Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 13 oktober 2010, nr. BJZ2010027169, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, tot wijziging van de Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel (aanpassing modern migratiebeleid)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit Remigratiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Tot de categorie van vreemdelingen, bedoeld in artikel 6 van het besluit, behoort de vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd is verleend als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 onder een beperking die samenhangt met:

    • a. uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;

    • b. studie;

    • c. seizoenarbeid;

    • d. lerend werken;

    • e. arbeid in loondienst;

    • f. grensoverschrijdende dienstverlening;

    • g. arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel;

    • h. arbeid als kennismigrant;

    • i. verblijf als houder van de Europese blauwe kaart in de zin van richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155);

    • j. wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG van de Raad van 12 oktober 2005 betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (PbEU L 289);

    • k. arbeid als zelfstandige;

    • l. het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;

    • m. verblijf als familie- of gezinslid bij een persoon die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft;

    • n. medische behandeling;

    • o. het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

    • p. tijdelijke humanitaire gronden;

    • q. het doorbrengen van verlof in Nederland;

    • r. het afwachten van herstel en hervatting van de arbeid in loondienst aan boord van een Nederlands zeeschip of op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat;

    • s. het afwachten van herstel van medische behandeling;

    • t. verblijfsrecht op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘onderdeel a’ vervangen door: onderdeel e.

2. In het tweede lid wordt ‘onderdeel a’ vervangen door: onderdeel k.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit modern migratiebeleid in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 oktober 2010

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. van Middelkoop.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot aanpassing van de Regeling aanwijzing vreemdelingen wegens verblijf voor een tijdelijk doel aan het Besluit modern migratiebeleid (Stb. 2010, 307).

Met de wijziging van artikel I wordt de opsomming van de tijdelijke verblijfsdoelen aangepast aan de tekst van de artikelen 3.4 en 3.5 van het Vreemdelingenbesluit 2000, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van het Besluit modern migratiebeleid. Geestelijk bedienaren vallen onder de beperking van onderdeel e (arbeid in loondienst) en zijn daarmee uitgezonderd van de Remigratiewet en de daarop gebaseerde regelgeving.

In artikel II is de inwerkingtreding van deze regeling geregeld. Deze regeling zal in overeenstemming met het systeem van vaste verandermomenten minimaal twee maanden voor de inwerkingtreding in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. van Middelkoop.

Naar boven