2.968.107	€ 185.000	€ 245.923	€ 3.399.030
21PH	Universiteit Twente	€ 4.098.415	€ 1.110.492	€ 15.450.398	€ 20.659.305
21PJ	Universiteit Maastricht	€ 5.470.902	€ 1.005.390	€ 9.431.574	€ 15.907.866
21PK	Universiteit van Amsterdam	€ 9.981.445	€ 2.392.733	–€ 955.875	€ 11.418.303
21PL	Vrije Universiteit Amsterdam	€ 7.871.219	€ 1.462.843	€ 1.673.012	€ 11.007.074
21PM	Radboud Universiteit Nijmegen	€ 6.693.201	€ 2.102.891	€ 2.423.738	€ 11.219.830
21PN	Universiteit van Tilburg	€ 3.187.829	€ 253.333	€ 7.987.314	€ 11.428.476
22NC	Open Universiteit	€ 1.355.061	€ 233.333	€ 2.024.626	€ 3.613.020
00DV	Protestantse Theologische Universiteit	€ 266.474		€ 4.402.473	€ 4.668.947
21QO	Theologische Universiteit Apeldoorn	€ 48.452		€ 564.083	€ 612.535
23BF	Universiteit voor Humanistiek	€ 137.061		€ 1.124.538	€ 1.261.599
25AV	Theologische Universiteit Kampen	€ 41.605		€ 797.438	€ 839.043
	Totaal	€ 82.449.489	€ 18.830.376	€ 62.503.706	€ 163.783.571

Bedragen onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid van het besluit

Universiteit		kwaliteit	kwetsbare opleidingen	bijzondere voorzieningen	totaalbedrag
21PI	Wageningen University	€ 6.551.845	€ 15.000		€ 6.566.845

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveld-Vliegenthart.

TOELICHTING

1. Algemeen

In de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 augustus 2010, nr. HO&S/CBV/215273, tot wijziging van de Regeling financiën hoger onderwijs, van de Tijdelijke regeling subsidie experimenten open bestel en van de Subsidieregeling postinitiële masteropleidingen hoger onderwijs (hierna wijzigingsregeling)is de omvang van de onderwijsopslagen van universiteiten per 2011 bepaald. De wijzigingsregeling strekt onder meer tot uitvoering van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008. Artikel III van de wijzigingsregeling bevat de wijzigingen, zoals die met ingang van 1 januari 2011 in de Regeling financiën hoger onderwijs worden opgenomen. In de toelichting van de wijzigingsregeling is, in de artikelsgewijze toelichting op artikel III, onderdeel I, de wijziging van bijlage 1 uiteengezet.

Bijlage I wordt met de onderhavige regeling nu opnieuw gewijzigd. Ten eerste is in de nieuwe bijlage 1 bij de Regeling financiën hoger onderwijs, anders dan in de toelichting bij de wijzigingsregeling is gemeld, abusievelijk de besluitvorming conform de brief van 3 augustus 2010 met kenmerk HO&S/225972 inzake Duurzame Geesteswetenschappen en de doorwerking daarvan op de onderwijsopslagen niet verwerkt. Dat wordt met deze regeling gecorrigeerd. Ten tweede worden de bedragen onder de noemer bijzondere voorzieningen aangepast vanwege de in 2009 door instellingen ondertekende afspraken over nacalculatie van het compensatiebedrag invoering bachelor-masterstructuur (Kamerstukken II, 2008/2009, 29 281, nr. 17). Deze nacalculatie is na 4 augustus 2010 afgerond op basis van de vastgestelde rijksbijdrage 2009 en de meest recente herberekende rijksbijdrage 2010 en leidt nu tot herziening van de compensatiebedragen. Zoals in de toelichting bij de regeling van 4 augustus 2010 is gemeld, is voor de aflossing vanaf 2011 een bedrag beschikbaar van tenminste € 7.000.000. Dit wordt over de betreffende instellingen verdeeld naar rato van het resterende af te lossen – nieuw berekende – bedrag, te weten: Universiteit Leiden (17,93%), Erasmus Universiteit Rotterdam (7,35%), Technische Universiteit Delft (30,07%), Universiteit Twente (8,07%), Universiteit van Amsterdam (26,40%), Vrije Universiteit Amsterdam (6,59%) en Radboud Universiteit Nijmegen (3,59%). Tot slot wijzigt in bijlage 1, mede vanwege aanpassing van het beschikbare onderwijsdeel wo, de verdeling van de middelen vanwege de kwaliteitsimpuls.

2. Financiële gevolgen

De wijziging in deze regeling is in overeenstemming met de rijksbegroting.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveld-Vliegenthart.