ARTIKEL I
De Regeling tarieven Kadaster wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, vijfde lid, komt de aanhef te luiden:
Voor de inschrijving van een stuk betreffende doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming of een beperkingenbesluit
als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken is verschuldigd:
B
In artikel 7, achtste lid, wordt in de eerste volzin ‘artikel 101, eerste lid’ vervangen door: artikel 101, tweede lid.
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘eerste lid’ vervangen door: tweede lid.
2. In het vierde lid wordt ‘eerste en tweede lid’ vervangen door: eerste tot en met derde lid.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
D
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
Een persoon, die voor een door hem opgegeven registergoed gebruik maakt van de tijdelijke automatische melding van wijzigingen
in de openbare registers, is per registergoed € 11,80 verschuldigd.
E
In artikel 12, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt ‘1929: € 130,–’ vervangen door: 1950: € 125,–.
F
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. In het vierde lid wordt ‘eerste en tweede lid’ vervangen door: eerste tot en met derde lid.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
G
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
1. Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen van een perceel is per grens tussen
twee percelen € 580,– verschuldigd, vermeerderd met € 250,– per knikpunt en € 50,– per tussenpunt op een rechte grenslijn.
2. Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan te velde worden verstrekt is per grens tussen
twee percelen € 36,50 verschuldigd.
H
In artikel 16, onderdeel a, wordt ‘€ 895,–’ vervangen door: € 780,–.
I
In artikel 17 wordt na het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
4. Voor de controle op inschrijvingsvereisten van een niet door de Dienst vervaardigde tekening van een netwerk is € 176,– verschuldigd,
vermeerderd met € 40,– per tekening.
J
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. voor een opgave inzake de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een
plaatscoördinaat, dan wel tussen een adres en een woningtype:
1°. per koppeling: € 0,04;
2°. per jaar voor een abonnement op de wijzigingen in deze gegevens: 20% van het tarief, bedoeld onder 1°, met dien verstande
dat per jaar ten hoogste € 48.000,– verschuldigd is;
2. In het eerste lid, onderdeel f, onder 4°, wordt ‘een abonnement op’ vervangen door: een abonnement op de wijzigingen in.
3. In het eerste lid, onderdeel g, onder 2°, wordt ‘€ 995,–’ vervangen door: € 765,–.
4. In het eerste lid, onderdeel h, onder 2°, en onderdeel i, onder 2°, wordt ‘een abonnement op’ vervangen door: een abonnement
op de wijzigingen in.
K
In artikel 22 worden na het vierde lid, onder vernummering van het vijfde tot en met achtste lid tot zevende tot en met tiende
lid, twee leden ingevoegd, luidende:
5. Voor het opnieuw verstrekken van een eerder verstrekte opgave aan abonnementhouders als bedoeld in het eerste tot en met
het vierde lid is € 528,– verschuldigd.
6. Indien gegevens als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met j, onderdelen m tot en met o en onderdeel r, worden
gebruikt door een overheidsorganisatie als genoemd op ‘almanak.overheid.nl’ voor de uitoefening van een openbare taak, wordt
deze informatie kosteloos verstrekt.
L
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘vierde en vijfde lid’ vervangen door: zevende en achtste lid.
2. In het derde lid wordt ‘artikelen 8, eerste lid’ vervangen door: artikelen 8, tweede lid.
3. In het vierde lid wordt ‘vijfde lid’ vervangen door: zesde lid.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt de Regeling tarieven Kadaster in verband met wijzigingen in de tariefstructuur en tarieven voor nieuwe
of gewijzigde producten of diensten van het Kadaster. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook enige redactionele wijzigingen
aan te brengen.
De wijzigingen in de tariefstructuur ten aanzien van enkele bestaande onderdelen van de tarievenregeling leiden tot meer transparantie
en een betere verdeling van de kosten. De tarieven voor nieuwe producten en diensten zijn gebaseerd op kostendekkendheid en
liggen in lijn met het tariefniveau van bestaande producten. Bij de redactionele wijzigingen gaat het om tekstuele verduidelijkingen
zonder inhoudelijke consequenties. Een en ander wordt hierna nader toegelicht.
Omtrent de wijzigingen is de Gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. Deze heeft een
positief advies gegeven.
Administratieve lasten
De wijzigingen in deze regeling leiden niet tot nieuwe informatieverplichtingen voor het bedrijfsleven of de burger. Van toename
van administratieve lasten is om die reden geen sprake.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Beschikkingen op basis van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) kunnen worden ingeschreven
als verzamelverklaring of als afzonderlijk besluit. Verzamelverklaringen zijn bedoeld voor inhaalacties, zoals bij de invoering
van de WKPB, en kunnen maximaal tien besluiten bevatten. Voor deze wijziging gold voor zowel een verzamelverklaring als voor
een afzonderlijk besluit een inschrijvingstarief op grond van artikel 5, eerste lid, van in de meeste gevallen € 40,80. Vanuit
het oogpunt van rechtszekerheid (eerdere inschrijving en betere raadpleegbaarheid) heeft het inschrijven van afzonderlijke
besluiten sterk de voorkeur. Het Kadaster ontwikkelt faciliteiten voor het volledig geautomatiseerd inschrijven van afzonderlijke
WKPB-beschikkingen. Voor deze wijze van inschrijven is een nieuw tarief gesteld dat overeenkomt met het laagste bestaande
inschrijvingstarief voor doorhalingen van beslagen, waarmee het tarief hiervoor uitkomt op € 10,20. Zolang volledig geautomatiseerde
inschrijving nog niet mogelijk is bedraagt het tarief € 13,60. Daarmee wordt bevorderd dat afzonderlijke besluiten worden
ingeschreven. De mogelijkheid tot het inschrijven van verzamelbesluiten blijft ongewijzigd; het tarief daarvoor blijft voortvloeien
uit artikel 5 lid 1.
Artikel I, onderdelen C, onder 3, F, onder 2, en K
Voor andere leveringen dan de standaardleveringen binnen een abonnement aan bestaande abonnementhouders op Massale Output
AKR, Digitale Kadastrale Kaart en Topografie is het niet reëel om het volledige tarief voor een eenmalige levering in rekening
te brengen, omdat de verstrekkingskosten lager zijn (de vaste kosten van de informatievoorziening worden gedekt door het abonnementstarief).
In dit soort gevallen werd een maatwerktarief volgens artikel 12 in rekening gebracht. Omdat dit type extra leveringen groeit
is er behoefte om hiervoor een formeel tarief vast te stellen ter hoogte van de gemiddelde werkelijke kosten van dergelijke
verstrekkingen. Een klant dient de afweging te maken of de kosten van het maken van backups opweegt tegen de kosten van een
herlevering.
Voor herleveringen, dat wil zeggen hernieuwde levering van een eerder geleverd gegevensbestand, wordt een tarief van € 528,–
in rekening gebracht. Een herlevering is nadrukkelijk geen levering van een totaalstand met een nieuwe peildatum. Als een
abonnementhouder tussentijds een update of (deel)totaalstand wil van hetzelfde gebied geldt als tarief: € 528,– plus € 0,04
per object of perceel. Voor levering van een ander, nieuw of groter gebied aan bestaande abonnees wordt het reguliere tarief
van € 1,04 per object (artikel 8) of € 0,66 per perceel (artikel 14) in rekening gebracht. Voor topografische bestanden geldt
alleen het tarief van € 528,– omdat daar geen mutatiebestanden worden geleverd. Vanzelfsprekend gelden deze tarieven niet
als herlevering noodzakelijk is ten gevolge van een foutieve levering door het Kadaster.
Indien bepaalde digitale informatie van de basisregistratie topografie wordt opgevraagd door overheidsorganisaties voor de
uitoefening van een openbare taak, wordt deze informatie aan overheidsorganisaties kosteloos verstrekt. De verstrekkingskosten
hiervan worden gedekt door een centraal budget. Deze informatie betreft onder meer informatie waarbij geen sprake is van meerwerk
of maatwerk, papieren kaarten, de historische collectie of een specifiek product voor de consumentenmarkt (zoals TOP 25-to-move).
De informatie wordt kosteloos verstrekt aan overheidsorganisatie als genoemd op de website ‘almanak.overheid.nl’. Onder deze
organisaties vallen derhalve niet: TNO-bedrijven, nutsbedrijven en OV-bedrijven. Voor het kosteloos verstrekken dient de informatie
te worden gebruikt voor het verrichten van openbare taken en niet voor commerciële activiteiten.
Artikel I, onderdeel D
In de regeling werd een onderscheid gemaakt tussen zogenoemde watchdog-meldingen voor verschillende openbare registers. Zoals
afgesproken met het notariaat wordt alleen de gecombineerde kadastraal/hypothecaire variant ontwikkeld. Om onduidelijkheden
te voorkomen is één gecombineerd tarief opgenomen van € 11,80 (2 x 5,90).
Artikel I, onderdeel E
Het product erfdienstbaarhedenonderzoek is aangepast vanwege de afronding van het project Actualisatie erfdienstbaarheden.
Er wordt niet langer een knip gelegd bij onderzoeken die teruggaan tot 1929, maar bij 1950. Vanaf 1950 zijn namelijk de erfdienstbaarheden
geactualiseerd en daarmee veel sneller te achterhalen. Wel blijft het voorlopig een handmatig proces.
Omdat bij onderzoeken tot 1950 minder erfdienstbaarheden worden gevonden dan bij onderzoeken tot 1929, is het redelijk om
het tarief voor onderzoek tot 1950 wat lager te stellen dan het huidige tarief voor onderzoek tot 1929. Steekproeven geven
aan dat bij onderzoeken tot 1950 ca. 4% minder erfdienstbaarheden gevonden worden dan bij onderzoeken tot 1929. Deze 4% is
evenredig toegepast op het tarief, waarmee dit komt op een bedrag van € 125,– in plaats van € 130,–. Het tarief voor onderzoek
tot maximaal 1838 blijft ongewijzigd op € 235,–.
Artikel I, onderdeel G
Met de recente tariefverhogingen was het aantal opdrachten voor grensreconstructie evenredig afgenomen. Dit riep de vraag
op of het desbetreffende tarief gewenst was in relatie tot de maatschappelijke functie op dit gebied. Er was één uniform tarief
van € 710,– per grens of per hoekpunt. Dit leidde al gauw tot hoge bedragen als in één reconstructie verschillende grenzen
of punten moeten worden uitgezet. De tariefstructuur is als volgt aangepast:
– een vast bedrag van € 580,– voor de reconstructie van een grens tussen twee percelen, inclusief twee hoekpunten;
– een aanvullend bedrag van € 250,– per uit te zetten knikpunt en van € 50,– voor extra gevraagde tussenpunten op een rechte
grenslijn.
Per saldo worden hiermee eenvoudige reconstructies goedkoper en complexere reconstructies duurder. Over het geheel genomen
is het financieel effect neutraal.
Artikel I, onderdeel H
In 2010 is het Kadaster gestart met de pilot Perceelsvorming met voorlopige grenzen. Daarbinnen is sprake van drie varianten
van het perceelsvormingsproces:
– perceelsvorming op grond van ingeschreven akte (aktepost, artikel 2, tarief € 995,–);
– perceelsvorming op verzoek met voorlopige grenzen (artikel 16, onderdeel a, tarief € 895,–);
– perceelsvorming op verzoek anderszins (splitsing vooraf, artikel 16, onderdeel b, tarief € 550,–).
De ervaringen in de pilot tot nu toe wijzen uit dat het tariefverschil tussen perceelsvorming met voorlopige grens en splitsing
vooraf niet strookt met het verschil tussen de verwachte integrale kostprijzen. Met de wijziging van de regeling is dit meer
in lijn gebracht door het tarief voor splitsingen met voorlopige grenzen te verlagen tot € 780,–. Naar verwachting leidt dit
tot een daling van het aantal akteposten en een stijging van het aantal splitsingen met voorlopige grens, wat de rechtszekerheid
ten goede komt.
Artikel I, onderdeel I
Voor controle van in te schrijven netwerktekeningen die niet door het Kadaster zelf zijn vervaardigd, is uit het oogpunt van
transparantie aangesloten bij de bestaande tarieven voor vervaardiging van netwerktekeningen: € 176,– per opdracht en € 40,–
per tekening. Het tarief per hectare, dat geldt bij het vervaardigen van tekeningen door het Kadaster, geldt in dit geval
niet.
Artikel I, onderdeel J
Woningtypering betreft het verstrekken van de aanduiding Appartement, Tussenwoning, Hoekwoning, Vrijstaand of Onbekend bij
een bepaald adres. Dit is een bestaand product van het Kadaster. Dit is nu in artikel 21, eerste lid, onderdeel e, expliciet
benoemd. Daarnaast is in artikel 21, eerste lid, onderdelen e, f, h en i, verduidelijkt dat het abonnementstarief geldt voor
wijzigingen in de verstrekte gegevens en niet voor alle gehouden gegevens. Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor bestaande
afnemers van deze producten, maar zijn bedoeld om de tekst van de regeling beter aan te laten sluiten bij de vigerende praktijk.
Het tarief zoals opgenomen in artikel 21, eerste lid, onderdeel g, van een bestand met administratieve grenzen (TOPgrenzen)
is medio 2009 meegenomen in de tariefverhoging met 30%. Ten onrechte, omdat het hier gaat om een topografisch bestand. Deze
verhoging is teruggedraaid.In de praktijk wordt het lagere tarief al toegepast, het gaat derhalve om een correctie achteraf.
Artikel II
In artikel II is de inwerkingtreding van deze regeling geregeld. Deze regeling zal in overeenstemming met het systeem van
vaste verandermomenten twee maanden voor de inwerkingtreding in de Staatscourant worden gepubliceerd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen.