Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 oktober 2010, kenmerk BVE/239797 tot wijziging van de Uitvoeringsregeling bestrijding voortijdig schoolverlaten en regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten in verband met het aanwijzen van gemeenten die op grond van een andere regeling reeds een vergoeding voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten ontvangen

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op 4, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling bestrijding voortijdig schoolverlaten en regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 29. Vaststelling RMC-regio’s, aanwijzing gemeenten.

2. Voor de tekst van het artikel wordt een ‘1’ geplaatst.

3. Een nieuw tweede lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 2. De gemeenten die op grond van een andere regeling reeds een vergoeding voor de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten ontvangen, zijn aangewezen in bijlage I bij deze regeling.

B

Het opschrift bij bijlage H komt te luiden:

BIJLAGE H BEHORENDE BIJ ARTKEL 29, EERSTE LID

Vaststelling RMC-regio’s

C

Bijlage I komt te luiden:

BIJLAGE I BEHORENDE BIJ ARTIKEL 29, TWEEDE LID

Aanwijzing gemeenten die op grond van een andere regeling reeds een vergoeding voor de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten ontvangen

Alkmaar, Almelo, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Den Bosch, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Sittard-Geleen, Tilburg, Utrecht, Venlo, Zaanstad, Zoetermeer en Zwolle.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2010.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

De Decentralisatie Uitkering Jeugd (‘DU-Jeugd’) vervangt per 1 januari 2010 de BDU SIV. In de BDU SIV kregen de G31 rechtstreeks gelden voor VSV-beleid en waren om die reden bij het derde onderdeel van de bekostiging van de RMC-functie, verwoord in artikel 4, eerste lid, onderdeel c van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (hierna: het besluit) uitgesloten.

De DU Jeugd richt zich op dezelfde aandachtsgebieden van gemeentelijk beleid.

Bovengenoemd besluit is in die zin gewijzigd dat bij ministeriële regeling aangewezen gemeenten die op grond van een andere regeling een vergoeding voor de bestrijding van voortijdig schoolverlaten ontvangen, op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het besluit eveneens uitgesloten worden van het betreffende bekostigingsonderdeel. Deze ministeriële regeling voorziet in de aanwijzing van die gemeenten. Het betreft hier de gemeenten die de DU Jeugd ontvangen.

De inwerkingtreding van deze regeling sluit aan bij de inwerkingtreding van het besluit: de dag na publicatie met terugwerkende kracht tot en met 1 september 2010. Dit houdt verband met de toekenning van de middelen voor het jaar 2011 welke naar verwachting in september 2010 plaats zal vinden.

Artikelsgewijs

Bijlage I

De gemeenten waarvan volgens het in het najaar 2010 gewijzigde besluit in artikel 4 onderdeel c, de volwassen inwoners bij de berekeningsmaatstaven uitgesloten worden, zijn de gemeenten die uit het Gemeentefonds een uitkering krijgen op basis van de Decentralisatieuitkering Jeugd.

De gemeenten staan genoemd in de Septembercirculaire Gemeentefonds 2009 en zijn de G31 en vier van de vijf zogeheten Ortega-gemeenten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven