Beoordelen noodzaak uitvoeren milieueffectrapportage (m.e.r.)

Onderwerp

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 29 september 2010 een mededeling ingevolge artikel 7.16 van de Wet milieubeheer (aanmeldingsnotitie) ontvangen van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard voor de versterking van een aantal afgekeurde dijktracées langs de Nieuwe Maas en de Lek te Krimpen aan de Lek, gemeente Nederlek.

De te versterken tracés strekken zich uit van hectometerpaal 20.8 + 90 meter tot hectometerpaal 17.8 + 80 meter. De lengte bedraagt 1,19 kilometer, inclusief de aanvullende tussenstukken. Uit de periodieke keuring is gebleken dat de betreffende delen van de dijk niet voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen op de onderdelen stabiliteit en kruinhoogte. Het doel van het versterkingsplan is de dijk zodanig te versterken dat hij voldoet aan de veiligheidseisen voor minimaal de komende 50 jaar. Gebleken is dat enkele vakken tussen de afgekeurde dijktrajecten zeer waarschijnlijk bij een volgende toets in 2011 ook afgekeurd zullen worden. Om nieuwe overlast voor omwonenden binnen korte termijn te voorkomen is het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard van plan om deze extra dijktrajecten bij de dijkversterking mee te nemen.

Voor dit project zal door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een projectplan conform artikel 5.4 van de Waterwet worden opgesteld en vastgesteld, dat vervolgens door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland dient te worden goedgekeurd. Ten behoeve van de besluitvorming dienen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te beoordelen of voor de activiteit een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld, aangezien deze onder onderdeel 12.1 van bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 valt.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en hebben de voorgelegde informatie getoetst aan de Wet milieubeheer, met name aan artikel 7.17. Op basis daarvan hebben zij besloten dat het opstellen van een MER ten behoeve van het projectplan ingevolge de Waterwet niet noodzakelijk is.

Inzage

De aanmeldingsnotitie en het besluit liggen van 15 november 2010 tot en met 27 december 2010 ter inzage:

  • bij de Directie Omgevingsdiensten van de provincie Zuid-Holland, kamer D 209, tijdens kantooruren (na telefonische afspraak), Zuid-Hollandplein 1 te Den Haag, tel.nr. (070) 441 73 24;

  • in het gemeentehuis van Nederlek, sector Grondgebiedzaken, Unit VROM, van 8.30–12.30 uur, ma tevens van 13.30–18.00 uur, Burg van de Willigenstraat 58 te Lekkerkerk, tel.nr. (0180) 66 77 98;

  • bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, van 9.00–16.00 uur, Maasboulevard 123 te Rotterdam, tel.nr. (010) 453 72 00.

Opmerking

Op grond van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht is deze beoordeling een voorbereidingsbesluit, waarop geen bezwaar of beroep mogelijk is, tenzij aangetoond kan worden dat dit besluit los van het voor te bereiden besluit belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treft.

Inlichtingen

Voor vragen en opmerkingen over het besluit, het begrip belanghebbende en deze procedure kunt u contact opnemen met de afdeling Vergunningen, de heer M.G. Rorai, tel.nr. (070) 441 73 17. Deze kennisgeving staat ook op www.zuid-holland.nl

Naar boven