TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling is gebaseerd het Dienst- en werktijdenbesluit brandweerkorps BES. Dat besluit is het voormalige eilandsbesluit
met de dienst- en werktijdenregeling voor de brandweerdienst van Bonaire dat thans geldt voor het gehele brandweerkorps BES
en dat daartoe is aangepast door het Wijzigingsbesluit Dienst- en werktijdenbesluit brandweerkorps BES. Met dat wijzigingsbesluit
is een groot deel van de gedetailleerde bepalingen uit het voormalige eilandsbesluit gehaald. Een deel van die verwijderde
bepalingen komt als nadere regels terug in de onderhavige regeling. Dit geldt bijvoorbeeld voor bepalingen over wijzing van
het dienstrooster, pauze, het toekennen van rustdagen en extra rustdagen óók in geval van overgang van een wachtdienstrooster
naar een dienstrooster waarbij niet in wachtdienst werkzaam is en andersom, nadere regels voor het opnemen van vakantiedagen
en bijzondere vrijstelling van dienst voor wachtdienstpersoneel en nadere regels voor het toekennen van verschillende toelagen.
Een ander deel van de uit het besluit verwijderde bepalingen is ook in de regeling niet teruggekomen. Het betreft hier bijvoorbeeld
de bepalingen over de indeling van het dienstrooster. In het voormalige Bonairiaanse besluit werd nauwkeurig bepaald op welke
uren door de ambtenaren al dan niet in wachtdienst, dienst werd verricht waarbij de wachtdiensten werden onderverdeeld in
A- en B-diensten. Onder de nieuwe regelgeving wordt dit bepaald in de dienstroosters zelf (zie ook artikel 2, eerste lid,
van het besluit) waarbij de randvoorwaarden in het besluit zijn gelegen. Een van de redenen hiervoor is dat de roosters en
diensten van de drie vestigingen, in verband met afwijkende lokale omstandigheden, sterk zullen verschillen.
Ook de bepalingen over overgang van een functie waarbij in wachtdienst wordt gewerkt naar een functie waarbij dat niet gebeurt,
en andersom, (artikel 10 van het voormalige eilandsbesluit) zijn niet overgenomen. Ook dit heeft te maken met het feit dat
het besluit en de regeling thans voor drie vestigingen van het brandweerkorps gaan gelden, waar men met verschillende dienstroosters
zal werken. De details die in deze bepaling waren neergelegd worden overgelaten aan de verantwoordelijke voor het dienstrooster.
Dit geeft ook de nodige flexibiliteit. Uiteraard dient bij de vaststelling van de dienstroosters het aantal roostervrije dagen
en rustdagen waarop de ambtenaar recht heeft, in acht te worden genomen.
Afgesproken is dat vooralsnog de toelagen worden gehandhaafd zoals de brandweerambtenaren deze ontvingen voordat zij overgingen
van eilandsambtenaren naar ambtenaren in dienst van de staat. Sommige toelagen worden niet op elk eiland toegekend en sommige
verschillen in hoogte per vestiging. De bedragen van de toelagen worden in de bijlage genoemd. Er is gedifferentieerd naar
eiland waarbij sommige eilanden sommige toelagen dus niet kennen. De basis voor deze differentiatie ligt in de artikelen 7,
8 en 9 van het besluit. Er wordt gestreefd naar een uniform toelagestelsel maar vooralsnog worden de verschillen dus gehandhaafd.
Artikelsgewijs
Artikel 6 en artikel 7
Aan de ambtenaar die niet in wachtdienst werkzaam is, worden rustdagen toegekend op feestdagen. De ambtenaar in wachtdienst
krijgt een aantal extra rustdagen dat gelijk is aan het aantal rustdagen dat aan de ambtenaar die niet in wachtdienst werkzaam
is, is toegekend op feestdagen. Een werkdag voor een ambtenaar die niet in wachtdienst werkzaam is, telt in principe acht
uur. Omdat de ambtenaar in wachtdienst uren diensturen draait die, op grond van artikel 1 van het besluit, verschillend worden
gewaardeerd, wordt hier vastgelegd dat een extra rustdag gelijk is aan acht gewogen diensturen. Het begrip arbeidsuren wordt in artikel 1 van het besluit gedefinieerd als: het totaal van de gewogen werk-,
wacht- en beschikbaarheidsuren.
In het tweede lid van artikel 6 en in artikel 7 wordt aangegeven hoe het aantal (extra) rustdagen dient te worden vastgesteld
indien men overgaat naar een andere functie waarbij men niet langer of juist vanaf dan in wachtdienst werkzaam zal zijn of
indien in de berekening (anderszins) niet van een geheel jaar uit kan worden gegaan.
Artikel 8
Op grond van artikel 7 van het besluit kan de ambtenaar op wie de verplichting rust buiten de voor hem geldende diensturen
ter beschikking te zijn ten behoeve van het brandweerkorps, aanspraak maken op een paraatheidstoelage. In onderhavig artikel
wordt bepaald dat als hoofdregel de toelage in uren wordt toegekend maar dat deze in geld wordt toegekend indien vanwege het
dienstbelang toekenning in vrije tijd niet mogelijk is. De hoogte van de toelage is vastgelegd in de bijlage. Elk van de eilanden
kende de toelage al (op Saba en Sint Eustatius werd deze beschikbaarheidstoelage genoemd) maar de hoogtes zijn verschillend.
Indien tijdens de paraatheidsdienst daadwerkelijk werkzaamheden moeten worden verricht dan worden de verrichte werkuren als
overwerk vergoed. In het zevende lid worden omstandigheden genoemd waarin de ambtenaar gedurende een bepaalde tijd geen aanspraak
kan maken op een paraatheidstoelage.
Artikel 9
In dit artikel gaat het over paraatheid in buitengewone omstandigheden. In dat geval kan de lokaal commandant aan ambtenaren
opdragen om zich thuis of in een dienstgebouw of een andere aangewezen plek ter beschikking van het korps te houden. Hiervoor
ontvangt men een dubbele paraatheidsvergoeding.
Artikel 10
Op Saba heeft geen van de brandweerambtenaren een continudiensttoelage. Op Bonaire en Sint Eustatius wel maar de bedragen
verschillen. Ook wordt op Sint Eustatius geen onderscheid gemaakt naar vol- dan wel halfcontinudienst voor wat betreft de
hoogte van toelage.
Artikel 11
De meerurentoelage werd en wordt momenteel alleen toegekend aan brandweerambtenaren op Bonaire.
Artikel 12 en 13
Vanwege de verschillende diensten die brandweerambtenaren die in wachtdienst werkzaam zijn, draaien, waarbij uren verschillend
worden gewaardeerd, zijn er nadere regels nodig met betrekking tot het verlenen van verlof. Vooropgesteld wordt in artikel 12
dat het aantal vakantieuren waarop de brandweerambtenaar recht heeft, gelijk is aan het aantal vakantieuren waarop hij ingevolge
het Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES recht heeft in arbeidsuren; dat is een som van gewogen werk-,
wacht- en beschikbaarheidsuren. Indien de ambtenaar recht heeft op 200 uren vakantie dan heeft hij recht op 200 gewogen uren
vakantie. Ook wordt in artikel 13 bepaald hoeveel bijzonder verlof de ambtenaren in wachtdienst kunnen opnemen bij bepaalde
persoonlijke gelegenheden. Ook daar wordt gekeken naar de gewogen uren. Waar een ambtenaar die niet in wachtdienst werkzaam
is, een dag verlof krijgt, krijgt de ambtenaar in wachtdienst 8 arbeidsuren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.