Wijziging voorziening tot samenwerking Politie Nederland

19 januari 2010

De korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen,

Met instemming van de regionale colleges, en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als beheerder van het Korps landelijke politiediensten;

Besluiten:

ARTIKEL I

In artikel 6.2 van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland vervallen het zesde en het zevende lid.

ARTIKEL II

Deze wijziging van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2009.

Deze wijziging van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland zal met de toelichting door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

TOELICHTING

In het kabinetsstandpunt ‘Samenwerkingsafspraken en Politiewet’ van 19 december 2008 gaven de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie te kennen dat de samenwerking en het gemeenschappelijk functioneren van de politie naar hun opvatting in het politiebestel dient te zijn geborgd. Zij kondigden aan een daartoe strekkend voorstel van wet tot aanpassing van de Politiewet 1993 te zullen indienen bij de Tweede Kamer.

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel sloten de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie, de korpsbeheerders en de voorzitter van het College van procureurs-generaal op 9 juli 2009 een bestuursakkoord. Hiermee gaven zij gevolg aan hun intentie om met het oog op de verdere versterking van de eenheid van de Nederlandse politie, daar waar mogelijk te werken conform de in het kabinetsstandpunt geformuleerde uitgangspunten, zonder daarbij onomkeerbare stappen te zetten dan wel de Politiewet 1993 te buiten te gaan.

In het Bestuursakkoord is onder meer vastgelegd dat, vooruitlopend op een bij wet in te stellen Korpsbeheerdersberaad, met ingang van 1 september 2009 het Korpsbeheerdersberaad in oprichting (hierna aan te duiden als: het Kbb i.o.) fungeert. Het Kbb i.o. bestaat uit alle korpsbeheerders van de 25 regionale politiekorpsen, de beheerder van het Korps landelijke politiediensten en de voorzitter van het College van procureurs-generaal.

Tot de taken die – vooruitlopend op de wetswijziging – in het bestuursakkoord aan het Kbb i.o. zijn opgedragen, behoort het besturen van de rechtspersoon in de zin van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland, hierna te noemen: VtsPN. Hiertoe wordt het algemeen bestuur van VtsPN geïncorporeerd in het Kbb i.o., waardoor twee besturen die al een personele unie vormen voortaan als één bestuur zullen opereren. Hierdoor zal efficiënter kunnen worden vergaderd.

Omwille van de doelmatigheid wordt het wenselijk geacht de secretariaatvoering integraal onder te brengen bij de divisie Bestuursondersteuning van VtsPN. Dit vergt een wijziging van de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland. In artikel 6.2, zesde en zevende lid, is thans bepaald dat de algemeen directeur van VtsPN tevens secretaris is van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van VtsPN, en dat alle stukken die van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan, door hem worden medeondertekend. Om die secretariaatsfunctie bij de divisie Bestuursondersteuning te kunnen onderbrengen, dienen de genoemde twee artikelleden te vervallen.

Dit laat onverlet dat de algemeen directeur van VtsPN de vergaderingen van het Kbb i.o. en die van het dagelijks bestuur Kbb i.o. bijwoont en dat hij daar een adviserende stem heeft. Daarnaast blijft hij het aanspreekpunt voor de inhoud en kwaliteit van de stukken van VtsPN.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

Naar boven