Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 december 2009, nr. 2009-0000722688, houdende wijziging van de Subsidieregeling vorming en scholing van raadsleden in verband met het wijzigen van de uiterste aanvraagdatum in verkiezingsjaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 12 van de Wet overige BZK-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling vorming en scholing raadsleden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onder e, komt te luiden:

e. Raadszetel: zetel in een gemeenteraad, bij de laatstgehouden verkiezingen van de desbetreffende gemeenteraad toegewezen aan een kandidatenlijst van een politieke partij.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid vervalt de zinsnede ‘op 1 januari van het kalenderjaar’.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor zover politieke partijen bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van een gemeenteraad een samenvoeging van hun geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan boven de kandidatenlijst hebben geplaatst, wordt bij de opgave en voor de vaststelling van het aantal raadszetels dat bij die verkiezing aan de desbetreffende politieke partijen is toegekend, uitgegaan van:

    • a. een daartoe door de politieke partijen opgestelde gezamenlijke verklaring, of

    • b. een op verzoek van de politieke partijen opgestelde daartoe strekkende verklaring van de burgemeester van de desbetreffende gemeente.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. In een jaar waarin de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden worden gehouden wordt in afwijking van het tweede lid de aanvraag ingediend voor 1 juni van dat jaar. In dat jaar wordt onder de laatstgehouden verkiezingen verstaan de verkiezingen in dat jaar, tenzij in de desbetreffende gemeente geen reguliere verkiezingen worden gehouden.

C

In artikel 5, tweede lid, wordt ‘die voor 1 februari subsidie hebben aangevraagd’ vervangen door: die binnen de in artikel 4, tweede lid, onderscheidenlijk zevende lid, genoemde termijn subsidie hebben aangevraagd.

D

Artikel 8 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling wordt de Subsidieregeling vorming en scholing raadsleden gewijzigd. Hiermee wordt verduidelijkt de regel dat voor het aantal raadsleden van een politieke partij wordt uitgegaan van de laatstgehouden verkiezingen en wordt de mogelijkheid geboden dat partijen met een gezamenlijke kandidatenlijst in een gezamenlijke verklaring de toedeling van de zetels aan de partijen bepalen. Voorts wordt de regeling zodanig aangepast dat in jaren waarin reguliere verkiezingen voor de gemeenteraden worden gehouden wordt uitgegaan van de situatie na die verkiezingen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Met deze wijziging wordt de bepaling van het begrip ‘raadszetel’ aangevuld. Een raadszetel is een zetel die bij de laatstgehouden raadsverkiezingen is toegewezen aan een kandidatenlijst van een politieke partij. Voor de subsidieregeling hebben eventuele splitsingen dan wel samenvoegingen dus geen invloed op het aantal raadszetels van een politieke partij.

Artikel I, onderdeel B

In het derde lid van artikel 4 was bepaald dat voor het aantal raadszetels van een politieke partij 1 januari gold als peildatum. Overweging was dat op die manier ook rekening wordt gehouden met de gevolgen van tussentijdse verkiezingen wegens gemeentelijke herindelingen. Genoemde peildatum kan nu geschrapt worden omdat in artikel 1, onder e, is bepaald dat onder raadszetel wordt verstaan een zetel die bij de laatstgehouden raadsverkiezingen aan een politieke partij is toegewezen. Dat betreft ook herindelingsverkiezingen. Een en ander betekent dat in de jaren na raadsverkiezingen steeds wordt uitgegaan van de zetelverdeling na die verkiezingen. Bij de aanvraag vermeldt de partij het aantal zetels toegewezen bij de laatstgehouden verkiezingen. De situatie wijzigt pas na de volgende raadsverkiezingen.

Daarnaast wordt de regeling aangepast voor politieke partijen die aan de verkiezingen deelnemen met een kandidatenlijst die gezamenlijk met een of meer andere politieke partijen is ingediend. In dat geval zal duidelijk moeten zijn hoeveel van de aan die kandidatenlijst toegewezen zetels voor elk van die partijen bestemd waren. Op grond van de regeling dienden deze partijen voor elke afzonderlijke gemeente een verklaring van de burgemeester mee te zenden waarin werd aangegeven hoeveel van de aan die kandidatenlijst toegewezen zetels voor elk van de partijen bestemd waren. Dit bleek in de praktijk omslachtig. Geregeld is nu dat ook kan worden uitgegaan van een door de politieke partijen opgestelde gezamenlijke verklaring (artikel 4, vierde lid, onder a). Als alternatief kunnen ze ook nog steeds de burgemeester vragen een daartoe strekkende verklaring op te stellen.

In het nieuwe zevende lid wordt een aangepaste regeling getroffen voor de jaren waarin reguliere raadsverkiezingen worden gehouden. In die jaren wordt voor de subsidie uitgegaan van de zeteltoedeling na die verkiezingen. In verband daarmee geldt in zo’n jaar 1 juni als uiterlijke datum voor de subsidieaanvraag. Indien in een gemeente in verband met gemeentelijke herindeling geen reguliere verkiezingen worden gehouden, wordt uitgegaan van de in die gemeente laatstgehouden herindelingsverkiezingen. Ook in dat geval geldt 1 juni als uiterlijke datum voor de subsidieaanvraag.

Artikel I, onderdeel C

Het tweede lid van artikel 5 wordt aangepast aan het nieuwe zevende lid van artikel 4. Het beschikbare budget wordt verdeeld op basis van de raadszetels van alle politieke partijen die voor de van toepassing zijnde datum een aanvraag hebben ingediend.

Artikel I, onderdeel D

Artikel 8 had alleen betrekking op de subsidieaanvraag in 2009 en was dus uitgewerkt. Het kon dus vervallen.

Artikel II

Omdat de subsidie geschiedt per kalenderjaar en aangezien in het jaar 2010 verkiezingen voor de gemeenteraden worden gehouden, werkt de regeling terug tot en met 1 januari 2010. Voor het jaar 2010 worden de subsidies gebaseerd op de zeteltoedeling na de raadsverkiezingen van 3 maart 2010. Ook de overige wijzigingen gelden voor het hele kalenderjaar.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

Naar boven