Opsporingsvergunning aardwarmte Klazinaveen

26 oktober 2010

Nr. ETM/EM / 10159568

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • provincie Drenthe en gemeente Emmen hebben, per brief van 5 maart 2010, ontvangen op 18 maart 2010, binnen de periode van 91 dagen na plaatsing van een uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen, een concurrerende aanvraag ingediend voor het deelgebied genaamd Klazinaveen-Rundedal (thans: Klazinaveen). De aanvraag is op 26 april 2010 aangevuld. Het aangevraagde gebied heeft een oppervlakte van 61,09 km2 en is gelegen in de gemeente Emmen. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • in de Staatscourant van 4 februari 2010, nummer 1520 is een uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het gebied genaamd Zuid-Oost Drenthe geplaatst;

  • de eerste aanvrager Geothermie Nederland Holding B.V. (hierna: GTN) heeft bij brief van 4 december 2009, ontvangen op 7 december 2009, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet, voor het gebied genaamd Zuid-Oost Drenthe, gelegen in de provincies Drenthe, Groningen en Overijssel met een oppervlakte van 960,95 km2 voor een duur van vier jaar. De aanvraag is op 13 januari 2010 aangevuld;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 7 juni 2010 advies uitgebracht (kenmerk: 10086408);

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 14 juni 2010 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 10-10.040);

  • het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe (hierna: GS) is op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet om advies gevraagd. GS heeft op 20 september 2010 advies uitgebracht (kenmerk: 38/SEO/2010010789);

  • de Mijnraad heeft op 6 september 2010 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/10106944) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid en vierde lid, eerste volzin, artikel 12, 13, tweede lid, 16, 17, eerste lid, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1. van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan provincie Drenthe en gemeente Emmen (hierna: de vergunninghouder) wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Klazinaveen.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied, gelegen in de gemeente Emmen en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van deze punten zijn:

Punt

X

Y

1

261221

535401

2

267847

535401

3

268033

526627

4

265452

525430

5

259280

532119

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 61,09 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de bij brieven van 18 maart 2010 en 26 april 2010 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden 2 boringen (1 doublet) geplaatst.

Artikel 6

Provincie Drenthe wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht geeft, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 7

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 8

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

P. Jongerius,

Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift Indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven