Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende bepalingen inzake het verstrekken van subsidie aan de stichting Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol (Regeling subsidie KDC 2010–2012)

28 januari 2010

Nr. CEND/HDJZ-2010/61 sector LUV

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. minister:

    de Minister van Verkeer en Waterstaat;

    b. KDC:

    de stichting Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol;

    c. plan van aanpak:

    plan van aanpak beheer KDC voor het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Het plan van aanpak wordt aangemerkt als activiteitenplan als bedoeld in artikel 4:62 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag per boekjaar subsidie verstrekken aan KDC voor het efficiënte beheer en de administratieve ondersteuning van het uitvoeren van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s en projecten in het kader van de uitvoering van de Luchtvaartnota.

Artikel 3

De artikelen 4:61 tot en met 4:63, 4:65, 4:66, 4:68 en 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing.

Artikel 4

  • 1. Een subsidie als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor het boekjaar 2010 ten hoogste € 200.000 verminderd met de subsidie die voor de boekjaren 2009 en 2008 als subsidie op grond van de Subsidieregeling KDC is verstrekt.

  • 2. Een subsidie als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor de boekjaren 2011 respectievelijk 2012 jaarlijks ten hoogste € 200.000 verminderd met de subsidie die in de twee aan 2011 respectievelijk 2012 voorafgaande boekjaren als subsidie op grond van de Subsidieregeling KDC onderscheidenlijk de onderhavige regeling is verstrekt.

Artikel 5

  • 1. KDC richt de subsidieaanvraag aan de minister, ter attentie van de Directeur-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend vóór 31 maart van het boekjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. De aanvraag bevat het bedrag van de gevraagde subsidie.

Artikel 6

Als subsidiabele kosten worden aangemerkt de kosten die KDC maakt ten behoeve van het efficiënte beheer en de administratieve ondersteuning van KDC.

Artikel 7

De minister kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien:

  • a. het plan van aanpak naar het oordeel van de minister niet in overeenstemming is met de artikelen 2 of 6, of

  • b. door KDC vermogen is gevormd met de op basis van de subsidieregeling KDC of de onderhavige regeling verleende subsidie.

Artikel 8

De minister beslist binnen dertien weken na ontvangst van de subsidieaanvraag over de subsidieverlening.

Artikel 9

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de datum waarop de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. In de beschikking tot subsidieverlening wordt tevens de datum vermeld waarop de subsidie uiterlijk ambtshalve wordt vastgesteld.

Artikel 10

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a. er op de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het desbetreffende jaar voldoende gelden ter beschikking worden gesteld, en

  • b. voor het resterende gedeelte van de begrote kosten van KDC jaarlijks door derden voldoende gelden worden verstrekt.

Artikel 11

Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a. zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden zal worden voldaan, meldt KDC dit onverwijld schriftelijk bij de minister, ter attentie van de Directeur-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken, Postbus 20904, 2500 EX Den Haag, en

  • b. KDC toont desgevraagd, onder overlegging van in de beschikking tot subsidieverlening nader aan te geven bescheiden, aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat voldaan is aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 12

Tegelijkertijd met de beschikking tot subsidieverlening wordt een beschikking tot bevoorschotting gegeven ter hoogte van 100% van de verleende subsidie.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2013.

  • 3. Deze regeling blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van subsidies, op basis van deze regeling verleend, die voor de vervaldatum zijn verleend en op eventuele bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die subsidies.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie KDC 2010–2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

TOELICHTING

Algemeen

De stichting Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol (KDC) is opgericht door de Luchthaven Schiphol (AAS), de luchtvaartmaatschappij KLM en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Doel van deze stichting is het verlenen van ondersteuning aan de mainportontwikkeling van Schiphol door middel van het initiëren, coördineren en uitvoeren van implementatiegericht onderzoek op verzoek van opdrachtgevers. KDC doet onderzoek naar innovaties in het luchtzijdig gebruik van de mainport Schiphol en effectieve begeleiding op de luchthaven. Dit betreft zowel innovaties om te komen tot stillere vliegroutes met de daarbij behorende procedures en veiligheidstoets, als innovaties waarmee de economische meerwaarde van de luchthaven kan worden versterkt. Experts en faciliteiten benodigd voor het uitvoeren van KDC-projecten leent KDC van de sectorpartners of huurt het van niet-sectorpartners.

De inrichting en het beheer van KDC zijn erop gericht ondersteuning te bieden bij het verwezenlijken van het doel van de stichting. In het plan van aanpak beheer KDC worden de werkzaamheden vermeld die benodigd zijn om te komen tot een efficiënte uitvoering van KDC-onderzoek. Hieronder valt onder andere het beheer van het door alle betrokkenen gebruikte documentatienetwerk, de projectadministratie, beheer van de kenniskaarten en onderhoud aan de website (bedrijfsvoering).

Grondslag

De Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat geeft de grondslag om bij ministeriële regeling subsidies te verstrekken voor activiteiten die passen binnen het verkeer- en vervoersbeleid en het luchtvaart- en luchtverkeersbeleid. Voor de jaren 2007 tot en met 2009 gold de Subsidieregeling KDC. De Subsidieregeling KDC is conform artikel 12, tweede lid, van die regeling met ingang van 1 januari 2010 vervallen. Via het bepaalde in artikel 12, derde lid, van de Subsidieregeling KDC blijft die regeling overigens ook na 1 januari 2010 van toepassing op de afwikkeling van de subsidies welke op basis daarvan zijn verstrekt.

De Luchtvaartnota en de Kennis- en Innovatieagenda Luchtvaart hebben beide de relevantie van gezamenlijke innovatie van het luchtverkeersleidingsysteem herbevestigd ten behoeve van een concurrerende en duurzame luchtvaart. Voor de uitrol van het toekomstige ATM-systeem SESAR (Single European Sky ATM Research) en de uitvoering van afspraken zoals opgesteld aan de zogenaamde Alderstafel is samenwerking in de luchtvaart van groot belang. Het bestaan van een goed functionerend KDC draagt bij aan versterking van de Nederlandse economie. Het wordt daarom wenselijk en nodig geacht om ook voor de jaren 2010 tot en met 2012 een subsidie te verstrekken aan KDC. Iedere drie jaar wordt verlenging van deze subsidie heroverwogen. Mede gelet op het grote aantal wijzigingen ten opzichte van de Subsidieregeling KDC is ervoor gekozen de onderhavige nieuwe regeling op te stellen.

De onderhavige regeling voorziet in de grondslag voor subsidieverlening voor de jaren 2010–2012. Deze regeling is qua opzet vergelijkbaar met de Subsidieregeling KDC.

De regeling is vormgegeven met inachtneming van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking welke op 1 januari 2010 in werking zijn getreden en vanaf die datum van toepassing zijn op nieuwe subsidieregelingen en -beschikkingen. Gekozen is voor de systematiek van een aanvraag om subsidie, die gevolgd wordt door een subsidieverlening, waarbij in de verleningsbeschikking de datum wordt opgenomen waarop de verlening uiterlijk ambtshalve zal worden vastgesteld. Er hoeft dus geen aparte aanvraag tot subsidievaststelling meer te worden gedaan. Dit draagt bij aan de vermindering van de aan de subsidie verbonden lasten en verplichtingen. Ook op andere punten in de onderhavige regeling is aangesloten bij de hierboven aangehaalde Aanwijzingen voor subsidieverstrekking.

Administratieve lasten

De administratieve lasten voor KDC ten gevolge van deze subsidieregeling betreffen uitsluitend de kosten die worden gemaakt met het aanvragen van een subsidie. Hieronder vallen tevens de kosten die zijn gemoeid met het opstellen van een plan van aanpak, alsmede met het onderhouden daarvan. Daar KDC reeds de nodige ervaring heeft opgedaan met het opstellen van de aanvraag is het aantal hiervoor benodigde uren lager dan onder de voorgaande regeling.

De daadwerkelijke lasten bedragen 65 uur à raison van een gemiddeld uurloon van 107,75 euro wat leidt tot een totaal bedrag van 7004 euro. Dit zijn de lasten voor de periode 2010–2012, dus voor de gehele periode van drie jaar. De administratieve lasten zijn hiermee 3,5% van het totale subsidiebedrag.

Deze regeling is ter toetsing aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Het college heeft besloten de regeling niet voor advies te selecteren.

Artikelsgewijs

Artikel 3

Artikel 3 verklaart een aantal artikelen van afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van overeenkomstige toepassing. Het betreft hier bepalingen die inhoudelijk niet strijdig zijn met de reeds eerder aangehaalde Aanwijzingen voor subsidieverstrekking en waarvan het op praktische of beleidsmatige gronden wenselijk wordt geacht dat deze worden voorgeschreven. Zo zal de aanvraag vergezeld dienen te gaan van een begroting en een activiteitenplan om een goed beeld te kunnen krijgen waar de aangevraagde subsidie aan besteed zal worden. Daarnaast dient bijvoorbeeld zeker gesteld te worden dat het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar.

Afdeling 4.2.8 Awb betreft bepalingen inzake per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen. De artikelen die van toepassing worden verklaard gaan over de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening (4:61 tot en met 4:63 en 4:65), de subsidieverlening (4:66) en de verplichtingen van de subsidieontvanger (4:68 en 4:72).

Artikel 5

Wellicht ten overvloede wordt nog opgemerkt dat KDC bij de aanvraag tot subsidieverlening ook het plan van aanpak voor het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd dient bij te voegen.

Artikel 7

Artikel 7 bevat de mogelijkheid voor de minister om de subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de activiteiten die in het plan van aanpak worden omschreven niet, of niet geheel, vallen onder de omschrijving van de te subsidiëren activiteiten als opgenomen in deze regeling. Mocht sprake zijn van een gehele of gedeeltelijke weigering dan zal dit uiteraard deugdelijk dienen te worden onderbouwd.

Artikel 11

Deze aan de subsidie verbonden verplichtingen vloeien voort uit de reeds eerder aangehaalde Aanwijzingen voor subsidieverstrekking. Met deze bepalingen wordt een effectief toezicht op de uitvoering van de subsidie bewerkstelligd waarbij de lasten voor KDC zo laag mogelijk worden gehouden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven