Regeling van de Minister van Justitie van 22 september 2010, nr. 5669406/10/6, tot aanwijzing van aanvullende documenten waarmee ten behoeve van de uitoefening van het kiesrecht in Bonaire, Sint Eustatius en Saba kan worden voldaan aan de identificatieplicht bedoeld in de Kieswet (Regeling aanwijzing aanvullende documenten identificatieplicht Kieswet BES)

De Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen J 24, eerste lid, aanhef en onder a en Ya 3a van de Kieswet, en artikel 2, tweede lid, van de Wet identificatieplicht BES;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitoefenen van het kiesrecht kan tevens aan de identificatieplicht op grond van artikel J 24, eerste lid, aanhef en onder a, in samenhang met artikel Ya 3a van de Kieswet worden voldaan met behulp van de in artikel 2, eerste lid, van de Wet Identificatieplicht BES genoemde documenten, voor zover deze op de dag van de stemming, bedoeld in artikel J 1 van de Kieswet, maximaal vijf jaren hun geldigheid hebben verloren.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing aanvullende documenten identificatieplicht Kieswet BES.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

TOELICHTING

Op grond van artikel J 24, eerste lid, aanhef en onder a, in samenhang met artikel Ya 3a van de Kieswet, wordt tot de stemming slechts toegelaten de kiezer die bevoegd is aan de verkiezing deel te nemen, voor zover de voorzitter van het stembureau de identiteit van de kiezer heeft vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 2 van de Wet identificatieplicht BES. Dit document dient geldig te zijn op de dag van de stemming. Deze bijzondere identificatieplicht is op 1 januari 2010 in de Kieswet opgenomen. Met het van toepassing worden van de Kieswet in Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt deze identificatieplicht ook daar.

In de brief van 9 april 2010 over de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen is de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingegaan op de identificatieplicht bij het stemmen. Van een aantal kanten is de oproep gedaan om een uitzondering op de identificatieplicht te maken voor een groep oudere personen die niet meer in het bezit is van een geldig paspoort, Nederlandse identiteitskaart of rijbewijs, omdat de geldigheid daarvan is verlopen.

In deze brief is aangekondigd dat een voorziening in een ministeriële regeling op grond van artikel 1, tweede lid, van de Wet op de identificatieplicht zal worden getroffen. Met de regeling tot aanwijzing van aanvullende documenten waarmee ten behoeve van de uitoefening van het kiesrecht kan worden voldaan aan de identificatieplicht bedoeld in de Kieswet, is uitvoering gegeven aan dit voornemen. De Wet op de identificatieplicht en voornoemde regeling gelden niet op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In onderhavige regeling worden op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet identificatieplicht BES voor deze eilanden op eenzelfde wijze aanvullende documenten aangewezen.

Identiteitsdocumenten als bedoeld in de Wet identificatieplicht BES die maximaal vijf jaar hun geldigheid hebben verloren op de dag van de stemming kunnen worden gebruikt bij het stemmen. Dat betekent dat een verlopen identiteitsbewijs kan worden gebruikt bij het stemmen en bij het geven van een onderhandse volmacht.

In de brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd dat de regeling een tijdelijke voorziening betreft en dat onderzoek zal plaatsvinden naar een voorziening die een permanent karakter zal hebben. Naar het zich laat aanzien zal daarvoor een wijziging van de Kieswet noodzakelijk zijn. Zodra deze wettelijke regeling tot stand is gekomen en in werking is getreden, zal de onderhavige regeling worden ingetrokken.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

Naar boven