Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Instelling en taakopdracht Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering

14 oktober 2010

Nr. DGB/2010/6307 M

Directoraat-Generaal Belastingdienst

De minister deelt mee dat de instelling en de taakomschrijving van de Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering is geherformuleerd.

1. Inleiding

Binnen de Belastingdienst is de Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering (CTC) actief. De CTC is ontstaan uit de samenvoeging van de Coördinatiegroep Taxhavens (CGT) en de Coördinatiegroep Concernfinancieringen (CGC). De instellingsbesluiten van deze coördinatiegroepen waren verouderd en zijn ingetrokken (besluitnr. DGB2010/5142). De minister herformuleert daarom de instelling en de taakomschrijving van de CTC.

1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen

Wet VpB

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Uitv. Besch. VpB

Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971

Bvdb

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

2. Taken van de CTC

De CTC heeft de volgende taken:

  • het ontwikkelen van beleid voor die gevallen waarin de grondslag van de Nederlandse vennootschapsbelasting wordt uitgehold of de dividendbelasting wordt ontgaan;

  • de coördinatie en ondersteuning van de uitvoering van het ontwikkelde beleid;

  • het coördineren van de uitvoering van de wet- en regelgeving op het gebied van concernfinanciering en aanverwante terreinen;

  • het in voorkomende gevallen doen van suggesties voor en het bijdragen aan de totstandkoming van wetgeving op de voormelde terreinen;

  • het zijn van aanspreekpunt voor (de kantoren van) de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën op de voormelde terreinen; en

  • het zijn van kenniscentrum binnen de Belastingdienst op de voormelde terreinen.

3. Werkwijze van de CTC

Uit de voornoemde taken vloeit voort dat de CTC verantwoordelijk is voor het waarborgen van de eenheid van beleid en uitvoering op de aan hem toegewezen terreinen.

Om die reden melden medewerkers van de Belastingdienst bij de CTC gevallen die op de voormelde terreinen liggen waarbij een standpuntbepaling precedentwerking zou kunnen hebben en daarom opgevat zou kunnen worden als (een begin van) beleid.

De CTC verstrekt een bindend advies in alle gevallen betreffende concernfinanciering en aanverwante problematiek, onder meer inzake de toepassing van:

  • rente-aftrekbeperking (artikel 10a Wet VpB);

  • innovatiebox (artikel 12b Wet VpB);

  • actieve financieringswerkzaamheden in relatie tot de beleggingsdeelneming (artikelen 2a en 2b, Uitv. besch. VpB jo. artikel 13, tiende lid tot en met vijftiende lid, Wet VpB);

  • de buitenlandse financierings-vaste inrichting (artikel 32, vijfde lid en artikel 39 van het Bvdb).

Uitgezonderd zijn de gevallen waarin het APA-/ATR-team van de Belastingdienst/Rijnmond/kantoor Rotterdam op grond van het besluit van 11 augustus 2004, nr. DGB2004/1338M, een bindend advies geeft aan de competente inspecteur inzake een standpuntbepaling vooraf. Het APA-/ATR-team stemt met de CTC af de mogelijke beleidsmatige aspecten die samenhangen met het verzoek en die nog niet eerder als beleid zijn gepubliceerd, alsmede de aspecten die relevant kunnen zijn in het kader van de taken van de CTC (paragraaf 2 hiervóór). Deze afstemming dient de eenheid van beleid en uitvoering.

Medewerkers van de Belastingdienst melden de volgende gevallen bij de CTC indien daarbij (een vermoeden van) grondslaguitholling aan de orde is:

  • concernlichamen gevestigd in tax havens;

  • stalling van immateriële activa binnen concernverband in laagbelastende jurisdicties;

  • lasten, bijvoorbeeld rentelasten, binnen of buiten concernverband waarbij omvangrijke grondslaguitholling plaatsvindt;

  • creaties van verliesposten, bijvoorbeeld als gevolg van omzetting van buitenlandse deelnemingen in vaste inrichtingen;

  • situaties waarin binnen concern materieel dezelfde lasten zowel in Nederland als in het buitenland in aanmerking worden genomen (‘double dip-gevallen’), bijvoorbeeld door kwalificatieverschillen;

  • situaties waarin materieel dezelfde baten noch in Nederland, noch in het buitenland worden belast, bijvoorbeeld door kwalificatieverschillen.

De CTC voert haar werkzaamheden uit in nauwe samenwerking met de kantoren van de Belastingdienst, met andere coördinatiegroepen en met betrokken kennisgroepen. Behalve in gevallen waarin de CTC bindend advies verstrekt, is de bepaling van de aanpak een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de CTC en de bevoegde inspecteur.

4. Samenstelling van de CTC

Voor de uitvoering van haar taakstelling beschikt de CTC over een netwerk van leden op de kantoren. Het secretariaat van de CTC bevindt zich te Belastingdienst/Limburg/kantoor Maastricht

Postbus 5750

6202 MB Maastricht

Medewerkers van de Belastingdienst kunnen de gegevens van de leden van de CTC raadplegen op het interne Belastingnet.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven