Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 november 2010, nr. KO/10/21173, houdende wijziging van de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met gewijzigde criteria voor gastouderopvang in het buitenland

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 1.48, negende lid, onderdeel a, en artikel 1.48a, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 15b vervalt.

B

Artikel 16a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘gastouderbureaus’ telkens vervangen door: voorzieningen voor gastouderopvang,

3. aan het eind van onderdeel c vervalt ‘en’.

4. Onderdeel d, komt te luiden:

  • d. Onthaalouders, aangesloten bij een erkende dienst voor onthaalouders, en

5. Na onderdeel d wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. Zelfstandige onthaalouders,.

6. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Onthaalouders, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, dienen eveneens in het bezit te zijn van een contract tussen de dienst voor onthaalouders en de onthaalouder.

C

In de aanhef van artikel 16b wordt ‘gastouderbureaus’ telkens vervangen door: voorzieningen voor gastouderopvang.

E

Artikel 16c wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

Als buiten Nederland gevestigde kindercentra die worden gelijkgesteld met geregistreerde kindercentra als bedoeld in artikel 1.48a van de wet, worden aangewezen in Duitsland (Nordrhein-Westfalen):

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een komma, vervalt onderdeel d.

F

Na artikel 16c wordt een nieuw artikel 16d ingevoegd, luidende:

Artikel 16d. Gastouderopvang in Duitsland

Als buiten Nederland gevestigde voorzieningen voor gastouderopvang die worden gelijkgesteld met geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.48a van de wet worden aangewezen in Duitsland een Tagesmutter of Tagesvater die in het bezit is van een Pflegeerlaubnis verleend door het Jugendamt van een lokale of regionale overheid.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 november 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

1. Algemeen

Ouders die gebruik maken van kinderopvang buiten Nederland kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) en verordening (EEG) nr. 1408/71. Er zijn twee verschillende procedures:

  • 1) Registratie via register buitenlandse kinderopvang (voor landen buiten Nederland die niet vallen onder de gelijkgestelde gebieden);

  • 2) Vereenvoudigde procedure (voor gelijkgestelde gebieden).

Registratie via register buitenlandse kinderopvang

Indien de kwaliteit van de buitenlandse opvang naar aard en strekking gelijk kan worden gesteld aan de kwaliteit van in Nederland geregistreerde kinderopvang, kan deze opvangvoorziening op verzoek worden opgenomen in het register buitenlandse kinderopvang. In artikel 1.48 van de Wko is de procedure voor opname in het register buitenlandse kinderopvang vastgelegd. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beheert dit register. In de artikelen 13 e.v. van de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (de regeling) is aangegeven aan welke voorwaarden een dergelijke aanvraag moet voldoen. Indien naar oordeel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit van een opvangvoorziening overeenkomt met de op grond van de Wko gestelde regels, wordt een dergelijke opvangvoorziening opgenomen in het register buitenlandse kinderopvang. In de Staatscourant wordt melding gedaan van buitenlandse kinderopvanginstellingen die zijn opgenomen in of verwijderd zijn uit dat register (artikel 1.48, vierde lid, van de Wko).

Vereenvoudigde procedure

Volgens artikel 1.48a van de Wko kunnen in deze regeling categorieën van buiten Nederland gevestigde kindercentra, voorzieningen voor gastouderopvang of gastouderbureaus worden aangewezen die worden gelijkgesteld met geregistreerde kindercentra, geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang of geregistreerde gastouderbureaus. Deze moeten voldoen aan de in het land van vesting geldende regels met betrekking tot de kwaliteit en deze regels moeten naar aard en strekking overeenkomen met de regels uit de Wko. Voor de gelijkgestelde gebieden geldt een vereenvoudigde procedure. Deze procedure houdt in dat ouders die gebruik maken van opvangvormen die in de onderhavige regeling worden aangewezen geen verzoek tot registratie hoeven en kunnen indienen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Belastingdienst kan de betreffende aanvraag voor een kinderopvangtoeslag controleren en vragen om bewijsstukken zoals vermeld in de regeling.

2. Aanleiding wijziging

In de oude regeling staan niet de juiste categorieën en erkenningen met betrekking tot gastouderopvang in de gelijkgestelde gebieden in het buitenland opgenomen. In de brief van 16 augustus 2010 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangegeven dat de terugbetalingsplicht voor 2010 inzake gastouderopvang in de gelijkgestelde gebieden wordt geschrapt. Vanaf 2011 controleert de Belastingdienst bij vraagouders die gebruik maken van gastouderopvang en kinderopvangtoeslag ontvangen. Met deze wijziging worden nu de juiste categorieën voor gastouderopvang in de gelijkgestelde gebieden en de bijbehorende bewijsstukken in de regeling opgenomen.

3. Wat verandert er met deze regeling?

De regeling wordt met deze wijziging aangepast inzake categorieën voor gastouderopvang en de bijbehorende bewijsstukken in de gelijkgestelde gebieden in België en Duitsland. Voor de overige soorten kinderopvang in de gelijkgestelde gebieden verandert er niets.

Vlaanderen en Brussel

In Vlaanderen en Brussel worden zelfstandige gastouders (onthaalouders) die in het bezit zijn van een geldig attest van Kind & Gezin voortaan gelijkgesteld. Ook gastouders (onthaalouders) die bij een gastouderbureau (dienst) zijn aangesloten dat erkend wordt door Kind & Gezin vallen onder de gelijkstelling. Vraagouders moeten tevens een geldig contract tussen het erkende gastouderbureau en de gastouder kunnen overleggen indien de Belastingdienst daar om vraagt.

Wallonië en Brussel

In Wallonië en Brussel worden gastouders, aangesloten bij een gastouderbureau (service d’accueillant(e)s d’enfants conventionné(e)) dat in het bezit is van een geldige erkenning verleend door l’Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) gelijkgesteld.

Duitsland

In Duitsland wordt voor wat betreft gastouderopvang door een Tagesmutter of Tagesvater (gastouderopvang op eigen locatie) het gelijkgestelde gebied uitgebreid naar heel Duitsland. De Tagesmutter of Tagesvater moet in het bezit zijn van een geldig Pflegeerlaubnis afgegeven door een Jugendamt van een regionale of lokale overheid.

Stad New York

Voor kinderopvang in de stad New York, Verenigde Staten zijn de voorwaarden voor een aanvraag vervallen. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat Nederlandse ouders in New York geen kinderopvangtoeslag meer kunnen ontvangen. Indien aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit van de opvangvoorziening naar aard en strekking overeenkomt met de regels van de Wko en de ouders voldoen aan de overige eisen van de Wko, dan kunnen ouders een aanvraag doen voor opname van de opvangvoorziening in het register buitenlandse kinderopvang.

4. Handhaving en toezicht

De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze wijziging geen gevolgen heeft voor toezicht en handhaving.

5. Uitvoeringsgevolgen

De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze wijziging niet op uitvoeringstechnische problemen stuit.

6. Administratieve lasten

Het wijzigen van de categorieën voor gastouderopvang en de bijbehorende bewijsstukken in de gelijkgestelde gebieden in België en Duitsland heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Met deze wijzigingregeling wordt afgeweken van de reguliere publicatietermijn van 2 maanden in verband met de kabinetswissel.

7. Financiële gevolgen

Deze wijziging heeft geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

In het eerste lid van de artikelen 16a tot en met 16c is telkens aangegeven op welke vormen van opvang de vereenvoudigde procedure voor gelijkgestelde gebieden, bedoeld in artikel 1.48a van de Wko, van toepassing is. Voor gelijkstelling is het noodzakelijk dat de opvang beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat de opvang voldoet aan de geldende eisen van het land van vesting. In Vlaanderen wordt daarnaast gevraagd om een contract tussen de erkende dienst en de onthaalouder.

Artikel II

Beoogd wordt de voorliggende wijziging in werking te laten treden op 1 januari 2011 zodat Nederlandse vraagouders in het buitenland van tevoren op de hoogte zijn van de voor hen geldende eisen om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp.

Naar boven