Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 oktober 2010, nr. 010028542, tot wijziging van de Regeling tarieven Kadaster (wijziging tarieven)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, vijfde lid, komt de aanhef te luiden:

Voor de inschrijving van een stuk betreffende doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming of een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken is verschuldigd:

B

In artikel 7, achtste lid, wordt in de eerste volzin ‘artikel 101, eerste lid’ vervangen door: artikel 101, tweede lid.

C

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘eerste lid’ vervangen door: tweede lid.

2. In het vierde lid wordt ‘eerste en tweede lid’ vervangen door: eerste tot en met derde lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens aan abonnementhouders als bedoeld in het vierde lid, is verschuldigd:

    • a. indien de verstrekking identiek is aan een eerdere verstrekking: € 528,–,

    • b. in andere gevallen: € 528,–, vermeerderd met € 0,04 per object.

D

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen in de openbare registers, is per registergoed € 11,80 verschuldigd.

E

In artikel 12, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘1929: € 130,–’ vervangen door: 1950: € 125,–.

F

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid is voor het verstrekken van de landelijke kadastrale kaart € 870.000,– verschuldigd.

2. In het vierde lid wordt ‘eerste en tweede lid’ vervangen door: eerste tot en met derde lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Voor het opnieuw verstrekken van eerder verstrekte gegevens aan abonnementhouders als bedoeld in het vierde lid, is verschuldigd:

    • a. indien de verstrekking identiek is aan een eerdere verstrekking: € 528,–,

    • b. in andere gevallen: € 528,–, vermeerderd met € 0,04 per perceel.

G

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen van een perceel is per grens tussen twee percelen € 580,– verschuldigd, vermeerderd met € 250,– per knikpunt en € 50,– per tussenpunt op een rechte grenslijn.

  • 2. Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan te velde worden verstrekt is per grens tussen twee percelen € 36,50 verschuldigd.

H

In artikel 16, onderdeel a, wordt ‘€ 895,–’ vervangen door: € 780,–.

I

In artikel 17 wordt na het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Voor de controle op inschrijvingsvereisten van een niet door de Dienst vervaardigde tekening van een netwerk is € 176,– verschuldigd, vermeerderd met € 40,– per tekening.

J

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

  • e. voor een opgave inzake de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een plaatscoördinaat, dan wel tussen een adres en een woningtype:

    • 1°. per koppeling: € 0,04;

    • 2°. per jaar voor een abonnement op de wijzigingen in deze gegevens: 20% van het tarief, bedoeld onder 1°, met dien verstande dat per jaar ten hoogste € 48.000,– verschuldigd is;

2. In het eerste lid, onderdeel f, onder 4°, wordt ‘een abonnement op’ vervangen door: een abonnement op de wijzigingen in.

3. In het eerste lid, onderdeel g, onder 2°, wordt ‘€ 995,–’ vervangen door: € 765,–.

4. In het eerste lid, onderdeel h, onder 2°, en onderdeel i, onder 2°, wordt ‘een abonnement op’ vervangen door: een abonnement op de wijzigingen in.

K

In artikel 22 worden na het vierde lid, onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot zevende tot en met tiende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 5. Voor het opnieuw verstrekken van een eerder verstrekte opgave aan abonnementhouders als bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid is € 528,– verschuldigd.

  • 6. Indien gegevens als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, onderdelen m tot en met o en onderdeel r, worden gebruikt door een overheidsorganisatie als genoemd op ‘almanak.overheid.nl’ voor de uitoefening van een openbare taak, wordt deze informatie kosteloos verstrekt.

L

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘vierde en vijfde lid’ vervangen door: zevende en achtste lid.

2. In het derde lid wordt ‘artikelen 8, eerste lid’ vervangen door: artikelen 8, tweede lid.

3. In het vierde lid wordt ‘vijfde lid’ vervangen door: zesde lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2010

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling tarieven Kadaster in verband met wijzigingen in de tariefstructuur en tarieven voor nieuwe of gewijzigde producten of diensten van het Kadaster. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook enige redactionele wijzigingen aan te brengen.

De wijzigingen in de tariefstructuur ten aanzien van enkele bestaande onderdelen van de tarievenregeling leiden tot meer transparantie en een betere verdeling van de kosten. De tarieven voor nieuwe producten en diensten zijn gebaseerd op kostendekkendheid en liggen in lijn met het tariefniveau van bestaande producten. Bij de redactionele wijzigingen gaat het om tekstuele verduidelijkingen zonder inhoudelijke consequenties. Een en ander wordt hierna nader toegelicht.

Omtrent de wijzigingen is de Gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. Deze heeft een positief advies gegeven.

Administratieve lasten

De wijzigingen in deze regeling leiden niet tot nieuwe informatieverplichtingen voor het bedrijfsleven of de burger. Van toename van administratieve lasten is om die reden geen sprake.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Beschikkingen op basis van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) kunnen worden ingeschreven als verzamelverklaring of als afzonderlijk besluit. Verzamelverklaringen zijn bedoeld voor inhaalacties, zoals bij de invoering van de WKPB, en kunnen maximaal tien besluiten bevatten. Voor deze wijziging gold voor zowel een verzamelverklaring als voor een afzonderlijk besluit een inschrijvingstarief op grond van artikel 5, eerste lid, van in de meeste gevallen € 40,80. Vanuit het oogpunt van rechtszekerheid (eerdere inschrijving en betere raadpleegbaarheid) heeft het inschrijven van afzonderlijke besluiten sterk de voorkeur. Het Kadaster ontwikkelt faciliteiten voor het volledig geautomatiseerd inschrijven van afzonderlijke WKPB-beschikkingen. Voor deze wijze van inschrijven is een nieuw tarief gesteld dat overeenkomt met het laagste bestaande inschrijvingstarief voor doorhalingen van beslagen, waarmee het tarief hiervoor uitkomt op € 10,20. Zolang volledig geautomatiseerde inschrijving nog niet mogelijk is bedraagt het tarief € 13,60. Daarmee wordt bevorderd dat afzonderlijke besluiten worden ingeschreven. De mogelijkheid tot het inschrijven van verzamelbesluiten blijft ongewijzigd; het tarief daarvoor blijft voortvloeien uit artikel 5 lid 1.

Artikel I, onderdelen C, onder 3, F, onder 2, en K

Voor andere leveringen dan de standaardleveringen binnen een abonnement aan bestaande abonnementhouders op Massale Output AKR, Digitale Kadastrale Kaart en Topografie is het niet reëel om het volledige tarief voor een eenmalige levering in rekening te brengen, omdat de verstrekkingskosten lager zijn (de vaste kosten van de informatievoorziening worden gedekt door het abonnementstarief). In dit soort gevallen werd een maatwerktarief volgens artikel 12 in rekening gebracht. Omdat dit type extra leveringen groeit is er behoefte om hiervoor een formeel tarief vast te stellen ter hoogte van de gemiddelde werkelijke kosten van dergelijke verstrekkingen. Een klant dient de afweging te maken of de kosten van het maken van backups opweegt tegen de kosten van een herlevering.

Voor herleveringen, dat wil zeggen hernieuwde levering van een eerder geleverd gegevensbestand, wordt een tarief van € 528,– in rekening gebracht. Een herlevering is nadrukkelijk geen levering van een totaalstand met een nieuwe peildatum. Als een abonnementhouder tussentijds een update of (deel)totaalstand wil van hetzelfde gebied geldt als tarief: € 528,– plus € 0,04 per object of perceel. Voor levering van een ander, nieuw of groter gebied aan bestaande abonnees wordt het reguliere tarief van € 1,04 per object (artikel 8) of € 0,66 per perceel (artikel 14) in rekening gebracht. Voor topografische bestanden geldt alleen het tarief van € 528,– omdat daar geen mutatiebestanden worden geleverd. Vanzelfsprekend gelden deze tarieven niet als herlevering noodzakelijk is ten gevolge van een foutieve levering door het Kadaster.

Indien bepaalde digitale informatie van de basisregistratie topografie wordt opgevraagd door overheidsorganisaties voor de uitoefening van een openbare taak, wordt deze informatie aan overheidsorganisaties kosteloos verstrekt. De verstrekkingskosten hiervan worden gedekt door een centraal budget. Deze informatie betreft onder meer informatie waarbij geen sprake is van meerwerk of maatwerk, papieren kaarten, de historische collectie of een specifiek product voor de consumentenmarkt (zoals TOP 25-to-move). De informatie wordt kosteloos verstrekt aan overheidsorganisatie als genoemd op de website ‘almanak.overheid.nl’. Onder deze organisaties vallen derhalve niet: TNO-bedrijven, nutsbedrijven en OV-bedrijven. Voor het kosteloos verstrekken dient de informatie te worden gebruikt voor het verrichten van openbare taken en niet voor commerciële activiteiten.

Artikel I, onderdeel D

In de regeling werd een onderscheid gemaakt tussen zogenoemde watchdog-meldingen voor verschillende openbare registers. Zoals afgesproken met het notariaat wordt alleen de gecombineerde kadastraal/hypothecaire variant ontwikkeld. Om onduidelijkheden te voorkomen is één gecombineerd tarief opgenomen van € 11,80 (2 x 5,90).

Artikel I, onderdeel E

Het product erfdienstbaarhedenonderzoek is aangepast vanwege de afronding van het project Actualisatie erfdienstbaarheden. Er wordt niet langer een knip gelegd bij onderzoeken die teruggaan tot 1929, maar bij 1950. Vanaf 1950 zijn namelijk de erfdienstbaarheden geactualiseerd en daarmee veel sneller te achterhalen. Wel blijft het voorlopig een handmatig proces.

Omdat bij onderzoeken tot 1950 minder erfdienstbaarheden worden gevonden dan bij onderzoeken tot 1929, is het redelijk om het tarief voor onderzoek tot 1950 wat lager te stellen dan het huidige tarief voor onderzoek tot 1929. Steekproeven geven aan dat bij onderzoeken tot 1950 ca. 4% minder erfdienstbaarheden gevonden worden dan bij onderzoeken tot 1929. Deze 4% is evenredig toegepast op het tarief, waarmee dit komt op een bedrag van € 125,– in plaats van € 130,–. Het tarief voor onderzoek tot maximaal 1838 blijft ongewijzigd op € 235,–.

Artikel I, onderdeel G

Met de recente tariefverhogingen was het aantal opdrachten voor grensreconstructie evenredig afgenomen. Dit riep de vraag op of het desbetreffende tarief gewenst was in relatie tot de maatschappelijke functie op dit gebied. Er was één uniform tarief van € 710,– per grens of per hoekpunt. Dit leidde al gauw tot hoge bedragen als in één reconstructie verschillende grenzen of punten moeten worden uitgezet. De tariefstructuur is als volgt aangepast:

  • een vast bedrag van € 580,– voor de reconstructie van een grens tussen twee percelen, inclusief twee hoekpunten;

  • een aanvullend bedrag van € 250,– per uit te zetten knikpunt en van € 50,– voor extra gevraagde tussenpunten op een rechte grenslijn.

Per saldo worden hiermee eenvoudige reconstructies goedkoper en complexere reconstructies duurder. Over het geheel genomen is het financieel effect neutraal.

Artikel I, onderdeel H

In 2010 is het Kadaster gestart met de pilot Perceelsvorming met voorlopige grenzen. Daarbinnen is sprake van drie varianten van het perceelsvormingsproces:

  • perceelsvorming op grond van ingeschreven akte (aktepost, artikel 2, tarief € 995,–);

  • perceelsvorming op verzoek met voorlopige grenzen (artikel 16, onderdeel a, tarief € 895,–);

  • perceelsvorming op verzoek anderszins (splitsing vooraf, artikel 16, onderdeel b, tarief € 550,–).

De ervaringen in de pilot tot nu toe wijzen uit dat het tariefverschil tussen perceelsvorming met voorlopige grens en splitsing vooraf niet strookt met het verschil tussen de verwachte integrale kostprijzen. Met de wijziging van de regeling is dit meer in lijn gebracht door het tarief voor splitsingen met voorlopige grenzen te verlagen tot € 780,–. Naar verwachting leidt dit tot een daling van het aantal akteposten en een stijging van het aantal splitsingen met voorlopige grens, wat de rechtszekerheid ten goede komt.

Artikel I, onderdeel I

Voor controle van in te schrijven netwerktekeningen die niet door het Kadaster zelf zijn vervaardigd, is uit het oogpunt van transparantie aangesloten bij de bestaande tarieven voor vervaardiging van netwerktekeningen: € 176,– per opdracht en € 40,– per tekening. Het tarief per hectare, dat geldt bij het vervaardigen van tekeningen door het Kadaster, geldt in dit geval niet.

Artikel I, onderdeel J

Woningtypering betreft het verstrekken van de aanduiding Appartement, Tussenwoning, Hoekwoning, Vrijstaand of Onbekend bij een bepaald adres. Dit is een bestaand product van het Kadaster. Dit is nu in artikel 21, eerste lid, onderdeel e, expliciet benoemd. Daarnaast is in artikel 21, eerste lid, onderdelen e, f, h en i, verduidelijkt dat het abonnementstarief geldt voor wijzigingen in de verstrekte gegevens en niet voor alle gehouden gegevens. Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor bestaande afnemers van deze producten, maar zijn bedoeld om de tekst van de regeling beter aan te laten sluiten bij de vigerende praktijk.

Het tarief zoals opgenomen in artikel 21, eerste lid, onderdeel g, van een bestand met administratieve grenzen (TOPgrenzen) is medio 2009 meegenomen in de tariefverhoging met 30%. Ten onrechte, omdat het hier gaat om een topografisch bestand. Deze verhoging is teruggedraaid.In de praktijk wordt het lagere tarief al toegepast, het gaat derhalve om een correctie achteraf.

Artikel II

In artikel II is de inwerkingtreding van deze regeling geregeld. Deze regeling zal in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten twee maanden voor de inwerkingtreding in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen.

Naar boven