Convenant inzake dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank te Curaçao aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor uitvoering van sociale verzekeringen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Partijen,

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hierna te noemen: SZW

De Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen, namens deze: Ph. Martis, algemeen directeur, hierna te noemen: SVB

Overwegende

  • dat Nederland per 10 oktober 2010 de sociale verzekeringen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitvoert in eigen beheer en onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de Minister van SZW;

  • dat het land Curaçao één uitvoeringsinstantie (SVB Curaçao) heeft voor alle sociale verzekeringen, welke tijdelijke ondersteuning biedt aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten behoeve van de uitvoering van de ziektekostenregelingen BES tot 1 januari 2011;

  • dat SZW zich eveneens tijdelijk wil laten ondersteunen door de SVB Curaçao (tot 10 oktober 2010: SVB Nederlandse Antillen) voor de uitvoering van verschillende sociale verzekeringen;

  • dat hiertoe een wederzijdse bereidheid tot samenwerking bestaat;

Komen het volgende overeen:

Artikel 1 Definitiebepaling

In dit convenant wordt verstaan onder:

1. BES:

Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. SOAB:

Stichting Overheids Accountants Bureau.

3. SVB:

in de periode voorafgaand aan 10 oktober 2010 de SVB Nederlandse Antillen, en per 10 oktober 2010 de SVB Curaçao.

Artikel 2 Dienstverlening SVB

  • 1. De SVB draagt gedurende de periode van 10 oktober 2010 tot 1 januari 2011 namens de minister van SZW zorg voor de uitvoering van de volgende wettelijke regelingen en daarop rustende bepalingen:

    • a. de Wet algemene ouderdomsverzekering BES;

    • b. de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES;

    • c. de Cessantiawet BES;

    • d. de Wet ziekteverzekering BES, voor zover het de loondervingsuitkering en bijbehorende premie-inning betreft;

    • e. de Wet ongevallenverzekering BES, voor zover het de loondervingsuitkering en bijbehorende premie-inning betreft.

  • 2. De SVB hanteert bij de uitvoering kwaliteitsnormen die ten minste gelijk zijn aan de kwaliteitsnormen zoals die golden voor de regelingen zoals die voorafgaand aan 10 oktober 2010 luidden en die inhoudelijk – ook qua procedures – gelijk waren aan de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a tot en met e, genoemde regelingen.

Artikel 3 Bijzondere bepaling oktober 2010

De SVB draagt er zorg voor dat belanghebbenden bij de regelingen, genoemd in artikel 2, eerste lid, één ongedeelde aanslag of uitkering ontvangen over de maand oktober 2010, inhoudende zowel het deel dat betrekking heeft op de periode vóór 10 oktober 2010 en dat ten bate of laste komt van de SVB, als het deel dat betrekking heeft op de periode vanaf 10 oktober 2010 en dat ten bate of laste komt van SZW.

Artikel 4 Personeel

  • 1. Het personeel van de SVB dat op grond van de ‘Overeenkomst tussen de Sociale Verzekeringsbank en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties namens Nederland over de overgang van personeel van de Sociale Verzekeringsbank naar Nederland’ per 10 oktober 2010 overgaat naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staat gedurende de looptijd van het onderhavige convenant, ten behoeve van de uitvoering van de uit dit convenant voortvloeiende werkzaamheden met behoud van standplaats ter beschikking van de SVB.

  • 2. Het eerste lid is van toepassing voor zover het desbetreffende personeel op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 10 oktober 2010 betrokken is bij de uitvoering van de regelingen van de Nederlandse Antillen die met de in artikel 2, eerste lid, genoemde regelingen vergelijkbaar zijn.

Artikel 5 Financiering en administratie

  • 1. De SVB voert voor de uitvoering van dit convenant een financiële administratie, waarin met specificatie naar regeling en tijdvak zijn opgenomen:

    • a. de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op de uitkeringen aan personen die jegens Nederland uitkeringsgerechtigd zijn,

    • b. de ontvangen premies, en

    • c. een overzicht van openstaande vorderingen en verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 2, eerste lid, genoemde regelingen.

  • 2. Partijen continueren de bestaande bankrekeningen van de SVB op de BES zolang dat nodig is voor de uitvoering van dit convenant. De SVB is bevoegd om gedurende de periode tot 1 januari 2011 namens SZW de op deze bankrekeningen aanwezige liquide middelen te beheren in verband met de uitvoering van dit convenant.

Artikel 6 Verrekening en financiële verantwoording

  • 1. Na beëindiging van dit convenant wordt het saldo van de inkomsten en uitgaven dat ten laste van een der partijen komt, tussen partijen verrekend op basis van door de SVB opgestelde exploitatieoverzichten per eiland, gebaseerd op een aantal veronderstellingen, uitgangspunten en verdeelsleutels, welke door de SOAB zullen worden getoetst. De financiële verantwoording gaat vergezeld van een accountantsverklaring van SOAB omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid. De accountant voegt bij de verklaring tevens een verslag van bevindingen over het beheer. De SVB zal bij SOAB bedingen dat aan SZW of de Rijksauditdienst desgevraagd inzicht wordt geboden in de controlewerkzaamheden.

  • 2. In de in het eerste lid bedoelde verantwoording wordt een onderscheid gemaakt tussen de periode vóór 10 oktober 2010 (in verband met artikel 3) en die vanaf 10 oktober 2010.

  • 3. De SVB draagt er zorg voor dat SZW uiterlijk 15 april 2011 over de in het eerste lid bedoelde financiële verantwoording en de daarbij verstrekte accountantsverklaring kan beschikken.

Artikel 7 Gegevensvoorziening

De SVB voorziet het ten kantore van de Rijksdienst Caribisch Nederland gestationeerde hoofd van de unit Sociale Zaken en Werkgelegenheid van alle gegevens met betrekking tot de uitvoering van de sociale verzekeringen die deze ten behoeve van zijn rapportage aan SZW nodig heeft.

Artikel 8 Looptijd convenant

Dit convenant is gesloten voor bepaalde duur. Het convenant treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 oktober 2010 en eindigt met ingang van 1 januari 2011. Beëindiging van dit convenant laat de rechten en plichten voortvloeiend uit dit convenant onverlet.

Artikel 9 Wijzigingsbepaling

  • 1. Elke partij kan de andere partij schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

  • 2. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. De wijziging en de verklaring tot instemming maken integraal onderdeel uit van dit convenant.

  • 3. De wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant en de Curaçaosche Courant.

Artikel 10 Strijdigheid

Indien enig (onderdeel van een) artikel uit dit convenant in strijd is met (inter)nationaal recht, blijft het desbetreffende (onderdeel van een) artikel buiten toepassing.

Artikel 11 Afdwingbaarheid

Dit convenant is in rechte afdwingbaar.

Artikel 12 Geschillenregeling en toepasselijk recht

  • 1. Alle geschillen in verband met dit convenant of met afspraken die daarmee samenhangen, worden beslecht door de bevoegde burgerlijke rechter. Een partij kan zich echter pas tot de rechter wenden, indien partijen na zes weken niet in onderling overleg tot een voor partijen acceptabele regeling zijn gekomen.

  • 2. Op dit convenant is het Nederlands recht van toepassing.

Artikel 13 Citeertitel en publicatie

  • 1. De tekst van het convenant, met bijbehorende toelichting, wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en de Curaçaosche Courant.

  • 2. Dit convenant wordt aangehaald als: Convenant dienstverlening SVB aan SZW op de BES

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend, Den Haag, 6 oktober 2010

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Willemstad, Curaçao, 4 oktober 2010

De Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen,

namens deze:

Ph. Martis,

algemeen directeur

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van dit convenant blijft de SVB Nederlandse Antillen (ingaande 10 oktober 2010: SVB Curaçao) belast met de uitvoering van de sociale verzekeringen op de BES, maar nu onder verantwoordelijkheid van de minister van SZW van Nederland. Inhoudelijk lopen de op de BES van toepassing zijnde sociale verzekeringsregelingen ongewijzigd door per 10 oktober 2010; pas per 1 januari 2011 worden deze regelingen inhoudelijk gewijzigd. De onderhavige constructie is tijdelijk, ter overbrugging naar dat wijzigingsmoment van 1 januari 2011.

Hoewel de afspraken in dit Convenant voor wat de SVB betreft, in hoofdzaak afspraken zijn die bindend zijn voor de SVB van Curaçao, wordt het Convenant met de SVB Nederlandse Antillen gesloten. Dat kan niet anders, omdat er vóór 10 oktober 2010 nog geen SVB van Curaçao is.

Mandaat en reikwijdte bevoegdheid SVB Curaçao

De bevoegdheid van de SVB Curaçao, genoemd in artikel 2, omvat alle aspecten van de uitvoering van de genoemde wettelijke regelingen, dus zowel de premie-heffing en premie-inning als de uitkeringsverzorging en daarmee samenhangende werkzaamheden. Ook het organiseren van de bezwaarprocedure behoort daartoe, waarbij het de bedoeling is de inzet van de huidige zogeheten ‘LAR-commissie’ voor de BES voor de duur van de convenantsperiode te continueren.

Het verstrekken van uitkeringen en het innen van premies geschiedt ingaande 10 oktober 2010 op naam van de minister van SZW. Gelet daarop is er, aanvullend op dit convenant, een ‘Mandaat- en machtigingsbesluit in verband met dienstverlening SVB aan SZW op de BES’ getroffen, op grond waarvan de algemeen directeur van de SVB bevoegd is om namens de minister van SZW onder diens verantwoordelijkheid en met inachtneming van diens algemene en bijzondere aanwijzingen, besluiten te nemen, dan wel handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn betreffende de toepassing van de sociale verzekeringswetten BES.

Volledigheidshalve zij hierbij aangetekend dat de component ziektekosten uit de Wet ziekteverzekering (ZV) BES en de Wet ongevallenverzekering (OV) BES buiten het bestek van dit convenant valt, aangezien het daarbij een formele bevoegdheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) betreft. Met het oog daarop is de reikwijdte van de taakopdracht aan de SVB in artikel 2, eerste lid, voor wat betreft de ZV BES en de OV BES, beperkt tot ‘de loondervingsuitkering en bijbehorende premie-inning’. Overigens is de premie-inning voor de beide regelingen in de praktijk ongedeeld.

De ter beschikkingstelling van personeel bedoeld in artikel 4 laat onverlet dat het formele werkgeverschap van het betrokken personeel en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen, zoals met betrekking tot het betalen van loon en het voeren van ziekteverzuimbeleid, bij de Nederlandse overheid berust.

Zorgplicht per 1 oktober 2010

Van belang is dat de belanghebbenden zo min mogelijk hinder ondervinden van de transitie, die zorgt voor een gebroken kalendermaand oktober 2010. Dit kan worden bereikt door de uitkering over die maand telkens als één geheel te verstrekken, waarin zowel het deel dat betrekking heeft op de periode vóór 10 oktober (en dat ten laste komt van de SVB) als het deel dat betrekking heeft op de periode vanaf 10 oktober (en dat ten laste komt van de minister van SZW) is verwerkt. De zorgplicht van de SVB om namens de minister van SZW uitkeringen te verstrekken, gaat dus al in per 1 oktober 2010 (zijnde het eerste tijdstip waarop uitkeringen over de maand oktober kunnen worden verstrekt). Naar analogie met de uitkeringsverstrekking wordt ook de premie-inning over de maand oktober 2010 als één geheel uitgevoerd. De SVB zorgt voor een juiste administratie van alle inkomsten en uitgaven, zodat het saldo na afloop kan worden berekend en verrekend.

Financieel en administratie

Met de sociale verzekeringswetten zoals die ingaande 10 oktober 2010 op de BES luiden, blijft de fondsconstructie gehandhaafd. Hieraan wordt invulling gegeven door het apart administreren – door de SVB – van alle inkomsten en uitgaven per BES-regeling, zodat het saldo ten gunste, dan wel ten laste, van de begroting van SZW kan worden gebracht.

Op grond van de Onderlinge Regeling boedelscheiding Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen ontvangt Nederland per 10 oktober 2010 uit de boedel van de SVB Nederlandse Antillen de liquide middelen die op de SVB-kantoren op Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden beheerd. Deze middelen blijven echter beschikbaar voor de SVB voor het verrichten van betalingen die zij verricht in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst.

Voor zover de op deze bankrekeningen aanwezige gelden de minister van VWS (als zijnde mede-‘aandeelhouder’ namens Nederland in de boedelscheiding SVB Nederlandse Antillen) toekomen, wordt dit geld niet vooraf apart ‘gelabeld’, maar achteraf verrekend.

Ervan uitgaande dat het op grond van de Onderlinge Regeling boedelscheiding Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen aan Nederland toekomende voorschot eveneens op één of meer van de bestaande op de BES aanwezige bankrekeningen van de SVB Nederlandse Antillen wordt gestort, geldt dat die middelen eveneens betrokken worden bij het in artikel 5, tweede lid bedoelde beheer van de SVB per 10 oktober 2010.

De door de SVB te voeren aparte administratie en daaruit resulterende exploitatieoverzichten met betrekking tot de uitvoering van dit convenant, vormen – na goedkeurende accountantscontrole – de basis voor de financiële afrekening. Bedoelde exploitatieoverzichten omvatten niet alleen de daadwerkelijk ontvangen premies en uitkeringskosten voor zover deze op de BES betrekking hebben, maar ook toe te rekenen apparaatskosten van de SVB. De personeelskosten in verband met het personeel bedoeld in artikel 4 behoren daar niet toe, omdat die kosten in verband met de overgang van het werkgeverschap reeds door de Nederlandse overheid worden gedragen. Hetzelfde geldt voor de huisvesting op de BES.

Bij de afrekening wordt een onderscheid gemaakt tussen de situatie vóór en die vanaf 10 oktober 2010, ook omdat er over beide tijdvakken formeel sprake is van twee verschillende SVB-en (SVB Nederlandse Antillen resp. SVB van Curaçao). Dit heeft gevolgen voor de wijze van afrekenen. De afrekening uit hoofde van artikel 3 kan plaatsvinden in samenhang met de algehele afrekening van de boedelscheiding van de SVB Nederlandse Antillen. De periode vanaf 10 oktober 2010 wordt apart afgerekend, mede rekening houdend met het gegeven dat de middelen op de op de BES gesitueerde bankrekeningen van SVB dan reeds toebehoren aan de minister van SZW (en aan de minister van VWS). Verantwoording ter zake van rechtmatigheid en inzicht in de (per expiratiedatum van het convenant resterende) vorderingen en verplichtingen staat bij deze afrekening centraal. Zoals vermeld in artikel 6, tweede lid, gaat de financiële verantwoording vergezeld van een accountantsverklaring, waarbij een verslag van bevindingen over het beheer is gevoegd. Eventueel geconstateerde fouten of onzekerheden zullen daarin vanzelfsprekend ook aan de orde komen.

Rapportage

De rol van de SVB laat onverlet dat de minister van SZW ingaande 10 oktober 2010 uitvoeringsinformatie nodig heeft uit hoofde van zijn ministeriële verantwoordelijkheid. Het gaat dan onder meer om periodieke informatie over standcijfers uitkeringen per ultimo maand, financiële volume uitkeringen per maand, doorlooptijd aanvragen, etc. Hiervoor is door het ministerie van SZW een rapportagemodel ontwikkeld. De zorgplicht voor de rapportage komt bij het hoofd van de unit SZW op het kantoor van de Rijksdienst Caribisch Nederland te Bonaire te liggen. Tot 1 januari 2011 is deze voor een belangrijk deel van de rapportage afhankelijk van gegevens die bij de SVB berusten. Daarom regelt artikel 7 dat de SVB het hoofd van de unit SZW van de noodzakelijke gegevens voorziet.

Den Haag, 6 oktober 2010

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Willemstad, Curaçao, 4 oktober 2010

De Sociale Verzekeringsbank Nederlandse Antillen,

namens deze:

Ph. Martis,

algemeen directeur

Naar boven