De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 1.48, negende lid, onderdeel a, en artikel 1.48a, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen;
Besluit:
TOELICHTING
1. Algemeen
Ouders die gebruik maken van kinderopvang buiten Nederland kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag
op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) en verordening (EEG) nr. 1408/71. Er zijn twee verschillende procedures:
Registratie via register buitenlandse kinderopvang
Indien de kwaliteit van de buitenlandse opvang naar aard en strekking gelijk kan worden gesteld aan de kwaliteit van in Nederland
geregistreerde kinderopvang, kan deze opvangvoorziening op verzoek worden opgenomen in het register buitenlandse kinderopvang.
In artikel 1.48 van de Wko is de procedure voor opname in het register buitenlandse kinderopvang vastgelegd. Het ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beheert dit register. In de artikelen 13 e.v. van de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen (de regeling) is aangegeven aan welke voorwaarden een dergelijke aanvraag moet voldoen. Indien naar oordeel
van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aannemelijk is gemaakt dat de kwaliteit van een opvangvoorziening overeenkomt
met de op grond van de Wko gestelde regels, wordt een dergelijke opvangvoorziening opgenomen in het register buitenlandse
kinderopvang. In de Staatscourant wordt melding gedaan van buitenlandse kinderopvanginstellingen die zijn opgenomen in of
verwijderd zijn uit dat register (artikel 1.48, vierde lid, van de Wko).
Vereenvoudigde procedure
Volgens artikel 1.48a van de Wko kunnen in deze regeling categorieën van buiten Nederland gevestigde kindercentra, voorzieningen
voor gastouderopvang of gastouderbureaus worden aangewezen die worden gelijkgesteld met geregistreerde kindercentra, geregistreerde
voorzieningen voor gastouderopvang of geregistreerde gastouderbureaus. Deze moeten voldoen aan de in het land van vesting
geldende regels met betrekking tot de kwaliteit en deze regels moeten naar aard en strekking overeenkomen met de regels uit
de Wko. Voor de gelijkgestelde gebieden geldt een vereenvoudigde procedure. Deze procedure houdt in dat ouders die gebruik
maken van opvangvormen die in de onderhavige regeling worden aangewezen geen verzoek tot registratie hoeven en kunnen indienen
bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Belastingdienst kan de betreffende aanvraag voor een kinderopvangtoeslag
controleren en vragen om bewijsstukken zoals vermeld in de regeling.
2. Aanleiding wijziging
In de oude regeling staan niet de juiste categorieën en erkenningen met betrekking tot gastouderopvang in de gelijkgestelde
gebieden in het buitenland opgenomen. In de brief van 16 augustus 2010 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap aangegeven dat de terugbetalingsplicht voor 2010 inzake gastouderopvang in de gelijkgestelde gebieden
wordt geschrapt. Vanaf 2011 controleert de Belastingdienst bij vraagouders die gebruik maken van gastouderopvang en kinderopvangtoeslag
ontvangen. Met deze wijziging worden nu de juiste categorieën voor gastouderopvang in de gelijkgestelde gebieden en de bijbehorende
bewijsstukken in de regeling opgenomen.
3. Wat verandert er met deze regeling?
De regeling wordt met deze wijziging aangepast inzake categorieën voor gastouderopvang en de bijbehorende bewijsstukken in
de gelijkgestelde gebieden in België en Duitsland. Voor de overige soorten kinderopvang in de gelijkgestelde gebieden verandert
er niets.
Vlaanderen en Brussel
In Vlaanderen en Brussel worden zelfstandige gastouders (onthaalouders) die in het bezit zijn van een geldig attest van Kind
& Gezin voortaan gelijkgesteld. Ook gastouders (onthaalouders) die bij een gastouderbureau (dienst) zijn aangesloten dat erkend
wordt door Kind & Gezin vallen onder de gelijkstelling. Vraagouders moeten tevens een geldig contract tussen het erkende gastouderbureau
en de gastouder kunnen overleggen indien de Belastingdienst daar om vraagt.
Wallonië en Brussel
In Wallonië en Brussel worden gastouders, aangesloten bij een gastouderbureau (service d’accueillant(e)s d’enfants conventionné(e))
dat in het bezit is van een geldige erkenning verleend door l’Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) gelijkgesteld.
Duitsland
In Duitsland wordt voor wat betreft gastouderopvang door een Tagesmutter of Tagesvater (gastouderopvang op eigen locatie)
het gelijkgestelde gebied uitgebreid naar heel Duitsland. De Tagesmutter of Tagesvater moet in het bezit zijn van een geldig
Pflegeerlaubnis afgegeven door een Jugendamt van een regionale of lokale overheid.
Stad New York
Voor kinderopvang in de stad New York, Verenigde Staten zijn de voorwaarden voor een aanvraag vervallen. Dit betekent niet
noodzakelijkerwijs dat Nederlandse ouders in New York geen kinderopvangtoeslag meer kunnen ontvangen. Indien aannemelijk is
gemaakt dat de kwaliteit van de opvangvoorziening naar aard en strekking overeenkomt met de regels van de Wko en de ouders
voldoen aan de overige eisen van de Wko, dan kunnen ouders een aanvraag doen voor opname van de opvangvoorziening in het register
buitenlandse kinderopvang.
4. Handhaving en toezicht
De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze wijziging geen gevolgen heeft voor toezicht en handhaving.
5. Uitvoeringsgevolgen
De Belastingdienst heeft aangegeven dat deze wijziging niet op uitvoeringstechnische problemen stuit.
6. Administratieve lasten
Het wijzigen van de categorieën voor gastouderopvang en de bijbehorende bewijsstukken in de gelijkgestelde gebieden in België
en Duitsland heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Met deze wijzigingregeling wordt afgeweken van de reguliere
publicatietermijn van 2 maanden in verband met de kabinetswissel.
7. Financiële gevolgen
Deze wijziging heeft geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
In het eerste lid van de artikelen 16a tot en met 16c is telkens aangegeven op welke vormen van opvang de vereenvoudigde procedure
voor gelijkgestelde gebieden, bedoeld in artikel 1.48a van de Wko, van toepassing is. Voor gelijkstelling is het noodzakelijk
dat de opvang beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat de opvang voldoet aan de geldende eisen van het land van vesting.
In Vlaanderen wordt daarnaast gevraagd om een contract tussen de erkende dienst en de onthaalouder.
Artikel II
Beoogd wordt de voorliggende wijziging in werking te laten treden op 1 januari 2011 zodat Nederlandse vraagouders in het buitenland
van tevoren op de hoogte zijn van de voor hen geldende eisen om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.G.J. Kamp.