Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2010, 15755 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2010, 15755 | Besluiten van algemene strekking |
Het College voor Examens,
Gelet op artikel 2, derde lid, aanhef en onderdeel a, en vierde lid onderdeel a, van de Wet College voor examens; en het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000, artikel 13.
Besluit:
Het examenreglement staatsexamens vwo-havo-vmbo, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a van de Wet College voor examens en afdeling 1, artikel 13 eerste en derde lid, van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000, wordt vastgesteld voor het jaar 2011 als opgenomen in bijlage 1A en voor het staatsexamen vwo oude profielstructuur volgens bijlage 1B bij deze regeling.
Het programma van toetsing en afsluiting staatsexamens vwo-havo-vmbo, bedoeld in artikel 2, vierde lid, onderdeel a van de Wet College voor examens en afdeling 1, artikel 13 tweede en derde lid, van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000, wordt vastgesteld voor het jaar 2011 voor de vakken en onderdelen van het eindexamen als vermeld in bijlage 2 bij deze regeling, en maken na bekendmaking deel uit van deze regeling.
Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2010 ten behoeve van de staatsexamens vwo-havo-vmbo in 2011 en vervalt per 31 december 2011.
Deze Regeling betreft de vaststelling van het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting (PTA) voor de staatsexamens vwo-havo-vmbo 2011.
Bij wet van 29 januari 2009 is het College voor examens ingesteld, dat onder meer als taak heeft de staatsexamens vwo-havo-vmbo af te nemen.
Volgens artikel 2, derde lid, aanhef en onderdeel a, en vierde lid onderdeel a, van de Wet College voor examens, stelt het College voor examens een examenreglement en programma van toetsing en afsluiting vast. Het in de bijlage 1 bij deze regeling opgenomen examenreglement staatsexamens vwo-havo-vmbo 2011 en het programma van toetsing en afsluiting als vermeld in bijlage 2 bij deze regeling, streken, onverminderd de Wet College voor examens en het Besluit staatsexamens, vwo-havo-mavo 2000, tot uitvoering van deze bepaling.
Voor de staatsexamens voortgezet onderwijs 2011 is het examenreglement opgenomen in bijlage 1A bij deze regeling. Daarbij is voor het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) met betrekking tot het eindexamen volgens de oude profielen een specifiek examenreglement opgenomen in bijlage 1B.
Het programma van toetsing en afsluiting is uitgewerkt per vak voor elke schoolsoort (vwo, havo, vmbo). Tevens is er voor de onderdelen van het staatsexamen, niet zijnde vakken, per onderdeel in een deel PTA voorzien. De (deel) PTA’s voor de vakken en onderdelen van het staatsexamens vwo-havo-vmbo 2011, zoals vermeld in bijlage 2 bij deze regeling, worden bekend gemaakt op de website www.duo.nl (→ib-groep→examens).
Het College voor examens,
namens deze:
de voorzitter,
H.W. Laan.
Volgens artikel 2 lid 3a van de Wet College voor examens stelt het College voor examens bij regeling het examenreglement vast. Het navolgende strekt tot uitvoering hiervan.
Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder:
onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
het staatsexamen ter verkrijging van een diploma vwo, havo, of vmbo.
het examen in één of meer van de voor het staatsexamen voorgeschreven vakken.
het centraal examen bedoeld in art. 4 lid 1 van het Besluit Staatsexamens.
het college-examen bedoeld in art. 4 lid 1 van het Besluit Staatsexamens.
het centraal examen of het college-examen.
het College genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor examens.
Dienst Uitvoering Onderwijs, onderdeel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
commissie namens het College voor examens belast met het organiseren en afnemen van staatsexamens Voortgezet Onderwijs.
De medewerkers bij het staatsexamen worden benoemd overeenkomstig artikel 2 lid 3c van de Wet College voor examens.
1. Het staatsexamen in een vak bestaat uit een centraal examen en/of een college-examen. Het centraal examen is identiek aan het centraal examen voor de dagscholen en de dag/avondscholen.
Het college-examen bestaat uit:
a. een schriftelijke toets en een mondeling examen, of
b. een schriftelijke toets, of
c. een mondeling examen, of
d. een praktisch examen.
2. Het staatsexamen wordt afgenomen overeenkomstig het desbetreffende examenprogramma, vastgesteld op grond van artikel 7 van het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo.
3. Ten aanzien van het college-examen geldt dat:
a. keuzen die ingevolge het in het tweede lid bedoelde examenprogramma moeten of kunnen worden gemaakt door de school, worden gemaakt door het College voor examens, en
b. het College voor examens kan afwijken van de voorschriften met betrekking tot het schoolexamen die om praktische redenen in het college-examen niet uitvoerbaar zijn, met dien verstande dat het college-examen zoveel mogelijk gelijkwaardig blijft aan het schoolexamen.
4. Het College voor examens stelt jaarlijks voor elk vak op grond van de wet College voor examens artikel 4a een programma van toetsing en afsluiting vast in de vorm van vakinformatie.
5. Deze vakinformatie bevat, naast de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen voor het centraal examen, regels omtrent alle onderdelen van het college-examen.
De artikelen 11, 12, 13 en 22 van het Eindexamenbesluit v.w.o. -h.a.v.o. -m.a.v.o. -v.b.o. hebben betrekking op de vakken voor het behalen van het diploma vwo, havo en/of vmbo.
Zie de bijlagen 1, 2 en 3.
1. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit door het College voor examens in de vakinformatie is vastgelegd.
Werkstukken, boekenlijsten, artikelen, songteksten/gedichten (zie de vakinformatie) dienen vóór 1 mei van het betreffende examenjaar in tweevoud opgestuurd te worden naar DUO, afdeling staatsexamens vwo-havo-vmbo, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
Van het tijdig ingezonden materiaal ontvangt de kandidaat een ontvangstbevestiging.
Een uitzondering vormen de werkstukken voor tekenen en handvaardigheid: deze dienen te worden meegebracht naar het college-examen.
2. De examinatoren moeten voor aanvang van het mondeling examen het ingezonden materiaal kunnen inzien.
Wanneer het op te sturen materiaal niet tijdig bij DUO, afdeling staatsexamensis ontvangen, wordt de kandidaat voor het betreffende vak niet opgeroepen voor het college-examen of wordt de reeds verstuurde oproep ingetrokken.
1. Een kandidaat wordt alleen toegelaten tot het examen indien hij de examenoproep en een geldig legitimatiebewijs voorzien van een recente pasfoto kan tonen.
2. Bij het schriftelijk examen of een schriftelijke toets dient de kandidaat 30 minuten voor aanvang van het examen in de examenzaal aanwezig te zijn.
3. Een kandidaat wordt niet toegelaten tot het schriftelijk examen of de schriftelijke toets indien hij zich meer dan 30 minuten na aanvangstijd van het examen meldt bij de plaatselijk voorzitter.
4. Bij alle vakken van vwo en havo, met uitzondering van het profielwerkstuk, en bij alle talen bij het vmbo wordt de kandidaat 20 minuten voor aanvang van het mondeling examen verwacht in het voorbereidingslokaal om zich op het examen voor te bereiden. Deze voorbereiding is een verplicht onderdeel van het examen. De precieze aard van deze voorbereiding kunt u voor ieder vak vinden in de vakinformatie.
Indien een kandidaat zich te laat voor de voorbereiding meldt, wordt de tijd die de kandidaat te laat is, niet gecompenseerd.
5. Als de kandidaat zich minder dan 5 minuten te laat bij de examinatoren meldt voor de afname van het mondeling examen, wordt het examen volgens rooster afgenomen. De tijd die de kandidaat te laat is, wordt niet gecompenseerd. Bij de beoordeling wordt geen rekening gehouden met het feit dat de kandidaat door te laat te komen zich niet heeft kunnen voorbereiden.
Het mondeling examen komt te vervallen als de kandidaat zich 5 minuten of meer te laat bij de examinatoren meldt voor de afname.
6. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van het College voor examens,
a. in het eerste tijdvak verhinderd is bij één of meer schriftelijke toetsen of examens, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het tweede tijdvak zo veel mogelijk gemiste toetsen en examens alsnog af te leggen;
b. niet in staat is al zijn schriftelijke toetsen en examens in het eerste en tweede tijdvak af te leggen, krijgt hij uitstel naar het derde en zo nodig vierde tijdvak, maar voor niet meer vakken dan nodig zijn voor een profiel (vwo en havo) of een sector (vmbo), met dien verstande dat een kandidaat die examen doet in meerdere schoolsoorten, slechts voor één schoolsoort uitstel naar het derde en zo nodig vierde tijdvak kan krijgen.
7. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van het College voor examens, afwezig is bij een of meer mondelinge en/of praktische toetsen in de periode juni/juli, wordt geprobeerd de gemiste toetsen alsnog in dezelfde periode in te roosteren. Is dat niet mogelijk, dan krijgt de kandidaat uitstel naar het derde en zo nodig vierde tijdvak, met dezelfde beperkende voorwaarden als in lid 6b.
8. Mondelinge, praktische of schriftelijke examens of toetsen waarbij de kandidaat in het vierde tijdvak afwezig is, komen te vervallen.
1. Bij aanvang van het college-examen in een vak waarvoor een werkstuk ofboekenlijst vereist is, bepalen de examinatoren of de betreffende documenten in redelijke mate voldoen aan de gestelde eisen; is dit niet het geval, dan wordt voor het betreffende onderdeel van het college-examen het cijfer 1 toegekend.
2. Inhoudelijke toetsing van een werkstuk of boekenlijst gebeurt tijdens de afname van het mondeling of het praktisch gedeelte van het college-examen. Tijdens de afname worden vragen over het werkstuk gesteld. In de vakinformatie is per vak aangegeven welke invloed de beoordeling van het werkstuk, de bijbehorende presentatie en de beantwoording van daarover gestelde vragen heeft bij de bepaling van het cijfer voor het college-examen.
3. In de vakinformatie is per vak aangegeven waarop de kandidaat tijdens het college-examen wordt beoordeeld en is de weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen vastgelegd.
Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn voor het betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op ten minste één vak dat bij de uitslagbepaling is betrokken. Dit vak dient een studielast te hebben van minimaal 320 uur voor havo en minimaal 400 uur voor vwo.
Het sectorwerkstuk dient te gaan over een maatschappelijk relevant onderwerp dat past bij de beroepswereld van de betreffende sector.
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan het College voor examens maatregelen nemen. De kandidaat krijgt daarvan schriftelijk bericht.
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar kunnen worden genomen, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het college-examen of het centraal examen;
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het college-examen of het centraal examen van het betreffende vak;
c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het college-examen of het centraal examen;
d. minder vergaande maatregelen dan die, bedoeld onder a tot en met c.
3. Indien de ontzegging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, betrekking heeft op een kandidaat die in meer dan één vak examen aflegt, kan de ontzegging betrekking hebben op de toetsen van alle vakken.
4. Indien de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het College voor examens de kandidaat het betreffende diploma of het certificaat en de cijferlijst onthouden, of kan het College voor examens bepalen dat aan de betrokken kandidaat dat diploma of certificaat, en die cijferlijst, slechts kunnen worden uitgereikt nadat opnieuw examen is afgelegd in de door het College aan te wijzen onderdelen en op de door het College te bepalen wijze.
5. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
6. De kandidaat kan tegen een besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, bezwaar maken bij het College voor examens. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt op de voorgeschreven wijze. Het College voor examens beslist binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift, tenzij het college deze termijn heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Het College voor examens stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. Het College voor examens deelt zijn beslissing op het bezwaar mee aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat die minderjarig is en aan de inspectie.
7. De kandidaat die zonder een door het College voor examens aanvaarde reden afwezig is bij enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen in een vak, is uitgesloten van verdere deelname aan het centraal examen en het college-examen in dit vak. Een eventueel al afgelegd centraal examen en/of al afgelegde onderdelen van het college-examen in dit vak wordt/worden ongeldig verklaard.
1. Klachten kunnen ingediend worden door een email te sturen naar klachten@ocwduo.nl of een brief te sturen naar Antwoordnummer 392, 9700 LK Groningen. Vermeld daarbij altijd uw naam- en adresgegevens en het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent.
2. Tegen een besluit waar u het niet mee eens bent, kunt u bezwaar indienen. Een bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend bij OCW/DUO, Examendiensten, afdeling staatsexamens VO, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
1. De uitslag wordt door de voorzitter en de secretaris vastgesteld op grond van (voor zover van toepassing):
• één of meer door de staatsexamencommissie uitgereikte cijferlijsten;
• één of meer door het College voor examens uitgereikte cijferlijsten;
• één (!) cijferlijst van een school voor voortgezet onderwijs;
• één of meer cijferlijsten van instellingen voor educatie en beroepsonderwijs;
• één of meer door de staatsexamencommissie uitgereikte bewijzen van ontheffing;
• één of meer door het College voor examens uitgereikte bewijzen van ontheffing.
Vakken met een onvoldoende eindcijfer mogen bij de uitslag worden betrokken. De uitslagregeling geldt ook als de examens voor bepaalde vakken in verschillende jaren zijn afgenomen.
2. De hierboven bedoelde cijferlijsten en bewijzen van ontheffing worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het kalenderjaar van het verrichten van de onderwijs- of examenprestatie waarop de cijferlijst of de ontheffing berust, nog geen 10 jaren zijn verstreken.
3. Niet alle op de door de kandidaat ingeleverde documenten vermelde vakken hoeven bij de uitslagbepaling te worden betrokken.
4. De uitslag luidt ‘geslaagd’ of ‘afgewezen’.
1. De kandidaat die staatsexamen vmbo in de theoretische leerweg heeft afgelegd, is geslaagd indien hij:
a. voor zover van toepassing voor het sectorwerkstuk de beoordeling ‘goed’ of ‘voldoende’ heeft behaald,
en
b.
1. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of
2. voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarbij ten minste één 7 of hoger, of
3. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarbij ten minste één 7 of hoger.
2. De kandidaat die staatsexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd indien hij
a.
1. voor alle vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, of
2. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, of
3. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, of
4. voor twee van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt
en
b. voor geen van de onderdelen genoemd in het derde lid een eindcijfer lager dan 4 heeft behaald.
3. Bij de uitslagbepaling volgens het tweede lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van tenminste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd het combinatiecijfer, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald:
– voor havo: maatschappijleer en het profielwerkstuk,
– voor vwo: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk.
Daaraan kan via inwisseling worden toegevoegd:
a. literatuur,
b. klassieke culturele vorming,
c. algemene natuurwetenschappen in het havo,
d. godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.
4. Het College voor examens bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het derde lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende delen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt deze uitkomst indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
1. De vmbo-kandidaat die voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘niet afgerond’ heeft gekregen maar bij een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’ in hetzelfde examenjaar in aanmerking komt voor een diploma vmbo, krijgt in het derde of vierde tijdvak één keer de gelegenheid opnieuw een sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt niet het recht van de kandidaat op herkansing voor een college-examen in een bepaald vak.
2. Een kandidaat die een staatsexamen heeft afgelegd en daarvoor niet geslaagd is, mag een herkansing afleggen bestaande uit één college-examen en/of één centraal examen, niet noodzakelijkerwijs van hetzelfde vak, mits hij daardoor alsnog kan slagen. Een herkansing mag alleen worden afgelegd in vakken waarin in het lopende examenjaar staatsexamen is afgelegd.
Bij de uitreiking van de cijferlijst na vaststelling van de uitslag wordt aan de kandidaat die daarvoor in aanmerking komt, een herkansingsformulier uitgereikt. De kandidaat kan, binnen de daarvoor gestelde termijn, aangeven of hij aan de herkansing wenst deel te nemen en voor welk(e) vak(ken). De gestelde termijn staat vermeld op het herkansingsformulier.
3. Herkansingen worden afgenomen in het derdetijdvak of, zo nodig, in het vierde tijdvak. Het College voor examens kan besluiten het centraal examen of een schriftelijk onderdeel van het college-examen bij de herkansing mondeling te laten afnemen.
4. Bij vakken waarbij het college-examen uit een schriftelijk en een mondeling onderdeel bestaat, kan een kandidaat het College voor examens toestemming vragen bij de herkansing slechts één van beide onderdelen te doen. Het College voor examens neemt op dit verzoek een gemotiveerde beslissing. Als een onderdeel van het college-examen niet opnieuw wordt geëxamineerd, geldt voor dat onderdeel het resultaat dat eerder in het lopende examenjaar is behaald.
5. Voordat de berekening van het eindcijfer plaatsvindt, wordt het cijfer van de herkansing voor het afgelegde centraal examen dan wel college-examen bepaald. Als het cijfer van de herkansing hoger uitvalt, dan wordt er met dat resultaat gerekend. Is het cijfer van de herkansing niet hoger dan wordt met het eerdere resultaat gerekend.
6. Herkansing voor deelstaatsexamens is niet mogelijk.
1. Aan een voor een staatsexamen vwo, havo of vmbo geslaagde kandidaat wordt een diploma uitgereikt. Op het diploma wordt het behaalde profiel / worden de behaalde profielen (vwo en havo) vermeld en bij het vmbo de behaalde sector / sectoren en de leerweg.
Bij het diploma wordt voor vwo en havo per behaald profiel een cijferlijst uitgereikt; bij het diploma vmbo wordt één cijferlijst uitgereikt waarop de leerweg en alle behaalde sectoren staan beschreven.
Op een cijferlijst wordt/worden vermeld, voorzover van toepassing:
– het profiel waarin het examen is afgelegd (voor vwo en havo);
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de vakken waarvoor een ontheffing is verleend, voor zover zij bij de uitslag zijn betrokken;
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het combinatiecijfer (vwo en havo)
– de samenstellende onderdelen van het combinatiecijfer en de daarvoor behaalde cijfers;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling daarvan;
– de uitslag ‘geslaagd’.
Vakken waarin de kandidaat wel examen heeft gedaan maar die niet bij de uitslag zijn betrokken, kunnen op verzoek van de kandidaat weggelaten worden op de cijferlijst.
2. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een staatsexamen vwo, havo of vmbo en daarvoor, ook na een eventuele herkansing, niet is geslaagd, wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop vermeld, voorzover van toepassing:
– het profiel waarvoor het examen is afgelegd (voor vwo en havo);
– de sector/sectoren en de leerweg (vmbo);
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het combinatiecijfer (vwo en havo)
– de samenstellende onderdelen van het combinatiecijfer en de daarvoor behaalde cijfers;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling daarvan;
– de uitslag ‘afgewezen’.
3. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een deelstaatsexamen vwo, havo of vmbo, wordt een cijferlijst deelstaatsexamen uitgereikt met, zover van toepassing, daarop vermeld:
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de leerweg (vmbo);
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft, dan wel het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk en de beoordeling daarvan.
Aan een kandidaat die een staatsexamen heeft gedaan en is afgewezen en aan een kandidaat die deelstaatsexamen heeft gedaan, wordt per schoolsoort één certificaat uitgereikt voor, voorzover van toepassing,
a. het vak of de vakken waarvoor hij een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,
b. voor het vwo en het havo het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk indien hij hiervoor het eindcijfer 6 of meer heeft behaald , en
c. voor het vmbo het thema van het sectorwerkstuk, indien dit beoordeeld is met «goed» of «voldoende»,
met dien verstande dat indien een examen in een vak dat op een certificaat voorkomt uit meerdere onderdelen bestaat, alle onderdelen in hetzelfde jaar dienen te zijn afgelegd.
1. Op basis van een diploma of getuigschrift, niet zijnde een diploma of certificaat vwo, havo, vmbo en mavo kan een kandidaat een verzoek om ontheffing voor één of meer vakken indienen.
2. Een verzoek om ontheffing voor één of meer vakken zoals bedoeld in lid 1, dient voor 1 januari van het kalenderjaar waarin men examen wil afleggen, te worden ingediend. Als het College voor examens positief beslist, wordt aan de kandidaat een ‘Bewijs van ontheffing’ uitgereikt.
3. Vrijstelling van rechtswege op basis van certificaten en cijferlijsten vwo, havo, vmbo en mavo is geregeld in de vrijstellings- en overgangsregeling aanpassing profielen vwo-havo 2007.
4. Een kandidaat die in het bezit is van een havo-diploma, heeft op grond daarvan ontheffing voor de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel van het vwo: maatschappijleer en algemene natuurwetenschappen
Het schriftelijk examenwerk en de protocollen van de mondelinge examens worden gedurende ten minste zes maanden na afloop van het examen bewaard. Een kandidaat kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij het College voor examens
1. Medewerkers aangesteld door het ministerie van OCW of benoemd door het College voor examens zijn nimmer aansprakelijk voor schade en/of letsel van de kandidaat en derden veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.
2. De kandidaat vrijwaart de in lid 1 bedoelde medewerkers tegen aanspraken van derden ter zake van schade en/of letsel veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, namens het College voor examens, de manager staatsexamens VO.
Het vwo kent vier profielen:
• Cultuur en maatschappij
• Economie en maatschappij
• Natuur en gezondheid
• Natuur en techniek
Elke kandidaat die een diploma wil behalen, moet één of meer van deze profielen kiezen.
Elke examenkandidaat dient een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren voor het verwerven van een diploma.
Examenvakken (met studielasturen):
Het gemeenschappelijk deel vwo van elk profiel bestaat uit:
• | Nederlandse taal en literatuur | 480 |
• | Engelse taal en literatuur | 400 |
• | (atheneum) Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur of Friese taal en cultuur | 480 |
• | (gymnasium) Latijnse taal en literatuur of Griekse taal en literatuur1 | 600 |
• | algemene natuurwetenschappen | 120 |
• | maatschappijleer. | 120 |
• | wiskunde B | 600 |
• | natuurkunde | 480 |
• | scheikunde | 440 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken: | |
– natuur, leven en technologie | 440 | |
– informatica | 440 | |
– biologie | 480 | |
– wiskunde D | 440 |
• | wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B) | 520 |
• | scheikunde | 440 |
• | biologie | 480 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken: | |
– natuur, leven en technologie | 440 | |
– aardrijkskunde | 440 | |
– natuurkunde | 480 |
• | economie | 480 |
• | wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B) | 520 |
• | geschiedenis | 440 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken: | |
– management en organisatie | 440 | |
– aardrijkskunde | 440 | |
– maatschappijwetenschappen | 440 | |
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur | 480 |
• | wiskunde C (mag vervangen worden door wiskunde A of wiskunde B) | 480 |
• | geschiedenis | 480 |
• | één van de volgende culturele profielkeuzevakken: | |
– kunst (beeldende vormgeving), kunst (muziek), kunst (drama), kunst (dans), muziek, tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving | 480 | |
– filosofie | 480 | |
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur | 480 | |
– Latijnse taal en literatuur of Griekse taal en literatuur2 | 600 | |
• | één van de volgende maatschappelijke profielkeuzevakken: | |
– aardrijkskunde | 440 | |
– maatschappijwetenschappen | 440 | |
– economie. | 480 |
Een kandidaat kan kiezen uit:
• | de vakken die zijn vermeld bij de profieldelen met een minimale studielast van 440 uur en die nog niet als examenvak zijn opgenomen in het gekozen profiel, waarbij | |
– van de vakken wiskunde A, wiskunde B en wiskunde C slechts één deel kan uitmaken van het profiel en dat wiskunde D uitsluitend kan worden gekozen indien ook wiskunde B deel uitmaakt van het profiel; | ||
– kunst (beeldende vormgeving) niet gekozen kan worden in combinatie met tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving en kunst (muziek) niet gekozen kan worden in combinatie met muziek; | ||
– van de vakken tekenen, handvaardigheid en textiele vormgeving er slechts één deel kan uitmaken van het profiel; | ||
• | Spaanse taal en literatuur (elementair) | 480 |
Russische taal en literatuur (elementair) | 480 | |
Italiaanse taal en literatuur (elementair) | 480 | |
Arabische taal en literatuur (elementair) | 480 | |
Turkse taal en literatuur (elementair) | 480 | |
voorzover de betreffende taal geen deel uitmaakt van het profiel. | ||
• | kunst (algemeen) | 200 |
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
Het havo kent vier profielen:
• Cultuur en maatschappij
• Economie en maatschappij
• Natuur en gezondheid
• Natuur en techniek
Elke kandidaat die een diploma wil behalen, moet één of meer van deze profielen kiezen.
Elke examenkandidaat dient een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren voor het verwerven van een diploma.
Examenvakken (met studielasturen):
Het gemeenschappelijk deel havo van elk profiel bestaat uit:
• | Nederlandse taal en literatuur | 400 |
• | Engelse taal en literatuur | 360 |
• | maatschappijleer | 120 |
• | wiskunde B | 360 |
• | natuurkunde | 400 |
• | scheikunde | 320 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken: | |
– natuur, leven en technologie | 320 | |
– informatica | 320 | |
– biologie | 400 | |
– wiskunde D | 320 |
• | wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B | 320 |
• | scheikunde | 320 |
• | biologie | 400 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken: | |
– natuur, leven en technologie | 320 | |
– aardrijkskunde | 320 | |
– natuurkunde | 400 |
• | economie | 400 |
• | wiskunde A (mag vervangen worden door wiskunde B) | 320 |
• | geschiedenis | 320 |
• | één van de volgende profielkeuzevakken | |
– management en organisatie | 320 | |
– aardrijkskunde | 320 | |
– maatschappijwetenschappen | 320 | |
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur | 400 |
• | geschiedenis | 320 |
• | Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur, of Friese taal en cultuur | 400 |
• | een van de volgende culturele profielkeuzevakken: | |
– kunst (beeldende vormgeving), kunst (muziek), kunst (drama), kunst (dans), muziek, tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving | 320 | |
– filosofie | 320 | |
– Franse taal en literatuur, Duitse taal en literatuur, Spaanse taal en literatuur, Russische taal en literatuur, Italiaanse taal en literatuur, Arabische taal en literatuur, Turkse taal en literatuur, Friese taal en cultuur | 400 | |
• | een van de volgende maatschappelijke profielkeuzevakken: | |
– aardrijkskunde | 320 | |
– maatschappijwetenschappen | 320 | |
– economie | 400 |
Een kandidaat kan kiezen uit:
• | de vakken die zijn vermeld bij de profieldelen en die nog niet als examenvak zijn opgenomen in het gekozen profiel, waarbij | |
– van de vakken wiskunde A en wiskunde B er slechts één deel kan uitmaken van het profiel en wiskunde D uitsluitend kan worden gekozen indien wiskunde B deel uitmaakt van het profiel, | ||
– kunst (beeldende vormgeving) niet gekozen kan worden in combinatie met tekenen, handvaardigheid of textiele vormgeving en kunst (muziek) niet gekozen kan worden in combinatie met muziek, | ||
– van de vakken tekenen, handvaardigheid en textiele vormgeving er slechts één deel kan uitmaken van het profiel | ||
• | Spaanse taal en literatuur (elementair) | 320 |
Russische taal en literatuur (elementair) | 320 | |
Italiaanse taal en literatuur (elementair) | 320 | |
Arabische taal en literatuur (elementair) | 320 | |
Turkse taal en literatuur (elementair), | 320 | |
voorzover de betreffende taal geen deel uitmaakt van het profiel. | ||
• | algemene natuurwetenschappen | 120 |
• | kunst (algemeen) | 120 |
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
1. Het gemeenschappelijk deel
Onafhankelijk van de gekozen sector zijn de volgende gemeenschappelijke vakken verplicht:
• Nederlandse taal,
• Engelse taal,
• Maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel).
2. Het sectordeel
Er kan gekozen worden uit vier verschillende sectoren, elk met verschillende verplichte vakken
a. sector Techniek
• wiskunde
• natuur- en scheikunde 1
b. sector Zorg en welzijn
• biologie
• één van de vakken: wiskunde, maatschappijleer 2, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde
c. sector Economie
• economie
• één van de vakken: Franse taal, Duitse taal, wiskunde .
d. • sector Landbouw
• wiskunde
• één van de vakken: biologie, natuur- en scheikunde 1
3. Het vrije deel
Twee algemene vakken, te kiezen uit (voor zover deze vakken geen onderdeel zijn van het sectorgebonden deel):
• talen: Fries, Frans, Duits, Spaans, Turks, Arabisch1;
• maatschappijvakken: economie, aardrijkskunde, geschiedenis en staatsinrichting, maatschappijleer 2;
• exacte vakken: wiskunde, natuur- en scheikunde 1, natuur- en scheikunde 2, biologie;
• beeldende vakken 2: handenarbeid, tekenen, textiele werkvormen2;
• muziek.
Sectorwerkstuk
Elke examenkandidaat dient een sectorwerkstuk in te leveren en te presenteren. Voor het verwerven van een diploma dient hiervoor de beoordeling voldoende of goed te worden verkregen.
Opmerking:
Voor de examenprogramma's wordt verwezen naar de vakinformatie.
Bij de staatsexamens worden geen examens afgenomen in de beroepsgerichte vakken. Kandidaten die in de beroepsgerichte vakken al examen hebben gedaan, kunnen via de staatsexamens hun pakket met theoretische vakken aanvullen om alsnog een diploma te behalen.
Volgens artikel 2 lid 3a van de Wet College voor examens stelt het College voor examens bij regeling het examenreglement vast. Het navolgende strekt tot uitvoering hiervan.
Voor de toepassing van dit Reglement wordt verstaan onder:
onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
het staatsexamen ter verkrijging van een diploma vwo, havo, of vmbo.
het examen in één of meer van de voor het staatsexamen voorgeschreven vakken.
het centraal examen bedoeld in art. 4 lid 1 van het Besluit Staatsexamens.
het centraal examen of het college-examen.
het College genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor examens.
het college-examen bedoeld in art. 4 lid 1 van het Besluit Staatsexamens.
Dienst Uitvoering Onderwijs, onderdeel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
commissie namens het College voor examens belast met het organiseren en afnemen van staatsexamens Voortgezet Onderwijs.
De medewerkers bij het staatsexamen worden benoemd overeenkomstig artikel 2 lid 3c van de Wet College voor examens.
1. Het staatsexamen in een vak bestaat uit een centraal examen en/of een college-examen. Het centraal examen is identiek aan het centraal examen voor de dagscholen en de dag/avondscholen.
Het college-examen bestaat uit:
a. een schriftelijke toets en een mondeling examen, of
b. een schriftelijke toets, of
c. een mondeling examen, of
d. een praktisch examen.
2. Het staatsexamen wordt afgenomen overeenkomstig het desbetreffende examenprogramma, vastgesteld op grond van artikel 7 van het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo.
3. Ten aanzien van het college-examen geldt dat:
a. keuzen die ingevolge het in het tweede lid bedoelde examenprogramma moeten of kunnen worden gemaakt door de school, worden gemaakt door het College voor examens, en
b. het College voor examens kan afwijken van de voorschriften met betrekking tot het schoolexamen die om praktische redenen in het college-examen niet uitvoerbaar zijn, met dien verstande dat het college-examen zoveel mogelijk gelijkwaardig blijft aan het schoolexamen.
4. Het College voor examens stelt jaarlijks voor elk vak op grond van de wet College voor examens artikel 4a een programma van toetsing en afsluiting vast in de vorm van vakinformatie.
5. Deze vakinformatie bevat, naast de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen voor het centraal examen, regels omtrent alle onderdelen van het college-examen.
6. Met de ‘Regeling Profielen 2000’, waarin zowel tijdelijke als permanente maatregelen voor de eisen van de examens vwo zijn vastgelegd, wordt bij het vaststellen van de vakinformatie rekening gehouden.
De artikelen 11, 12, 13 en 22 van het Eindexamenbesluit v.w.o. -h.a.v.o. -m.a.v.o. -v.b.o. hebben betrekking op de vakken voor het behalen van het diploma vwo, havo en/of vmbo.
Zie bijlage 1.
1. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het college-examen, zoals dit door het College voor examensin de vakinformatie is vastgelegd.
Werkstukken, boekenlijsten, artikelen, songteksten/gedichten (zie de vakinformatie) dienen vóór 1 mei van het betreffende examenjaar in tweevoud opgestuurd te worden naar DUO, afdeling staatsexamens vwo-havo-vmbo, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
Van het tijdig ingezonden materiaal ontvangt de kandidaat een ontvangstbevestiging.
Een uitzondering vormen de werkstukken voor tekenen en handvaardigheid: deze dienen te worden meegebracht naar het college-examen.
2. De examinatoren moeten voor aanvang van het mondeling examen het ingezonden materiaal kunnen inzien.
Wanneer een ingestuurde materiaal niet tijdig bij DUO, afdeling staatsexamensis ontvangen, kan het College voor examensbesluiten de kandidaat voor het betreffende vak niet op te roepen voor het college-examen of de reeds verstuurde oproep in te trekken.
1. Een kandidaat wordt alleen toegelaten tot het examen indien hij de examenoproep en een geldig legitimatiebewijs voorzien van een recente pasfoto kan tonen.
2. Bij het schriftelijk examen dient de kandidaat 30 minuten voor aanvang van het examen in de examenzaal aanwezig te zijn.
3. Een kandidaat wordt niet toegelaten tot het schriftelijk examen indien hij zich meer dan 30 minuten na aanvangstijd van het examen meldt bij de plaatselijk voorzitter.
4. Direct vóór het mondeling examen krijgt de kandidaat voor de talen, de maatschappijvakken en de exacte vakken gedurende 20 minuten de tijd om zich op het mondeling examen voor te bereiden aan de hand van door de examinator aangeleverde teksten en/of afbeeldingen.
Indien een kandidaat zich te laat voor de voorbereiding meldt, wordt de tijd die de kandidaat te laat is, niet gecompenseerd.
5. Als de kandidaat zich minder dan 5 minuten te laat bij de examinatoren meldt voor de afname van het mondeling examen, wordt het examen volgens rooster afgenomen. De tijd die de kandidaat te laat is, wordt niet gecompenseerd. Bij de beoordeling wordt geen rekening gehouden met het feit dat de kandidaat door te laat te komen zich niet heeft kunnen voorbereiden.
Het mondeling examen komt te vervallen als de kandidaat zich 5 minuten of meer te laat bij de examinatoren meldt voor de afname.
1. Bij aanvang van het college-examen in een vak waarvoor een werkstuk ofboekenlijst vereist is, bepalen de examinatoren of de betreffende documenten in redelijke mate voldoen aan de gestelde eisen; is dit niet het geval, dan wordt voor het betreffende onderdeel van het college-examen het cijfer 1 toegekend.
2. Inhoudelijke toetsing van een werkstuk of boekenlijst gebeurt tijdens de afname van het mondeling of het praktisch gedeelte van het college-examen. Tijdens de afname worden vragen over het werkstuk gesteld. In de vakinformatie is per vak aangegeven welke invloed de beoordeling van het werkstuk, de bijbehorende presentatie en de beantwoording van daarover gestelde vragen heeft bij de bepaling van het cijfer voor het college-examen.
3. In de vakinformatie is per vak aangegeven waarop de kandidaat tijdens het college-examen wordt beoordeeld en is de weging van de cijfers voor de verschillende onderdelen vastgelegd.
1. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn voor het betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op ten minste twee, twee deelvakken of een vak en een deelvak, die behoren tot het betreffende profieldeel.
2. De volgende kwalificaties zijn mogelijk: ‘niet afgerond’, ‘voldoende’ en ‘goed’.
3. Op grond van de ‘Regeling profielen 2000’ mag het profielwerkstuk betrekking hebben op één profielvak.
1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan het College voor examens maatregelen nemen. De kandidaat krijgt daarvan schriftelijk bericht.
2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar kunnen worden genomen, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het college-examen of het centraal examen;
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het college-examen of het centraal examen van het betreffende vak;
c. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het college-examen of het centraal examen;
d. minder vergaande maatregelen dan die, bedoeld onder a tot en met c.
3. Indien de ontzegging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, betrekking heeft op een kandidaat die in meer dan één vak examen aflegt, kan de ontzegging betrekking hebben op de toetsen van alle vakken.
4. Indien de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het College voor examens de kandidaat het betreffende diploma of het certificaat en de cijferlijst onthouden, of kan het College voor examens bepalen dat aan de betrokken kandidaat dat diploma of certificaat, en die cijferlijst, slechts kunnen worden uitgereikt nadat opnieuw examen is afgelegd in de door het College aan te wijzen onderdelen en op de door het College te bepalen wijze.
5. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
6. De kandidaat kan tegen een besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, bezwaar maken bij het College voor examens. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt op de voorgeschreven wijze. Het College voor examens beslist binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift, tenzij het college deze termijn heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Het College voor examens stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen of opnieuw af te leggen. Het College voor examens deelt zijn beslissing op het bezwaar mee aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat die minderjarig is en aan de inspectie.
7. De kandidaat die zonder een door het College voor examens aanvaarde reden afwezig is bij enig onderdeel van het staatsexamen of deelstaatsexamen in een vak, is uitgesloten van verdere deelname aan het centraal examen en het college-examen in dit vak. Een eventueel al afgelegd centraal examen en/of al afgelegde onderdelen van het college-examen in dit vak wordt/worden ongeldig verklaard.
1. Klachten kunnen ingediend worden door een email te sturen naar klachten@ocwduo.nl of een brief te sturen naar Antwoordnummer 392, 9700 LK Groningen. Vermeld daarbij altijd uw naam- en adresgegevens en het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent.
2. Tegen een besluit waar u het niet mee eens bent, kunt u bezwaar indienen. Een bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend bij OCW/DUO, Examendiensten, afdeling staatsexamens VO, Postbus 30158, 9700 LK Groningen.
1. De uitslag wordt door de voorzitter en de secretaris vastgesteld op grond van (voor zover van toepassing):
• één of meer door de staatsexamencommissie uitgereikte cijferlijsten;
• één of meer door het College voor examens uitgereikte cijferlijsten;
• één (!) cijferlijst van een school voor voortgezet onderwijs;
• één of meer cijferlijsten van instellingen voor educatie en beroepsonderwijs;
• één of meer door de staatsexamencommissie uitgereikte bewijzen van ontheffing;
• één of meer door het College voor examens uitgereikte bewijzen van ontheffing.
Vakken met een onvoldoende eindcijfer mogen bij de uitslag worden betrokken. De uitslagregeling geldt ook als de examens voor bepaalde vakken in verschillende jaren zijn afgenomen.
2. De hierboven bedoelde cijferlijsten en bewijzen van ontheffing worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het kalenderjaar van het verrichten van de onderwijs- of examenprestatie waarop de cijferlijst of de ontheffing berust, nog geen 10 jaren zijn verstreken.
3. Niet alle op de door de kandidaat ingeleverde documenten vermelde vakken hoeven bij de uitslagbepaling te worden betrokken.
4. De uitslag luidt ‘geslaagd’ of ‘afgewezen’.
De kandidaat die staatsexamen vwo (oude profielstructuur) heeft afgelegd, is geslaagd indien
a. het profielwerkstuk is beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’
en
b.
• alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of
• er één 5 of één 4 is (al of niet in het profieldeel) en alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn,
of
• er twee eindcijfers 5 zijn of één keer 5 en één keer 4 en alle overige eindcijfers 6 of
hoger zijn en niet beide onvoldoende eindcijfers horen bij vakken uit het profieldeel.
1. De kandidaat die voor het profielwerkstuk de kwalificatie ‘niet afgerond’ heeft gekregen en die bij een kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ in hetzelfde examenjaar in aanmerking komt voor een diploma, krijgt in het derde tijdvak of, zo nodig, het vierde tijdvak één keer de gelegenheid opnieuw een profielwerkstuk in te leveren en te presenteren. Dit beperkt niet het recht van de kandidaat op een herkansing voor een college-examen in een bepaald vak.
2. Een kandidaat die een staatsexamen heeft afgelegd en daarvoor niet geslaagd is, mag een herkansing afleggen bestaande uit één college-examen en/of één centraal examen, niet noodzakelijkerwijs van hetzelfde vak, mits hij daardoor alsnog kan slagen. Een herkansing mag alleen worden afgelegd in vakken waarin in het lopende examenjaar staatsexamen is afgelegd. Bij de uitreiking van de cijferlijst na vaststelling van de uitslag wordt aan de kandidaat die daarvoor in aanmerking komt, een herkansingsformulier uitgereikt. De kandidaat kan, binnen de daarvoor gestelde termijn, aangeven of hij aan de herkansing wenst deel te nemen en voor welk(e) vak(ken). De gestelde termijn staat vermeld op het herkansingsformulier. Herkansingen worden afgenomen in het derde tijdvak of, zo nodig, het vierde tijdvak.
3. Het College voor examens kan besluiten het centraal examen of een schriftelijk onderdeel van het college-examen bij de herkansing mondeling te laten afnemen. Bij vakken waarbij het college-examen uit een schriftelijk en een mondeling onderdeel bestaat, kan een kandidaat het College voor examens toestemming vragen bij de herkansing slechts één van beide onderdelen te doen. Het College voor examens neemt op dit verzoek een gemotiveerde beslissing. Als een onderdeel van het college-examen niet opnieuw wordt geëxamineerd, geldt voor dat onderdeel het resultaat dat eerder in het lopende examenjaar is behaald.
4. Voordat de berekening van het eindcijfer plaatsvindt, wordt het cijfer van de herkansing voor het afgelegde centraal examen dan wel college-examen bepaald. Als het cijfer van de herkansing hoger uitvalt, dan wordt er met dat resultaat gerekend. Is het cijfer van de herkansing niet hoger dan wordt met het eerdere resultaat gerekend.
5. Herkansing voor deelstaatsexamens is niet mogelijk.
1. Aan een voor een staatsexamen vwo geslaagde kandidaat wordt een diploma uitgereikt. Op het diploma wordt het behaalde profiel / worden de behaalde profielen vermeld.
Bij het diploma wordt per behaald profiel een cijferlijst uitgereikt.
Op een cijferlijst wordt/worden vermeld, voorzover van toepassing:
– het profiel waarin het examen is afgelegd;
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de vakken waarvoor een ontheffing is verleend;
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft;
– de uitslag ‘geslaagd’.
2. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een staatsexamen vwo en daarvoor, ook na een eventuele herkansing, niet is geslaagd, wordt een cijferlijst uitgereikt met daarop vermeld, voorzover van toepassing:
– het profiel waarvoor het examen is afgelegd;
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft;
– de uitslag ‘afgewezen’.
3. Aan een kandidaat die heeft deelgenomen aan een deelstaatsexamen vwo wordt een cijferlijst deelstaatsexamen uitgereikt met, zover van toepassing, daarop vermeld:
– de vakken waarin de kandidaat is geëxamineerd;
– de cijfers voor het centraal examen en/of het college-examen en het eindcijfer per vak;
– het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk en het vak / de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft.
Aan een kandidaat die een staatsexamen heeft gedaan en is afgewezen en aan een kandidaat die deelstaatsexamen heeft gedaan, wordt één certificaat uitgereikt voor, voorzover van toepassing,
a. het vak of de vakken waarin de kandidaat in het betreffende examenjaar het gehele examen heeft afgelegd en waarvoor hij een eindcijfer 6 of hoger heeft behaald
en
b. het profielwerkstuk dat in het betreffende examenjaar met ‘goed’ of ‘voldoende’ is beoordeeld.
1. Op de cijferlijst bij het diploma voor een examen vwo wordt één cijfer voor letterkunde vermeld.
2. Bij een vwo-examen wordt het cijfer letterkunde bepaald door het deelcijfer van het onderdeel literatuur van Nederlandse taal en de deelcijfers voor het onderdeel literatuur van de moderne vreemde talen die in het profiel van de kandidaat zijn opgenomen, waarbij het deelcijfer literatuur voor Nederlandse taal de wegingsfactor 3 heeft en het deelcijfer van het onderdeel literatuur voor iedere moderne vreemde taal een wegingsfactor 1.
3. Bij kandidaten die examen afleggen in de Friese taal, wordt het deelcijfer voor het onderdeel literatuur voor Friese taal eveneens betrokken bij het bepalen van het cijfer voor letterkunde. Het deelcijfer literatuur voor Friese taal heeft hierbij de wegingsfactor 2.
1. De kandidaat die in het bezit is van een diploma havo, is vrijgesteld van het afleggen van een examen in de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel: algemene natuurwetenschappen, geschiedenis en maatschappijleer.
2. De kandidaat die kan aantonen dat hij tijdens zijn schoolloopbaan in de leerjaren 1, 2 en 3 van het voortgezet onderwijs vrijgesteld was van het volgen van onderwijs in de vakken Franse taal of Duitse taal of beide, wordt vrijgesteld van het afleggen van een examen in Franse taal 1, respectievelijk Duitse taal 1, respectievelijk beide.
3. De kandidaat die kan aantonen dat hij, toen hij voor de eerste maal tot een school voor voortgezet onderwijs in Nederland is toegelaten, geplaatst werd in een hoger leerjaar dan het eerste en dat hij voordien buiten Nederland geen of te weinig onderwijs in de vakken Franse taal of Duitse taal of beide heeft gevolgd, wordt vrijgesteld van het afleggen van een examen in Franse taal 1, respectievelijk Duitse taal 1, respectievelijk beide.
4. De kandidaat die kan aantonen dat hij alleen buiten Nederland onderwijs heeft gevolgd en daarbij geen of te weinig onderwijs in het overeenkomstige vak heeft gevolgd, wordt vrijgesteld van het afleggen van een examen in Franse taal 1 en/of Duitse taal 1.
5. De kandidaat die in het bezit is van een diploma havo (tweede fase) en kan aantonen dat hij werd vrijgesteld van het volgen van onderwijs in het deelvak Franse taal 1, het deelvak Duitse taal 1 of beide, wordt vrijgesteld van het afleggen van een examen in Franse taal 1, respectievelijk Duitse taal 1, respectievelijk beide.
6. De kandidaat die in aanmerking komt voor een vrijstelling als bedoeld in lid 2 tot en met 5, moet de ‘vervallen’ studielasturen compenseren met (een) ander(e) vak(ken). Een ‘vervallen’ vak wordt niet op de cijferlijst vermeld.
7. Op basis van een diploma of getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat voor een bepaald vak of deelvak voldoende kennis of vaardigheden heeft verworven en daarover een examen met voldoende resultaat heeft afgelegd, kan een verzoek tot vrijstelling voor dat vak worden ingediend. Als het College voor examens hier positief op beslist, wordt de kandidaat een ‘Bewijs van vrijstelling’ uitgereikt. Van deze vrijstelling kan gebruik worden gemaakt zolang na het jaar waarin het hierboven bedoelde examen is afgelegd, nog geen tien jaren zijn verstreken. Een verzoek tot vrijstelling moet worden ingediend voor 1 januari van het jaar waarin met het staatsexamen wil afleggen.
8. Na 2004 kunnen geen staatsexamens vwo zoals voor de invoering van de profielstructuur meer worden afgelegd. Vrijstelling op basis van oude certificaten en cijferlijsten vindt niet meer automatisch plaats. Aanvragen hiervoor worden getoetst, waarbij aandacht wordt besteed aan: het jaar waarin het examen is afgelegd waarvoor een certificaat of cijferlijst is verkregen en de mate waarin de examenprogramma’s oud en nieuw voor dit vak/deze vakken overeenkomen.
9. Als een kandidaat reeds een volledig examen vwo heeft afgelegd en daarbij voor letterkunde een 6 of meer heeft behaald, is de kandidaat vrijgesteld van het onderdeel literatuur van Nederlands, Fries en elke moderne vreemde taal, mits hij dit voor 1 januari van het jaar waarin hij examen wil afleggen, aangeeft.
Het schriftelijk examenwerk en de protocollen van de college-examens worden gedurende ten minste zes maanden na afloop van het examen bewaard. Een kandidaat kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij het College voor examens.
1. Medewerkers aangesteld door het ministerie van OCW of benoemd door het College voor examens zijn nimmer aansprakelijk voor schade en/of letsel van de kandidaat en derden veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.
2. De kandidaat vrijwaart de in lid 1 bedoelde medewerkers tegen aanspraken van derden ter zake van schade en/of letsel veroorzaakt tijdens een examenonderdeel van het staatsexamen, behalve als er sprake is van grove schuld of nalatigheid.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist, namens het College voor examens, de manager staatsexamens VO.
Het vwo kent vier profielen:
• Cultuur en maatschappij
• Economie en maatschappij
• Natuur en gezondheid
• Natuur en techniek
Elke kandidaat die een diploma wil behalen, moet één van deze profielen kiezen.
Het gemeenschappelijk deel vwo van elk profiel bestaat uit:
• | Nederlandse taal | 480 |
• | Engelse taal | 400 |
• | Franse taal 1 | 160 |
• | Duitse taal 1 | 160 |
• | algemene natuurwetenschappen | 200 |
• | maatschappijleer 1 | 120 |
• | geschiedenis 1 | 80 |
• | letterkunde |
• | wiskunde B1,2 | 760 |
• | natuurkunde 1,2 | 560 |
• | scheikunde 1,2 | 520 |
• | profielwerkstuk |
• | wiskunde B1 (mag u vervangen door wiskunde B1,2 – 760 uur) | 600 |
• | natuurkunde 1 (mag u vervangen door natuurkunde 1,2 – 560 uur) | 360 |
• | scheikunde 1 (mag u vervangen door scheikunde 1,2 – 520 uur) | 400 |
• | biologie 1,2 | 480 |
• | profielwerkstuk |
• | economie 1,2 | 520 |
• | wiskunde A1,2 (mag u vervangen door wiskunde B1 – 600 uur of wiskunde B1,2 – 760 uur) | 600 |
• | geschiedenis | 360 |
• | aardrijkskunde | 360 |
• | profielwerkstuk |
a) | één van de volgende deelvakken, mits het wordt gecombineerd met het overeenkomstige deelvak uit het gemeenschappelijk deel: | |
Franse en Duitse taal | 320 | |
(U meldt zich dan aan voor Frans 1,2 of Duits 1,2 met 480 studielasturen) òf één van de volgende vakken: | ||
Arabische, Italiaanse, Russische, Spaanse en Turkse taal | 480 | |
Friese taal | 400 | |
Latijnse taal1 | 480 | |
Griekse taal1 | 480 | |
b) | twee van de volgende vakken en deelvakken: | |
aardrijkskunde | 360 | |
filosofie | 320 | |
maatschappijleer | 360 | |
muziek | 480 | |
tekenen of handenarbeid | 480 | |
(handvaardigheid I) | ||
één van de vakken en deelvakken, genoemd onder a) | 320 of 480 | |
c) | geschiedenis | 360 |
d) | wiskunde A1 (mag u vervangen door wiskunde A 1,2 – 600 uur, | 360 |
wiskunde B1 – 600 uur of | ||
wiskunde B1,2 – 760 uur) | ||
e) | profielwerkstuk |
U kunt kiezen uit:
• | de vakken en deelvakken die zijn vermeld bij de profieldelen en die nog niet als examenvak zijn opgenomen in het gekozen profiel | |
• | voorzover deze talen geen onderdeel uitmaken van het profieldeel: | |
Arabische taal (elementair) | 480 | |
Italiaanse taal (elementair) | 480 | |
Russische taal (elementair) | 480 | |
Spaanse taal (elementair) | 480 | |
Turkse taal (elementair) | 480 | |
• management en organisatie | 360 | |
• informatica | 280 | |
• klassieke culturele vorming | 200 | |
• biologie 1 | 160 | |
• economie 1 | 280 | |
• Kiest u in het profieldeel vakken met een hogere studielast dan vereist is, dan kan het voorkomen dat u voldoet aan de minimum studielast zonder dat u gebruik hoeft te maken van het vrije deel. | ||
• Kiest u bij vwo Duits 1,2 of Frans 1,2 een taalvak 1, in uw profiel- of vrije deel, dan vervalt het overeenkomende vak in het gemeenschappelijke deel. De daarbij horende studielast (160 uur) moet u dan nog wel compenseren in het profiel- of vrije deel. | ||
• Als u bij het profiel cultuur en maatschappij in verband met uw vakken niet aan de minimale studielast voldoet, bent u verplicht een extra vak in het profiel- of vrije deel op te nemen. | ||
• Als u een taalvak 1 hebt afgesloten met minimaal een 6 en u wilt examen doen voor datzelfde taalvak 1,2 worden alle onderdelen van dat vak geëxamineerd. Vrijstelling voor vakonderdelen wordt niet verleend. | ||
• Hebreeuws kan in bijzondere situaties gekozen worden na overleg met het College voor examens. | ||
• Bij letterkunde staan geen studielasturen. Het cijfer voor letterkunde ontstaat bij de berekening van de examenuitslag. | ||
• | De kandidaten kunnen in meer vakken een examen afleggen, dan in de vakken die tenminste een eindexamen vormen. |
Voor detaillering van de examenprogramma's wordt verwezen naar www.examenblad.nl.
Voor de vakken opgenomen in de tabellen 1 tot en met 5, en voor de onderdelen van het staatsexamen als vermeld in tabel 6, zijn deel PTA’s voor de staatsexamens VO 2011 vastgesteld. In tabel 7 is opgenomen een (deel) PTA van toepassing op het staatsexamen in algemene zin.
De (deel) PTA’s voor de vakken en onderdelen van het staatsexamens vwo-havo-vmbo 2011, zoals vermeld in deze bijlage 2 bij de regeling, worden geplaatst op de website www.duo.nl (→ib-groep→examens).
Voor het staatsexamen v.w.o. 2011 worden (deel) PTA’s voor de volgende vakken vastgesteld:
Nederlandse taal | ||
Moderne vreemde talen: | ||
Arabische taal Arabische taal elementair Duitse taal Engelse taal Franse taal Italiaanse taal Italiaanse taal elementair Russische taal Russische taal elementair Spaanse taal Spaanse taal elementair Turkse taal Turkse taal elementair | ||
Latijnse taal en letterkunde | ||
Griekse taal en letterkunde | ||
Friese taal en cultuur | ||
maatschappijleer (gemeenschappelijk deel) | ||
algemene natuur wetenschappen (ANW) | ||
algemene natuur wetenschappen, syllabus | ||
klassieke culturele vorming (KCV) | ||
wiskunde A | ||
wiskunde B | ||
wiskunde C | ||
wiskunde D | ||
natuurkunde | ||
scheikunde | ||
biologie | ||
natuur, leven en technologie | ||
natuur, leven en technologie, syllabus | ||
informatica | ||
aardrijkskunde | ||
geschiedenis | ||
economie | ||
management en organisatie | ||
maatschappijwetenschappen | ||
filosofie | ||
kunst (algemeen) | ||
muziek | ||
tekenen | ||
handvaardigheid, textiele vormgeving |
Voor het staatsexamen v.w.o. volgens de oude profielen 2011 worden (deel) PTA’s voor de volgende vakken vastgesteld:
Nederlandse taal | |
Moderne vreemde talen: | |
Arabische taal Arabische taal elementair Duitse taal 1 Duitse taal 1,2 Engelse taal Franse taal 1 Franse taal 1,2 Italiaanse taal Italiaanse taal elementair Russische taal Russische taal elementair Spaanse taal Spaanse taal elementair Turkse taal Turkse taal elementair | |
Latijnse taal en letterkunde | |
Griekse taal en letterkunde | |
Friese taal | |
maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel) | |
geschiedenis gemeenschappelijk deel | |
algemene natuur wetenschappen (ANW) | |
algemene natuur wetenschappen, syllabus | |
klassieke culturele vorming (KCV) | |
wiskunde A1 | |
wiskunde A1,2 | |
wiskunde B1 | |
wiskunde B1,2 | |
natuurkunde 1 | |
natuurkunde 1,2 | |
scheikunde 1 | |
scheikunde 1,2 | |
biologie 1 | |
biologie 1,2 | |
informatica | |
aardrijkskunde | |
geschiedenis | |
economie 1 | |
economie 1,2 | |
management en organisatie | |
maatschappijleer | |
filosofie | |
muziek | |
tekenen | |
handenarbeid, textiele werkvormen |
Voor het staatsexamen h.a.v.o. 2011 worden (deel) PTA’s voor de volgende vakken vastgesteld:
Nederlandse taal | |
Moderne vreemde talen: | |
Arabische taal Arabische taal elementair Duitse taal Engelse taal Franse taal Italiaanse taal Italiaanse taal elementair Russische taal Russische taal elementair Spaanse taal Spaanse taal elementair Turkse taal Turkse taal elementair | |
Friese taal en cultuur | |
maatschappijleer (gemeenschappelijk deel) | |
algemene natuur wetenschappen (ANW) | |
algemene natuur wetenschappen, syllabus | |
wiskunde A | |
wiskunde B | |
wiskunde D | |
natuurkunde | |
scheikunde | |
biologie | |
natuur, leven en technologie | |
natuur, leven en technologie, syllabus | |
informatica | |
aardrijkskunde | |
geschiedenis | |
economie | |
management en organisatie | |
maatschappijwetenschappen | |
filosofie | |
kunst (algemeen) | |
muziek | |
tekenen | |
handvaardigheid, textiele vormgeving |
Voor het staatsexamen v.m.b.o. 2011 worden (deel) PTA’s voor de volgende vakken vastgesteld:
Nederlandse taal | |
Moderne vreemde talen: | |
Arabische taal Duitse taal Engelse taal Franse taal Spaanse taal Turkse taal Moderne vreemde talen syllabus | |
Friese taal en cultuur | |
maatschappijleer (gemeenschappelijk deel) | |
maatschappijleer II | |
wiskunde | |
natuur- en scheikunde I | |
natuur- en scheikunde II | |
biologie | |
aardrijkskunde | |
geschiedenis en staatsinrichting | |
economie | |
kunstvakken II beeldende vakken- handvaardigheid/handenarbeid, handvaardigheid/textiele werkvormen | |
kunstvakken II beeldende vakken- tekenen | |
kunstvakken II muziek |
Voor het staatsexamen v.m.b.o. 2011 worden (deel) Pta’s voor de volgende vakken vastgesteld:
Nederlandse taal | |
Moderne vreemde talen: | |
Arabische taal Duitse taal Engelse taal Franse taal Spaanse taal Turkse taal moderne vreemde talen syllabus | |
maatschappijleer (gemeenschappelijk deel) | |
maatschappijleer II | |
wiskunde | |
natuur- en scheikunde I | |
biologie | |
aardrijkskunde | |
geschiedenis en staatsinrichting | |
economie |
Voor het staatsexamen VO 2011 worden (deel) PTA’s voor de volgende onderdelen van het staatsexamen vastgesteld:
onderdelen van het staatsexamen:
profielwerkstuk (havo en vwo)
sectorwerkstuk (vmbo)
opzet onderzoek (havo en vwo)
niveau taalbeheersing moderne vreemde talen (havo en vwo)
niveau taalbeheersing (vmbo)
Voor het staatsexamen VO 2011 wordt het volgende (deel) PTA’s vastgesteld voor het staatsexamen in algemene zin:
toegestane hulpmiddelen vmbo, havo en vwo.
Als een kandidaat een volledig pakket doet met Latijn of Grieks, is het vak Klassieke Culturele Vorming (160 uur) verplicht. Hiermee wordt tevens voldaan aan de eisen die gesteld worden voor het behalen van een gymnasiumdiploma.
Als een kandidaat een volledig pakket doet met Latijn of Grieks, is het vak Klassieke Culturele Vorming (160 uur) verplicht. Hiermee wordt tevens voldaan aan de eisen die gesteld worden voor het behalen van een gymnasiumdiploma.
Het sectordeel en het vrije deel moeten tezamen tenminste twee vakken omvatten die geen moderne vreemde taal zijn.
Van de vakken handenarbeid, tekenen en textiele werkvormen kan er slechts één bij de uitslagbepaling betrokken worden.
Als u een volledig pakket doet met Latijn of Grieks, is het vak Klassieke culturele vorming (200 uur) verplicht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-15755.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.