Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2010, 15879 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2010, 15879 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie,
Gelet op artikel 14, derde lid, van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, artikel 2 van de Veiligheidswet BES en artikel 9, vijfde, zesde en zevende lid, van het Besluit beheer politiekorps BES;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
het politiecellencomplex, bedoeld in artikel 1, onder c, van het Besluit beheer politiekorps BES;
een afsluitbare ruimte geschikt voor het dag- en nachtverblijf van een persoon;
de persoon, bedoeld in artikel 1, onder a, van het Besluit beheer politiekorps BES.
1. De korpsbeheerder politie draagt er zorg voor dat een politiecellencomplex zodanig is ingericht dat ingeslotenen geen gelegenheid wordt gegeven tot ontvluchting, vernieling, brandstichting of zelfdoding.
2. De korpsbeheerder politie draagt er zorg voor dat voldoende maatregelen zijn genomen om de veiligheid van de ingeslotene te waarborgen.
3. Er is voor het politiecellencomplex een ontruimingsplan dat is goedgekeurd door de lokaal commandant van het brandweerkorps BES.
1. Het politiecellencomplex heeft als luchtruimte een buitenruimte met een oppervlakte van ten minste 30 m2, waarin begrepen een vierkant van 10 m2.
2. De luchtruimte is voorzien van een rasterwerk dat aansluit op een overkapping. De overkapping biedt voldoende bescherming tegen neerslag en beslaat maximaal een derde deel van de totale luchtruimte.
1. Een cel is aan de gangzijde voorzien van een deur, waarvan de draairichting is afgekeerd van de cel. De deur is alleen vanaf de gangzijde afsluitbaar.
2. Een cel is voorzien van een mogelijkheid om vanuit de celgang de ingeslotene bij gesloten deur te observeren en van maaltijden te voorzien.
1. Een cel is voorzien van lichtopeningen, die zodanig in de binnen- of buitenmuren zijn aangebracht dat de ingeslotene de dag- en nachtcyclus kan waarnemen.
2. Een cel is voorzien van een lichtpunt dat indien gemeten op een hoogte van 0,80 m. recht onder dat lichtpunt, een lichtsterkte van minimaal 400 Lux heeft.
De cel is voorzien van een communicatie-installatie waarmee vanuit de cel te allen tijde contact met de bewaking kan worden verkregen.
1. De cel is voorzien van een tafel, een stoel, een bed en een toilet.
2. Het in de cel aanwezige meubilair dient onwrikbaar aan een van de muren of de vloer van de cel bevestigd te zijn.
3. De stoel is zodanig bij de tafel geplaatst dat de ingeslotene zittend op de stoel, gebruik kan maken van de tafel. De stoel bevindt zich vanuit de celdeur bezien achter de tafel.
4. Het bed heeft een lengte van minimaal 2.10 m.
De korpsbeheerder politie draagt er zorg voor dat ten aanzien van personen die zijn ingesloten in een politiecellencomplex, onverminderd het bepaalde in de Ambtsinstructie politie BES, ten minste de volgende gegevens worden geregistreerd:
a. volledige personalia en aliassen;
b. geboortegegevens, nationaliteit en spreektaal;
c. adresgegevens, telefoonnummer en postcode;
d. de reden van insluiten;
e. datum en tijdstip van aanvang en einde van de insluiting;
f. plaats van de insluiting;
g. diëet of voedselbeperking op medische of levensbeschouwelijke gronden;
h. medicijngebruik en verstrekking van medicijnen;
i. de tijdstippen van het verstrekken van maaltijden, het luchten en het douchen of wassen, en
j. het tijdstip van controle tijdens de nachtelijke uren.
1. Een politiecellencomplex dat niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen, wordt niet gebruikt voor het insluiten van personen.
2. Ten minste eens in de vijf jaar wordt een politiecellencomplex door ambtenaren van de Raad voor de rechtshandhaving, gecontroleerd op het voldoen aan de hiervoor geldende eisen.
3. De korpsbeheerder politie kan, de procureur-generaal gehoord, voor het gebruik van dat complex anders dan voor inverzekeringstelling, ontheffing verlenen van het gestelde in de artikelen 3, 6, 8 en 9, vierde lid.
4. Een ontheffing voor het gebruik van het politiecellencomplex als ruimte voor inverzekeringstelling en voor het gebruik daarvan anders dan voor inverzekeringstelling, indien het een ontheffing betreft van andere eisen dan genoemd in het derde lid, wordt slechts verleend door of namens de procureur-generaal.
5. De ontheffing is met redenen omkleed, vermeldt het betreffende complex of de ruimte waarvoor zij geldig is en heeft een maximale geldigheidsduur van vijf jaren.
In geval van overlijden of een poging tot zelfdoding van een ingeslotene op een politiebureau wordt hiervan aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie een schriftelijk rapport toegezonden volgens het model in de bijlage bij deze regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Veiligheidswet BES in werking treedt. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgeven na dat tijdstip, treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot het in de eerste volzin bedoelde tijdstip.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.
De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin.
Op ..... (datum) is in het bureau
aan ..... (straatnaam)
te ..... (plaatsnaam) van het politiekorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het volgende voorgevallen:
[ ] | er is een ingeslotene overleden (door naar vraag I) |
[ ] | een ingeslotene heeft een poging tot zelfdoding gedaan of zich (ernstig) verwond (door naar vraag II) |
I | De oorzaak van het overlijden was: | |
[ ] | een natuurlijke dood (door naar vraag 1.) | |
[ ] | zelfdoding (door naar vraag III) | |
II | De poging tot zelfdoding bestond uit: | |
[ ] | verhanging | |
[ ] | verbranding | |
[ ] | verwonding met een scherp voorwerp | |
[ ] | inname van een medicijn | |
[ ] | anderszins, namelijk ..... | |
..... | ||
(door naar vraag III) | ||
III | Geef een korte omschrijving van de modus operandi. | |
..... | ||
..... | ||
(door naar vraag 1.) |
1. | Wanneer was de persoon ingesloten? | |
Datum : . . - . . - . . . . | ||
Tijdstip : . . . . uur | ||
2. | De reden voor insluiting was: | |
[ ] | verhoor | |
[ ] | inverzekeringstelling | |
[ ] | voorlopige hechtenis (inbewaringstelling) | |
[ ] | vreemdelingenbewaring | |
[ ] | vervangende hechtenis | |
[ ] | hulpverlening | |
3. | Indien de persoon voor een strafbaar feit was ingesloten, was dit voor het volgende feit: | |
..... | ||
4. | De houding van de betreffende persoon bij zijn insluiting was: | |
[ ] | actieve medewerking | |
[ ] | passieve medewerking (niet aanspreekbaar) | |
[ ] | geen medewerking | |
[ ] | tegenwerking met gebruik van geweld | |
5. | Was de persoon aanspreekbaar? | |
[ ] | ja | |
[ ] | nee | |
6. | Was de persoon voor de onderhavige insluiting geïnformeerd over de gang van zaken in het politiecellencomplex of op het politiebureau? | |
[ ] | ja (door naar vraag 7) | |
[ ] | nee (door naar vraag 8) | |
7. | De persoon was op de volgende wijze geïnformeerd over de gang van zaken in het cellen-complex of op het politiebureau: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
8. | Waarom was de persoon niet geïnformeerd over de gang van zaken in het cellen-complex of op het politiebureau? | |
..... | ||
..... | ||
9. | Was de persoon al eerder ingesloten geweest? | |
[ ] | ja (door naar vraag 10) | |
[ ] | nee (door naar vraag 11) | |
10. | Indien de persoon eerder ingesloten was geweest, was dit in verband met: | |
[ ] | verhoor | |
[ ] | inverzekeringstelling | |
[ ] | voorlopige hechtenis (inbewaringstelling) | |
[ ] | vreemdelingenbewaring | |
[ ] | vervangende hechtenis | |
[ ] | hulpverlening | |
11. | De persoon is vlak voordat hij de laatste keer werd ingesloten in de ruimte waarin het voorval zich heeft voorgedaan: | |
[ ] | gefouilleerd/ onderzocht aan de kleding | |
[ ] | gevisiteerd/ onderzocht aan het lichaam | |
[ ] | anderszins onderzocht, namelijk | |
..... | ||
[ ] | niet onderzocht |
12. | Het voorval heeft plaatsgevonden in: | |
[ ] | een cel | |
[ ] | een observatiecel | |
[ ] | een ophoudkamer | |
[ ] | een verhoorkamer | |
[ ] | een andere ruimte, namelijk ..... | |
13. | In bovengenoemde ruimte was een camera aanwezig: | |
[ ] | ja (indien de camera aan was, door naar vraag 14) | |
(indien de camera uit was, door naar vraag 15) | ||
[ ] | nee (door naar vraag 15) | |
14. | De camera was aan om de volgende reden: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
15. | In de bovengenoemde ruimte waren de volgende meubels en voorwerpen aanwezig: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... |
16. | Heeft de persoon om een arts gevraagd? | |
[ ] | ja | |
[ ] | nee | |
17. | Heeft de persoon om medicijnen gevraagd? | |
[ ] | ja | |
[ ] | nee | |
18. | Is een arts gewaarschuwd? | |
[ ] | ja (door naar vraag 19) | |
[ ] | nee (door naar vraag 25) | |
19. | De arts is gewaarschuwd op het volgende tijdstip: | |
.. .. uur | ||
20. | De (medische) reden voor het waarschuwen van een arts was de volgende: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... | ||
21. | Is de arts langs geweest? | |
[ ] | ja (door naar vraag 22) | |
[ ] | nee (door naar vraag 25) | |
22. | De arts is op het volgende tijstip langs geweest: | |
.. .. uur | ||
23. | Heeft de arts voorschriften gegeven? | |
[ ] | ja (door naar vraag 24) | |
[ ] | nee (door naar vraag 25) | |
24. | De arts heeft de volgende voorschriften gegeven: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... | ||
25. | Heeft de betreffende persoon medicijnen toegediend gekregen? | |
[ ] | ja | |
[ ] | nee | |
26. | Is de persoon geobserveerd? | |
[ ] | ja (door naar vraag 25) | |
[ ] | nee (door naar vraag 26) | |
27. | De observatie vond met de volgende frequentie plaats: | |
[ ] | eens per kwartier | |
[ ] | drie maal per periode van 6 uur | |
[ ] | op voorschrift van de arts eens per ..... | |
[ ] | anderszins, namelijk | |
..... | ||
28. | Is er een persoon in het politiebureau of het cellen-complex aangesteld die verantwoordelijk is voor de (medische) zorg voor ingeslotenen? | |
[ ] | ja, ..... (functieomschrijving) | |
[ ] | nee |
29. | Houdt u een register ten behoeve van de zorg voor ingeslotenen bij? | |
[ ] | ja (door naar vraag 30) | |
[ ] | nee (door naar vraag 31) | |
30. | In de registratie van het cellencomplex worden de volgende gegevens opgenomen: | |
[ ] | personalia | |
[ ] | medische gegevens | |
[ ] | tijdstip van [ ] insluiting | |
[ ] | eten | |
[ ] | luchten | |
[ ] | bezoek | |
[ ] | wassen | |
[ ] | bezoek arts | |
[ ] | bezoek advocaat | |
[ ] | andere gegevens, namelijk ..... | |
..... | ||
..... | ||
31. | De volgende gegevens zijn nog van belang om te melden: | |
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... | ||
..... |
Deze regeling is gebaseerd op artikel 9, vijfde, zesde en zevende lid, van het Besluit beheer politiekorps BES dat op zijn beurt is gebaseerd op artikel 14, derde lid, van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De regeling is grotendeels overgenomen van de Regeling politiecellencomplex en de Regeling sterfgevallen en pogingen tot zelfdoding op politiebureaus. Beide ministeriële regelingen gelden alleen in het Europese deel van Nederland.
De verwachting is dat op Bonaire in maart 2011 nieuwe politiecellen in gebruik kunnen worden genomen die op dit moment worden gebouwd. Die cellen voldoen aan de eisen die de Nederlandse en de onderhavige regeling stellen alsook aan de eisen die het Europese Comité inzake de voorkoming van folteringen en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van de Raad van Europa (CPT) stelt. Op Sint Eustatius zijn nieuwe cellen gebouwd. Deze voldoen nog niet aan alle voornoemde eisen. Naar verwachting voldoen deze daaraan echter ook voor de zomer van 2011. In de tussentijd zal ontheffing worden gevraagd overeenkomstig artikel 13.
Het meldingsformulier sterfgevallen en pogingen tot zelfdoding op politiebureaus is als bijlage bij deze regeling gevoegd.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.
De Minister van Justitie,
E.M.H. Hirsch Ballin.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-15879.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.