Besluit van 1 oktober 2010 no. 10.002685 tot gedeeltelijke goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Nijmegen van 13 januari 2010, tot onteigening krachtens artikel 77 van Titel IV van de onteigeningswet.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 juli 2010, nr. BJZ 2010018048 ,

Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Gelezen de brieven van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen van 20 januari 2010, kenmerk P330/10.0001548 en van 21 juli 2010, kenmerk P320/10.0018553.

Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet,

Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.4 van de Crisis- en herstelwet.

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 september 2010, no. W08.10.0278/IV).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 27 september 2010, nr. BJZ 2010026022,

Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Nijmegen van 13 januari 2010, tot onteigening ingevolge artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1°, van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen gedeelten van de percelen, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, nos. 2206 (ged.), 1192 (ged.), 1974 (ged.), 1973, 1787 (ged.), 1790, 1789, 1788, 2864, 2207 (ged.), 2213 (ged.), 1294, 1277, 1280, 1278, 1293, 1718, 2865, 1302, 1784, 943, 1783, 1785, 942, 1786, 1716, 1714, 1722, 843, 1301, 844, 1723, 1281, 845, 825, 846, 1436, 1435, 1850, 1283, 1114, 1967, 1115, 1966, 1758, 1776, 1717 (ged.), 2866, 1997, 1304, 2081, 2078, 1333, 1257, 1782, 1373, 1637, 1851, 1202, 1781, 1443, 1441, 1259, 1308, 2248, 1444, 1106, 1446, 2228, 1816, 1818 (ged.), 2841 (ged.), 1968, 2837 (ged.), 2838, 1970, 1335, 1336, 1991, 1638, 1636, 1846, 918, 2231, 2776, 1144, 1206, 1065, 1977, 1979 en 1978 (onderscheidenlijk de grondplannummers 1 tot en met 40, 42 tot en met 50, 52 tot en met 59, 61 tot en met 75, 78 tot en met 85, 88 tot en met 90 en 92 tot en met 99).

Overwegingen

Het raadsbesluit tot onteigening

Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen gronden zijn begrepen in de door de raad van de gemeente Nijmegen op 28 januari 2009 vastgestelde en op 26 november 2009 door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurde bestemmingsplan ‘Laauwik’ (verder te noemen:het bestemmingsplan), welk plan ten tijde van het raadsbesluit nog niet onherroepelijk was goedgekeurd. Omdat het bestemmingsplan ten tijde van het raadsbesluit nog niet onherroepelijk was goedgekeurd, heeft de raad aan zijn besluit de voorwaarden verbonden dat:

• 1) Niet zal worden overgegaan tot een eventuele gerechtelijke onteigening als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet alvorens het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden;

• 2) Wanneer onherroepelijkheid aan het bestemmingsplan wordt onthouden dit besluit in zoverre als vervallen te beschouwen.

Noodzaak en urgentie

Het bestemmingsplan voorziet in de gedeeltelijke invulling van het gebied van de zogenaamde Waalsprong, gelegen in de oostelijke Betuwe ten noorden van de Waal.

In het bestemmingsplan is voorzien in de bouw van circa 1300 woningen, met de bijbehorende maatschappelijke en infrastructurele voorzieningen. Enkele bestaande elementen worden in het bestemmingsplan gehandhaafd.

Zoals uit het bestemmingsplan blijkt, rusten op de in de onteigening begrepen gronden de bestemmingen ‘Woongebied (WG)’, ‘Gemengd (GD)’,’Maatschappelijk-begraafplaats (M-BP)’, ‘Verkeer (V)’ en ‘Water (WA)’. Deze bestemmingen zijn geregeld in de vorm van een globaal eindplan, waarbij de te handhaven elementen gedetailleerd zijn bestemd.

In de door de gemeente Nijmegen voorgestane wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende voorschriften, kaart en toelichting, waarin begrepen de verkavelingsschets in paragraaf 4.2. (pg. 57). Tevens wordt bedoeld inzicht verschaft door het Stedenbouwkundig en Beeldkwaliteitplan Laauwik. Overeenkomstig de in het bestemmingsplan opgenomen fasering van de uitvoering van de woningbouw, zullen de woningen uiterlijk in 2015 moeten worden opgeleverd. Daartoe zullen de daarvoor benodigde gronden uiterlijk 2013 moeten zijn verworven.

Uit het raadsbesluit blijkt dat de in de onteigening begrepen gronden bezwaarlijk kunnen worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan.

Bedenkingen

Het raadsbesluit tot onteigening van 13 januari 2010 heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet, met ingang van 21 januari 2010 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen binnen de gemeente Nijmegen. De algemene kennisgeving van het raadsbesluit heeft op 20 januari 2010 plaatsgevonden in de lokaal verschijnende ‘De Brug’. Belanghebbenden is van het raadsbesluit mededeling gedaan bij brief van 18 januari 2010.

Tegen het raadsbesluit tot onteigening zijn bij Ons tijdig schriftelijk bedenkingen naar voren gebracht door:

• 1) Mr. D.H. Nas namens Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V. te Rijssen, verder te noemen: de reclamante onder 1);

• 2) Mr. J.T. Fuller namens H.A.T. en H.A. Jansen te Lent, verder te noemen: de reclamanten onder 2);

• 3) Mr. C. Nome namens R. van Eijk te Buinen, verder te noemen: de reclamant onder 3).

Overeenkomstig artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet heeft Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de reclamanten in de gelegenheid gesteld zich te doen horen. De reclamanten onder 1) en onder 2) hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

Overwegingen naar aanleiding van de bedenkingen

De reclamante onder 1) is eigenares van de mede in de onteigening begrepen (gedeelten van de) percelen, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, nos. 1444, 1446, 2841, 2838 en 1335 (grondplannummers 69, 71, 75, 80 en 82).

De reclamante onder 1) verzoekt Ons de bij de gemeenteraad op 9 juli 2009 naar voren gebrachte zienswijzen tegen het ontwerp-raadsbesluit tot onteigening in haar bedenkingen als herhaald en ingelast te beschouwen. Zij stelt dat de raad niet integraal op het geheel van de zienswijzen is ingegaan, met name niet op haar beroep op zelfrealisatie. In de bedenkingen voert de reclamante onder 1) in de eerste plaats aan, dat zij in staat en bereid is om de op haar in de onteigening begrepen gronden rustende bestemmingen zelf te realiseren, althans daarop woningen te bouwen. Op haar aaneengesloten percelen met de grondplannummers 69, 71, 80 en 82 kan zij zo 46 woningen realiseren en op het perceel met grondplannummer 75 in totaal 38 woningen. Dit wenst zij te doen overeenkomstig de door de gemeente gewenste wijze van uitvoering, waarbij zij afziet van realisatie van infrastructurele voorzieningen en openbare ruimten. Zij is bereid met de gemeente een exploitatieovereenkomst te sluiten. In de tweede plaats stelt de reclamante vraagtekens bij de urgentie, gelet op de fasering van de woningbouw in het plangebied en gelet op de onzekere economische situatie.

Herhaald brengt de reclamante onder 1) nog naar voren dat zij door de onteigening is gefrustreerd in het lopende overleg met de gemeente over modaliteiten van planuitvoering, dat de fasering onzeker is en dat er onduidelijkheid bestaat over de planologische eindsituatie.

De bedenkingen van de reclamante onder 1) die betrekking hebben op haar beroep op zelfrealisatie, geven Ons aanleiding tot de volgende overwegingen.

Allereerst merken Wij in het algemeen op, dat de gemeente bij een voorgenomen onteigening moet aantonen dat het doel waarvoor onteigend wordt niet op een andere manier te bereiken is. Van belang hierbij is dat wanneer een grondeigenaar aangeeft bereid en in staat te zijn om de aan zijn grond gegeven bestemming zelf te realiseren, onteigening in beginsel niet noodzakelijk is. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien de gemeente een andere vorm van planuitvoering wenst dan de grondeigenaar. Onteigening is dan pas gerechtvaardigd indien de gemeente aantoont dat in het publieke belang dringend behoefte bestaat aan de door haar gewenste vorm van planuitvoering. Welke vorm van planuitvoering in het publieke belang is staat in eerste instantie ter beoordeling van het gemeentebestuur. Of de grondeigenaar zelf tot planuitvoering in staat is hangt af van de door de gemeente gekozen vorm van planuitvoering. In verband daarmee moet de grondeigenaar zich op de hoogte kunnen stellen van die door de gemeente gewenste vorm. Over het algemeen kan deze worden gevonden in de toelichting op het bestemmingsplan of de bijbehorende voorschriften en/of de beschrijving in hoofdlijnen bij het bestemmingsplan. Andere mogelijke uitzonderingen kunnen zijn dat de grondeigenaar niet over voldoende aaneengesloten grond beschikt om de bestemming zelf op doelmatige wijze te kunnen realiseren of als de te onteigenen grond geen afzonderlijk deel van het te realiseren complex kan vormen. Wanneer er sprake is van een bestemmingsplan dat integraal moet worden uitgevoerd kan de grondeigenaar eveneens geen beroep op zelfrealisatie doen, indien hij daarvoor onvoldoende grond bezit.

In het bijzonder overwegen Wij dat Ons uit de overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat de reclamante onder 1) en de gemeente Nijmegen al gedurende enkele jaren in overleg zijn over de mogelijkheden voor de reclamante onder 1) om in het plangebied en elders binnen de Waalsprong bouwactiviteiten te ontplooien. Daarbij is naast de optie van minnelijke verwerving door de gemeente van gronden van de reclamante, in combinatie daarmee ook de mogelijkheid van een bouwclaimovereenkomst aan de orde geweest om zo door middel van grondruil de realisatiemogelijkheden voor de reclamante onder 1), binnen de door de gemeente gewenste wijze van planuitvoering, te optimaliseren. Zoals uit de Reactienota Zienswijzen blijkt, stelt de raad zich op het standpunt dat onteigening niettemin noodzakelijk is geworden bij gebreke aan overeenstemming tussen de gemeente en de reclamante onder 1).

De raad gaat er van uit, dat uit het ontbreken van overeenstemming blijkt dat de reclamante onder 1) niet bereid is om tot zelfrealisatie te komen.

De raad meent daarnaast dat de reclamante onder 1) over onvoldoende aaneengesloten grond beschikt om op efficiënte wijze tot planverwezenlijking te komen. Ook stelt de raad dat het noodzakelijk is dat alle publieke voorzieningen binnen het plangebied worden gerealiseerd door één partij, te weten de gemeente.

Teneinde een tijdige uitvoering van een bestemmingsplan te verzekeren mocht de raad in beginsel besluiten tot onteigening. Naar Ons oordeel heeft de raad daarbij evenwel miskend, dat een beroep op zelfrealisatie niettemin gemotiveerd op de eigen mérites dient te worden beoordeeld. Het enkele feit dat het ontbreekt aan overeenstemming, waaraan een vermeende onbereidwilligheid van de reclamante wordt verbonden om tot zelfrealisatie te komen, is naar Ons oordeel onvoldoende grond om tot onteigening te besluiten. De raad gaat vervolgens naar Ons oordeel op zichzelf evenwel onvoldoende in op de vraag of de grondposities van de reclamante onder 1), zonder dat er sprake is van grondruil, al dan niet aan zelfrealisatie in de weg staan. Uitgaande van de bestemmingsplankaart, de grondplantekening en de in de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen verkavelingsschets moet het er, overeenkomstig Ons bestendig beleid, voor worden gehouden dat de aan elkaar grenzende percelen met de grondplannummers 69, 71, 80 en 82 ten opzichte van het planbeeld uit de verkavelingsschets niettemin zodanig zijn gelegen dat dit wegens het ontbreken van voldoende aaneengesloten gronden geen reële mogelijkheid biedt tot uitvoering van de daarop rustende bestemmingen door de reclamante onder 1). In zoverre heeft de raad terecht tot onteigening mogen besluiten.

Voor wat het gedeeltelijk mede in de onteigening begrepen perceel met het grondplannummer 75 betreft, overwegen Wij dat de reclamante onder 1) naar Ons oordeel wél over voldoende aaneengesloten grond beschikt om een aantal vrijstaande woningen en rijtjeswoningen (ca. 32) zelf te kunnen realiseren overeenkomstig het bestemmingsplan en de door de gemeente voorgestane wijze van uitvoering overeenkomstig de verkavelingsschets.

Nu de reclamante onder 1) heeft aangegeven af te zullen zien van het zelf realiseren van de binnen de bestemming gelegen infrastructurele werken en bereid is om met de gemeente een exploitatieovereenkomst te sluiten, zijn Wij van oordeel dat aan het raadsbesluit tot onteigening in zoverre de goedkeuring moet worden onthouden wegens het ontbreken van de noodzaak tot onteigening.

Voor zover de bedenkingen van de reclamante onder 1) zien op het ontbreken van urgentie door de in het bestemmingsplan voorgeschreven fasering van de woningbouw en door de financieel-economische crisis overwegen Wij dat -wat er overigens ook zij van de gefaseerde planuitvoering- er in ieder geval sprake is van een voorgenomen planuitvoering binnen de gemeenlijk te hanteren termijn van vijf jaar na de datum van dit besluit. Voor wat de effecten van de financieel-economische crisis op de woningbouwproduktie betreft, overwegen Wij dat het tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort om bedoelde effecten af te wegen tegen die welke het temporiseren of opschorten van de planontwikkeling met zich zou brengen. De gemeente Nijmegen stelt zich terzake op het standpunt, dat de vraag naar woningen blijft, ondanks een terugval in de verkopen. Zij vertrouwt er dan ook op, dat de woningverkoop weer zal toenemen zodra het vertrouwen in de economie is hersteld en dat dit herstel zich ruimschoots binnen de fasering van het plan zal hebben voorgedaan. Dit standpunt van de gemeente komt Ons niet onredelijk voor.

Aldus kan dit onderdeel van de bedenkingen van de reclamante onder 1) Ons als zodanig geen aanleiding geven om aan het raadsbesluit tot onteigening geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Waar de reclamante onder 1) zich nog beklaagt over onduidelijkheid over de planologische eindsituatie en het door de onteigening frustreren van het overleg, merken Wij nog op dat het bestemmingsplan en het Stedenbouwkundig en Beeldkwaliteitplan Laauwik in samenhang naar Ons oordeel voldoende inzicht bieden in het voorgestane stedebouwkundige eindbeeld. Uit de Ons overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is Ons overigens niet gebleken dat partijen niet meer met elkaar communiceren. De reclamante geeft in haar bedenkingen trouwens zélf nog aan, dat inmiddels verder is gesproken over mogelijke grondruil en dat daarover op hoofdlijnen mondeling overeenstemming zou zijn bereikt. Deze onderdelen van de bedenkingen van de reclamante onder 1) vinden naar Ons oordeel dan ook geen steun in de feitelijke gang van zaken .

Samengevatgeven de bedenkingen van de reclamante onder 1) Ons geen aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening de goedkeuring te onthouden, behalve voor wat het mede in de onteigening begrepen gedeelte van het perceel met het grondplannummer 75 betreft.

Van de reclamanten onder 2) is H.A.T. Jansen eigenaar van het gedeeltelijk mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, no. 2837 (grondplannummer 79). H.A. Jansen is zijn vader die met zijn echtgenote een deel van de woning Visveldsestraat 3 (perceel A 354), in eigendom toebehorend aan zijn zoon H.A.T. Jansen, huurt en bewoont. Het te onteigenen perceelsgedeelte sluit aan op het perceel A 354 en wordt door de reclamanten gebruikt als achtererf, onder meer ten behoeve van de door Jansen Sr. sinds zijn jeugd beoefende postduivensport. Op het achtererf staan de duivenhokken en een oude kas.

In hun bedenkingen voeren de reclamanten onder 2) in de eerste plaats aan, dat zij het onredelijk vinden dat zij een groot deel van hun achtererf kwijtraken, waardoor ook de duivensport onmogelijk wordt gemaakt. Dit steekt temeer, omdat de te onteigenen grond (ook) als woonerf wordt gebruikt, hetgeen overeenkomt met de daaraan in het bestemmingsplan gegeven bestemming. Zij wijzen er ook op, dat de historische bakstenen druivenmuur op de zuidgrens van hun perceel in de weg staat aan de uitvoering van het bestemmingsplan zoals die de gemeente voor ogen staat. In dat verband voeren de reclamanten aan, dat zij met de gemeente in onderhandeling zijn over een beperking van de onteigening. De gemeente heeft voldoende aan de aankoop van ca. 238 m2 aan de westzijde/achterzijde van het perceel, om daarop een weg en groenstrook te kunnen aanleggen, overeenkomstig de verkavelingsschets. Daarmee geeft de gemeente de mogelijkheid voor de bouw van een of twee woningen bewust prijs.

In de tweede plaats voeren de reclamanten onder 2) aan, dat met hen onvoldoende minnelijk overleg is gepleegd. Er zijn alleen gesprekken geweest over de beperking van de omvang van de onteigening, maar een concreet schriftelijk bod is pas uitgebracht na de terinzagelegging van het ontwerp-raadsbesluit tot onteigening op 22 juli 2009.

In de derde plaats betwijfelen de reclamanten onder 2) of, gelet op de financieel-economische situatie, er wel voldoende urgentie is om nu al te onteigenen. In de vierde plaats zijn zij van mening dat de gemeente ten onrechte aan H.A. Jansen geen persoonlijke kennisgeving van het ontwerp-raadsbesluit heeft gestuurd. Hij is huurder van (een deel van) de woning Visveldsestraat 3 en gebruiker van het nu te onteigenen stuk grond.

Tot slot verzoeken de reclamanten onder 2) Ons de gemeente te veroordelen in de kosten die zij in de procedure hebben gemaakt voor juridische en deskundigenbijstand.

Ten aanzien van de bedenkingen van de reclamanten onder 2) overwegen Wij als volgt. Bij brief van 21 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Nijmegen Ons schriftelijk meegedeeld dat zij in verband met het bereiken van minnelijke overeenstemming met de reclamanten onder 2) niet langer prijs stellen op voortzetting van de goedkeuringsprocedure met betrekking tot het perceel van de reclamanten. Om die reden behoeven de bedenkingen van de reclamanten onder 2) geen verdere bespreking. Wel vindt in het kader van deze goedkeuringsprocedure een ambtshalve toetsing plaats.

De reclamant onder 3) is eigenaar van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, no. 1782 (grondplannummer 57).

De reclamant onder 3) meent dat de onteigening en de daaraan ten grondslag liggende planologische regelingen strijden met provinciaal en landelijk beleid.

Hij betwist – ongemotiveerd – de noodzaak en de juridische grondslag van de onteigening.

Ten aanzien van de bedenkingen van de reclamant onder 3) overwegen Wij als volgt. Uit de Ons overgelegde stukken en uit het ingestelde onderzoek is Ons niet gebleken dat de reclamant onder 3) zich met een zienswijze tot de raad heeft gericht. Op grond van artikel 84, derde lid, van de onteigeningswet, kunnen Wij de reclamant onder 3) dan ook niet in zijn bedenkingen ontvangen. Wel vindt in het kader van deze goedkeuringsprocedure een ambtshalve toetsing plaats.

Overige overwegingen

Op 21 juli 2010 geven burgemeester en wethouders van Nijmegen Ons schriftelijk te kennen wegens tussentijdse minnelijke verwerving niet langer prijs te stellen op voortzetting van de goedkeuringsprocedure ten aan zien van het gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, no. 2837 (grondplannummer 79). Wij zullen aan het raadsbesluit tot onteigening dan ook in zoverre de goedkeuring onthouden.

Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Nijmegen worden geacht, dat de gemeente de eigendom verkrijgt van de overige in het raadsbesluit ter onteigening aangewezen gronden. Ook overigens zijn er geen redenen om aan het raadsbesluit geheel of gedeeltelijk de goedkeuring te onthouden.

Beslissing

Wij hebben goedgevonden en verstaan:

Met inachtneming van de onteigeningswet zoals deze luidde vóór 31 maart 2010, het besluit van de raad van de gemeente Nijmegen van 13 januari 2010 goed te keuren, behalve voor zover dit ziet op het gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, no. 2841 (grondplannummer 75) en op het gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Lent, sectie A, no. 2837 (grondplannummer 79), aan welke onderdelen van het raadsbesluit Wij de goedkeuring onthouden.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat door toezending daarvan aan de gemeente zal worden bekendgemaakt. Dit besluit zal met het raadsbesluit in de Staatscourant worden geplaatst (www.officielebekendmakingen.nl).

Den Haag, 1 oktober 2010

w.g. Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E.M.H. Hirsch-Ballin.

RAADSBESLUIT

Administratieve onteigeningsprocedure Laauwik

De Raad van de Gemeente Nijmegen,

bijeen in zijn vergadering van 13 januari 2010;

Gelezen het voorstel van het College van

Burgemeester en Wethouders van 15 december 2009;

Besluit,

• 1. Over te gaan tot het voeren van de administratieve onteigeningsprocedure conform titel IV van de Onteigeningswet ten name van de gemeente Nijmegen, ten behoeve van de realisatie van delen van het Bestemmingsplan 'Laauwik' en daarmee te besluiten tot onteigening ten name van de gemeente Nijmegen van de op de grondtekeningen en de lijst van te onteigenen onroerende zaken en beperkte rechten aangegeven percelen.

• 2. Niet over te gaan tot eventuele gerechtelijke onteigening - als bedoeld in artikel 18 Onteigeningswet - alvorens het bestemmingsplan 'Laauwik' onherroepelijk is geworden.

• 3. Wanneer onherroepelijkheid aan het bestemmingsplan 'Laauwik' wordt onthouden, voor die delen waarop het vorenstaande van toepassing is dit besluit als vervallen te beschouwen.

• 4. Van dit besluit kennis te geven door middel van publicatie in 'De Brug' en het verzenden van een schriftelijke kennisgeving aan de betrokken eigenaren, de bekende rechthebbenden en overige belanghebbenden.

• 5. De uitvoering van dit besluit (terinzagelegging, publicatie en kennisgeving) op te dragen aan het college van burgemeester en wethouders.

• 6. De door Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost b.v. en de heer H.A.T. Jansen ingediende zienswijzen met inachtneming van bijgaande reactienota zienswijzen ongegrond verklaren.

De voorzitter,

M.M.V. Mientjes

De griffier,

Th.C. de Graaf.

LIJST VAN TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN BEHOREND BIJ RAADSBESLUIT VAN GEMEENTE NIJMEGEN D.D. 13 JANUARI 2010 LAAUWIK TE NIJMEGEN

Grondplan nummer	Te onteigenen grootte			Van de onroerende zaken, kadastraal bekend
				Als	ter grootte van			Kadastrale Gemeente	Sectie en nummer	Ten name van
	ha	a	ca		ha	a	ca
1	0	13	28	Terrein (nieuwbouw-bedrijvigheid)	3	75	64	Lent	A 2206	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
2	0	55	83	Wegen	0	86	30	Lent	A 1192	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
3	0	47	03	Terrein (grasland)	1	97	50	Lent	A 1974	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
4	1	07	50	Terrein (grasland)	1	07	50	Lent	A 1973	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
5	1	39	18	Terrein (akkerbouw)	1	58	60	Lent	A 1787	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
6	1	61	67	Wonen met bedrijvigheid erf - tuin	1	61	67	Lent	A 1790	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
7	0	09	48	Bedrijvigheid (industrie)	0	09	48	Lent	A 1789	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
8	1	20	45	Terrein (grasland)	1	20	45	Lent	A 1788	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
9	0	23	68	Water	0	23	68	Lent	A 2864 ged	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
				Water	0	19	74	Lent	A 2864 ged	1/1 eigendom van Waterschap Rivierenland
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
10	1	34	78	Terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	2	11	82	Lent	A 2207 ged	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
				Wegen	0	00	04	Lent	A 2207 ged	1/1 eigendom van NV NUON Infra Oost
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
11	0	61	61	Terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	1	23	59	Lent	A 2213	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
12	2	54	97	Terrein (grasland)	2	54	97	Lent	A 1294 ged	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
				Terrein (grasland)	0	00	08	Lent	A 1294 ged	1/1 eigendom van KPN B.V.
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
13	1	78	00	Berging-stalling (garage-schuur) terrein (grasland)	1	78	00	Lent	A 1277	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
14	0	31	70	Wegen	0	31	70	Lent	A 1280	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
15	1	24	15	Wonen terrein (akkerbouw)	1	24	15	Lent	A 1278	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
16	0	40	25	Uitvaart	0	40	25	Lent	A 1293	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
17	0	10	00	Wegen	0	10	00	Lent	A 1718	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
18	0	05	95	Erf - tuin	0	05	95	Lent	A 2865	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
19	1	94	42	Sportterrein voetbalveld	1	94	42	Lent	A 1302	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht De Staat (Financien, Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf)
20	0	76	61	Bedrijvigheid (kas) Terrein (akkerbouw)	0	76	61	Lent	A 1784	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
21	0	00	25	Berging-stalling (garage-schuur)	0	00	25	Lent	A 943	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
22	0	01	45	Wonen	0	01	45	Lent	A 1783	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
23	0	06	95	Wonen	0	06	95	Lent	A 1785	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
24	0	00	54	Berging-stalling (garage-schuur)	0	00	54	Lent	A 942	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
25	0	42	25	Bedrijvigheid (kas) Bedrijvigheid (kas)	0	42	25	Lent	A 1786	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
26	0	13	10	Wegen	0	13	10	Lent	A 1716	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
27	0	09	75	Terrein (teelt - kweek)	0	09	75	Lent	A 1714	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
28	0	10	95	Terrein (teelt - kweek)	0	10	95	Lent	A 1722	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
29	2	14	90	Terrein (grasland)	2	14	90	Lent	A 843	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
30	0	08	78	Bedrijvigheid (horeca)	0	08	78	Lent	A 1301	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht De Staat (Financien, Rijksvastgoed- en Ontwikkelingsbedrijf)
31	1	03	15	Wonen terrein (teelt -kweek)	1	03	15	Lent	A 844	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
32	0	16	85	Terrein (teelt - kweek)	0	16	85	Lent	A 1723	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
33	0	13	80	Wonen erf - tuin	0	13	80	Lent	A 1281	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
34	1	00	10	Wonen terrein (teelt-kweek)	1	00	10	Lent	A 845	1/1 eigendom van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw
35	1	05	40	Recreatie - sport terrein (grasland)	1	05	40	Lent	A 825	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
36	0	78	60	Wonen terrein (teelt - kweek)	0	78	60	Lent	A 846	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
37	0	25	10	Wonen erf - tuin	0	25	10	Lent	A 1436	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
38	0	00	70	Wegen	0	00	70	Lent	A 1435	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
39	0	55	30	Wegen	0	55	30	Lent	A 1850	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
40	0	59	30	Wonen met bedrijvigheid terrein (grasland)	0	59	30	Lent	A 1283	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
42	0	03	25	Wonen	0	03	25	Lent	A 1114	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
43	0	01	70	Terrein (teelt - kweek)	0	01	70	Lent	A 1967	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
44	0	00	57	Bedrijvigheid (industrie)	0	00	57	Lent	A 1115	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
45	1	69	06	Wonen terrein (teelt - kweek)	1	69	06	Lent	A 1966	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
46	0	83	25	Terrein (akkerbouw)	0	83	25	Lent	A 1758	1/1 eigendom van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw
47	0	78	30	Terrein (grasland)	0	78	30	Lent	A 1776	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
48	0	59	50	Wegen	0	63	10	Lent	A 1717	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
49	0	00	41	Water	0	00	41	Lent	A 2866 ged	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
				Water	0	13	79	Lent	A 2866 ged	1/1 eigendom van Waterschap Rivierenland
					geschat					zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemmeringenwet Privaatrecht N.V. Nuon Infra Oost
50	0	33	83	Terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	0	33	83	Lent	A 1997	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
52	0	19	50	Terrein (akkerbouw)	0	19	50	Lent	A 1304	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
53	0	01	05	Erf - tuin	0	01	05	Lent	A 2081	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
54	0	31	35	Terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	0	31	35	Lent	A 2078	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
55	0	71	83	Wonen erf - tuin	0	71	83	Lent	A 1333	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
56	0	01	94	Wonen	0	01	94	Lent	A 1257	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
57	0	12	52	Berging-stalling (garage-schuur) erf-tuin	0	12	52	Lent	A 1782	1/1 eigendom van Roelant van Eijk
58	0	01	03	Erf - tuin	0	01	03	Lent	A 1373	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
59	1	13	95	Terrein (teelt - kweek)	1	13	95	Lent	A 1637	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
61	0	02	90	Wegen	0	02	90	Lent	A 1851	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
62	0	02	05	Wonen	0	02	05	Lent	A 1202	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
63	0	01	40	Wonen	0	01	40	Lent	A 1781	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
64	0	14	35	Wonen erf - tuin	0	14	35	Lent	A 1443	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
65	0	11	65	Erf - tuin	0	11	65	Lent	A 1441	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
										zakelijk recht als bedoeld in art.5,lid 3,onder B, van de Belemm.wet Privaatr op ged. van perceel N.V. Nuon Infra Oost
66	0	00	16	Bedrijvigheid (nutsvoorziening)	0	00	16	Lent	A 1259	1/1 eigendom van N.V. Nuon Infra Oost
67	0	56	59	Bedrijvigheid (kas) Terrein (akkerbouw)	0	56	59	Lent	A 1308	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
68	0	40	10	Terrein (nieuwbouw wonen)	0	40	10	Lent	A 2248	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
69	0	04	50	Terrein nieuwbouw-wonen	0	04	50	Lent	A 1444	1/1 eigendom van Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V.
70	0	12	00	Terrein (akkerbouw)	0	12	00	Lent	A 1106	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
71	0	17	67	Terrein nieuwbouw-wonen	0	17	67	Lent	A 1446	1/1 eigendom van Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V.
72	0	24	78	Bedrijvigheid (kas) Terrein (akkerbouw)	0	24	78	Lent	A 2228	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
73	0	34	47	Bedrijvigheid (kas) Bedrijvigheid (kas)	0	34	47	Lent	A 1816	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
74	0	46	80	Terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	1	91	85	Lent	A 1818	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
75	0	84	19	Bedrijvigheid (kas) erf - tuin	0	84	67	Lent	A 2841	1/1 eigendom van Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V.
78	0	09	75	Erf - tuin	0	09	75	Lent	A 1968	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
79	0	07	44	Berging - stalling (garage - schuur)	0	08	17	Lent	A 2837	1/1 eigendom van Henricus Albertus Theodorus Jansen gehuwd met Gerarda Wilhelmina Margaretha Wouters
80	0	39	37	Bedrijvigheid (kas) erf - tuin	0	39	37	Lent	A 2838	1/1 eigendom van Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V.
81	0	85	65	Bedrijvigheid (kas) Bedrijvigheid (kas)	0	85	65	Lent	A 1970	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
82	0	09	40	Terrein nieuwbouw-wonen	0	09	40	Lent	A 1335	1/1 eigendom van Volker Wessels Grondparticipaties Noord-Oost B.V.
83	0	08	01	Erf - tuin	0	08	01	Lent	A 1336	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
84	0	60	26	Wonen terrein (nieuwbouw bedrijvigheid	0	60	26	Lent	A 1991	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
85	0	05	70	Wonen	0	05	70	Lent	A 1638	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
88	0	50	70	Loods erf uitweg	0	50	70	Lent	A 1636	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
89	0	30	40	Terrein (grasland)	0	30	40	Lent	A 1846	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
90	0	44	50	Wonen erf - tuin	0	44	50	Lent	A 918	1/1 eigendom van Adriaan Pieter van den Hof gehuwd met Maria Berdina Johanna Bloemen
92	0	49	35	Terrein (grasland)	0	49	35	Lent	A 2231	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
93	0	38	55	Terrein nieuwbouw-wonen	0	38	55	Lent	A 2776	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
94	0	20	60	Terrein (teelt - kweek)	0	20	60	Lent	A 1144	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
95	0	01	50	Erf - tuin	0	01	50	Lent	A 1206	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
96	0	08	40	Wonen	0	08	40	Lent	A 1065	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
97	0	05	02	Wonen	0	05	02	Lent	A 1977	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
98	0	02	55	Erf - tuin	0	02	55	Lent	A 1979	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen
99	0	20	88	Berging-stalling (garage-schuur) terrein (grasland)	0	20	88	Lent	A 1978	1/1 eigendom van de Gemeente Nijmegen