Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2010

21 december 2009

Het bestuur van het College voor zorgverzekeringen,

Gelet op artikel 91, eerste lid, Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.5, eerste en tweede lid van het Besluit Wfsv en de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2010;

heeft in zijn vergadering van 21 december 2009 besloten:

§ 1 Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

a. regio:

regio zoals genoemd in de Beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 november 2008, nr. Z/VU-2892517, houdende de aanwijzing van administratie-instellingen bijzondere ziektekosten, Staatscourant nr. 232, 28 november 2008;

b. budgethouder:

houder van een persoonsgebonden budget krachtens subsidieparagraaf 2.6 van de Regeling subsidies AWBZ;

c. verbindingskantoor:

een verbindingskantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Artikel 2

Het college keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ.

§ 2 Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2010

Artikel 3

  • 1. Het college verdeelt in het jaar 2010 een totaal bedrag van 155,900 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de verbindingskantoren.

  • 2. Het college stelt in januari 2010 voor ieder verbindingskantoor een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 4

Het college verdeelt het in artikel 3, eerste lid, genoemde totaalbedrag als volgt:

  • a. een bedrag van 19,980 miljoen euro op basis van een bedrag van € 178,69 per budgethouder uitgaande van 111.813 budgethouders;

  • b. een bedrag van 4,833 miljoen euro op basis van een gelijk bedrag per verbindingskantoor;

  • c. een bedrag van 0,255 miljoen euro voor een verbindingskantoor dat, volgens opgave van Zorgverzekeraars Nederland, coördinerende activiteiten verricht voor doventolkvoorzieningen.

Artikel 5

  • 1. Het college verdeelt het na toepassing van artikel 4 resterende bedrag als volgt:

    • a. 15% op basis van een vast bedrag per verbindingskantoor, vermeerderd met een zelfde bedrag per regio waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen;

    • b. 85% op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2009 in de regio’s, waarvoor het verbindingskantoor als zodanig is aangewezen, waarbij inwoners van vijfenzestig jaar en ouder dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners, waaronder die van vijfenzestig jaar en ouder, gebruikt het college de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 2. Onderdeel van het in het eerste lid genoemde resterende bedrag vormen de volgende incidentele toevoegingen:

    • a. een incidentele toevoeging van 2,4 miljoen euro voor het aanpassen van de huidige administratie naar een administratie op verzekerdenniveau, onder de voorwaarde dat het verbindingskantoor zich hierover in het uitvoeringsverslag voldoende verantwoordt;

    • b. een incidentele toevoeging van 2,4 miljoen euro in verband met de invoering van de zorgzwaartepakketten (ZZP’s).

Artikel 6

  • 1. De resultaten van de berekeningen volgens de artikelen 4 en 5 herrekent het college per regio.

  • 2. Ter verkrijging van het voorlopige budget voor beheerskosten AWBZ per verbindingskantoor sommeert het college het berekende bedrag per regio voor de regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen.

  • 3. Het college rondt het voorlopige budget af op hele euro’s, waarbij het college bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

§ 3 Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2010

Artikel 7

  • 1. Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2011 stelt het college het budget over het jaar 2010 met toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 nader vast op basis van de werkelijke inwoneraantallen per 1 januari 2010 en de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2010 en, indien van toepassing, met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2010 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor de bepaling van het aantal inwoners baseert het college zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de statistiek.

  • 2. Bij de nadere vaststelling, bedoeld in het eerste lid, controleert het college of het verbindingskantoor zich aan de voorwaarde genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a heeft gehouden en vermindert hij het budget met het vastgestelde bedrag voor die incidentele toevoeging indien dit niet het geval is.

  • 3. Het college keert het nader vastgestelde beheerskostenbudget uit en brengt daarop in mindering de door het college uitgekeerde voorschotten.

§ 4 Definitieve vaststelling

Artikel 8

  • 1. Uiterlijk in 2013 stelt het college het budget beheerskosten AWBZ 2010 definitief vast, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2. Het college betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor het verbindingskantoor uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het verbindingskantoor leidt vordert het college het verschil in.

§ 5 Slot

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur,

P.C. Hermans.

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij brief van 26 januari 2010, kenmerk Z/F-2983918.

TOELICHTING

Jaarlijks stelt het college de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten vast naar aanleiding van de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de Aanwijzing). In de onderhavige beleidsregels is voor het eerst de volledige budgetcyclus van de beheerskosten AWBZ opgenomen.

Elke cyclus begint met de Aanwijzing voor het kalenderjaar waarop de toegekende middelen betrekking hebben (jaar t). Vervolgens stelt het CVZ beleidsregels op waarin wordt vastgesteld hoe de besteedbare middelen worden verdeeld via de voorlopige vaststelling beheerskosten. In de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2010 van het college is bepaald op welke wijze de voorschotten worden uitgekeerd, dat de voorschotten worden verrekend met de nadere vaststelling en op welke wijze rente wordt berekend. Als in het jaar t+1 de Staatssecretaris een Nadere Aanwijzing voor het jaar t heeft afgegeven en het college daarop een wijziging van de beleidsregels voor het jaar t heeft vastgesteld, stelt het college het beheerskostenbudget nader vast. In deze Nadere vaststelling wordt ook de rente over de beheerskosten vastgesteld.

Tenslotte stelt het college in het jaar t+3 de beheerskosten definitief vast, nadat alle eventuele bezwaren zijn afgehandeld. Het college houdt bij de definitieve vaststelling rekening met de correcties van de NZa en constateert of aan de voorwaarden is voldaan bij voorwaardelijk beschikbaar gestelde middelen.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de besteedbare middelen beheerskosten AWBZ voor het jaar 2010 vastgesteld op 207,824 miljoen euro.

Dit bedrag is bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van de zorgverzekeraars, de verbindingskantoren en het CAK samen. In zijn beleidsregels heeft het CVZ een bedrag van 155,900 miljoen euro vastgesteld als totaalbudget voor de verbindingskantoren. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

Bedrag (1 = € 1mln)

Historisch bepaald basisbedrag

149,975

0,75 % loon- en prijsbijstelling (voorcalculatorisch)

1,125

Incidentele toevoeging voor Modernisering administratieve organisatie (voorwaardelijk)

2,400

Incidentele toevoeging voor invoering zorgzwaartepakketten (ZZP’s)

2,400

Totaal

155,900

Het percentage voor loon- en prijsbijstelling wordt nagecalculeerd als daartoe te zijner tijd een nadere aanwijzing van de staatssecretaris verschijnt.

In deze beleidsregels geeft het CVZ aan hoe de middelen die voor 2010 voor de verbindingskantoren besteedbaar zijn, worden verdeeld.

Modernisering administratieve organisatie (exclusief AZR)

Voor het aanpassen van de huidige administratie naar een administratie op verzekerdenniveau (inclusief het invoeren van declareren op verzekerdenniveau) ontvangen de verbindingskantoren voor een periode van drie jaar sinds 2009 jaarlijks incidenteel € 2,400 miljoen, welk bedrag over de verbindingskantoren wordt verdeeld.

Een belangrijk onderdeel van de moderne administratieve organisatie is een cliëntvolgende administratie en declaratie. Met de introductie van declareren in de AWBZ, wordt per cliënt duidelijk welke zorg geleverd is en hoeveel hiervoor wordt betaald. De cliëntvolgende administratie is tevens noodzakelijk voor toekomstige systeem- en uitvoeringsveranderingen (invoering van persoonsvolgende bekostiging, overgang van delen van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet, uitvoering van de AWBZ door verzekeraars voor eigen verzekerden). Ten slotte verhoogt een cliëntvolgende administratie naar verwachting de kwaliteit van de gegevensuitwisseling via de AWBZ-brede zorgregistratie en daarmee heeft het ook effect op processen zoals de oplegging van de eigen bijdrage door het CAK en de kwaliteit van de wachttijdgegevens.

In het uitvoeringsverslag 2010 zullen verbindingskantoren dienen aan te geven wat met het beschikbaar gestelde bedrag in het kader Modernisering administratieve organisatieis gebeurd. Indien een zorgkantoor zich in het uitvoeringsverslag niet of nauwelijks kan verantwoorden dan zal het aan het verbindingskantoor beschikbaar gestelde bedrag door het CVZ worden teruggevorderd.

Invoering Zorgzwaartepakketten (ZZP’s)

Als gevolg van de invoering van de ZZP’s wordt ook in 2010 incidenteel € 2,400 miljoen aan het budget toegevoegd.

In verband met de invoering van de ZZP’s dienen verbindingskantoren allerlei zaken te implementeren, zoals de opbouw en afbouw van de budgetten van zorgaanbieders. Hiervoor dienen de zorgkantoren onder andere allerlei analyses te maken en de inkoopcyclus aan te passen.

PersoonsGebonden Budget (PGB)

In 2010 gaat het CVZ uit van een vast bedrag van € 178,69 per PGB dossier.

Naar verwachting zal het aantal PGB dossiers in 2010 niet stijgen (verschil stand 1 juli 2010 en stand 1 juli 2009) en daarom zijn geen extra middelen aan het budget toegevoegd. Wanneer het aantal PGB budgethouders toch hoger uitvalt, dan zal de Staatssecretaris in de Nadere Aanwijzing extra middelen beschikbaar stellen. Als het aantal PGB budgethouders lager uitkomt, zal het budget naar rato worden verlaagd. Op deze wijze is het bedrag per PGB dossier ongeacht de groei van het aantal dossiers altijd hetzelfde.

In 2010 worden de zorgkantoren geconfronteerd met het herziene controleprotocol PGB, de digitalisering PGB en de eigenbijdrageregeling begeleiding. De mogelijk daaruit voortvloeiende extra kosten kunnen leiden tot een aanpassing van het bedrag per PGB en mogelijk tot extra middelen.

AWBZ-brede zorgregistratie (AZR)

Het CVZ heeft voor de implementatie van het XML format in 2009 een bedrag van 1,000 miljoen euro aan het budget toegevoegd. Een zelfde incidenteel bedrag stond ook voor 2010 gepland, maar vanwege de vertraging die bij het overgaan op XML is opgetreden, wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2011.

Tenslotte

Verbindingskantoren voeren voor één of meerdere regio’s de AWBZ werkzaamheden uit. Om de berekening van de budgetten meer inzichtelijk te maken voor de verbindingskantoren heeft het CVZ de berekening verbijzonderd op het niveau van de regio (artikel 3 en 4). Als onderdeel daarvan verbijzondert het CVZ de in artikel 4, onderdeel c, en in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, bedoelde bedragen per verbindingskantoor eveneens per regio door deze bedragen te delen door het aantal regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen. Als laatste stap in de berekening sommeert het CVZ de bedragen per regio tot het budget per verbindingskantoor (artikel 6, tweede lid).

Voorzitter Raad van Bestuur,

P.C. Hermans.

Naar boven