Opsporingsvergunning aardwarmte Maasland 2

14 oktober 2010

Nr. ETM/EM / 10140480

Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Markten Directie Energiemarkt

Procesverloop:

  • De Vereniging van Eigenaren oude Campspolder (hierna VOC) heeft binnen de periode van 91 dagen na plaatsing van de uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het gebied genaamd Maasland – gepubliceerd in de Staatscourant van 8 mei 2009, nr. 84 – op 21 juli 2009 een deels concurrerende aanvraag ingediend ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet, genaamd Maasland 2. Voor het deel van het gebied dat niet concurreert met de vergunningaanvraag Maasland is in de Staatscourant van 16 oktober 2009, nr. 15539, een uitnodiging voor het indienen van concurrerende aanvragen gepubliceerd. Daarop is geen concurrerende aanvraag ingediend. Het hier aan de orde zijnde niet in concurrentie aangevraagde gebied bedraagt een oppervlakte van 4,81 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 4 jaar;

  • De opsporingsvergunning aardwarmte Maasland is, bij mijn besluit van 17 december 2009, kenmerk: ET/EM/9187099, verleend aan Kwekerij De Westhoek B.V. en Van Geest Groep B.V. Aan VOC is daarover een afwijzende beschikking verzonden (kenmerk: ET/EM/9209169), gedateerd op gelijke datum;

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (TNO), heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 17 september 2009 (kenmerk: AGE 09-10.089), 23 februari 2010 (kenmerk: AGE 10-10.018) en 22 juli 2010 (kenmerk: 10031772) advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 6 oktober 2009 advies uitgebracht (kenmerk: 9176286);

  • Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland (GS) is op grond van artikel 16 van de Mijnbouwwet op 21 januari 2010 om advies gevraagd. GS heeft geen advies uitgebracht;

  • De Mijnraad heeft op 16 november 2009 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR / 9185460) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Gelet op de artikelen 2, derde lid, 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, alsmede eerste volzin vierde lid, 12, 15, 16, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1. van de Mijnbouwregeling.

Besluit:

Artikel 1

Aan de Vereniging van Eigenaren Oude Campspolder (hierna te noemen de vergunninghouder), wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied Maasland 2.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied in de gemeenten Midden-Delfland en Maassluis en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen:

Punt

X

Y

1

76270,816

441391,871

2

77726,489

442008,682

3

79117,580

439276,190

4

75800,000

437800,000

5

77750,000

439000,000

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoekmeting zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 4.81 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 21 juli 2009 ontvangen aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder wijst tijdig voor de aanvang van de opsporingsactiviteiten een persoon aan met boortechnische en operationele ervaring, die leiding geeft aan boor- en aanverwante activiteiten en doet hiervan schriftelijk mededeling aan Staatstoezicht op de mijnen. Bovendien moet die persoon de bevoegdheid hebben om uitvoering te geven aan instructies van inspecteurs van Staatstoezicht op de mijnen. De vergunninghouder houdt Staatstoezicht op de mijnen van eventuele wijzigingen schriftelijk vooraf tijdig op de hoogte.

Artikel 5

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • Binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boringen zullen worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning worden twee boringen (1 doublet) geplaatst;

  • De putten van het doublet worden zodanig geboord dat een goede communicatie tussen beide putten verwacht kan worden en het water in dezelfde formatie wordt geïnjecteerd waar het oorspronkelijk vandaan kwam.

Artikel 6

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding nadat zij onherroepelijk is geworden, gedurende een tijdvak van 4 jaar.

Artikel 7

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

P. Jongerius,

themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven