Wijziging van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 in verband met de invoering van de Belastingdienst/Caribisch Nederland

4 oktober 2010

Nr. DB 2010/200M

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 13c, derde en vierde lid, van de Wet geldstelsel BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 1 wordt ‘en artikel 1, onderdeel g, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen’ vervangen door: , artikel 1, onderdeel g, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 13c, derde en vierde lid, van de Wet geldstelsel BES.

B. Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Voor de toepassing van het eerste lid worden onder rijksbelastingen mede verstaan de belastingen, rechten, accijnzen en opcenten die worden geheven op grond van de in artikel 13b, eerste lid, van de Wet geldstelsel BES genoemde verordeningen en regelingen.

C. Aan artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • Belastingdienst/Caribisch Nederland;

D. In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede ‘en in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990’ vervangen door: , artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990 en artikel 13c, derde lid, van de Wet geldstelsel BES.

E. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘en de artikelen 58, 59, 60 en 62 van de Invorderingswet 1990’ wordt vervangen door: , de artikelen 58, 59, 60 en 62 van de Invorderingswet 1990 en de artikelen 40, 41, 42, 45 en 48 van de in de overgangsperiode, bedoeld in artikel 13a, onderdeel b, van de Wet geldstelsel BES, als wet geldende Algemene Landsverordening Landsbelastingen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 oktober 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Op 10 oktober 2010 houdt het land Nederlandse Antillen op te bestaan. De huidige eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de BES eilanden) worden dan een onderdeel van het land Nederland. Voor wat betreft het fiscale stelsel is ervoor gekozen om het Nederlands-Antilliaanse recht korte tijd te laten voortbestaan. In de overgangsperiode met ingang van 10 oktober 2010 gaan daarom bepaalde landsverordeningen en de daarbij behorende regelgeving als wet onderscheidenlijk als ministeriële regelingen gelden. Welke verordeningen dit betreft is opgenomen in het overgangsrecht, dat bij nota van wijziging is overgeheveld van het wetsvoorstel Invoeringswet fiscaal stelsel BES1 naar het inmiddels tot wet verheven wetsvoorstel Wet geldstelsel BES. Beoogd wordt het structurele fiscale stelsel voor de BES eilanden – met uitzondering van de inkomstenbelasting en de loonbelasting – op 1 januari 2011 in werking te laten treden.

Hoewel in de overgangsperiode het bestaande fiscale stelsel op de BES eilanden wordt voortgezet, gaan de taken en bevoegdheden ten aanzien van de heffing en inning wel direct op 10 oktober 2010 over op de rijksbelastingdienst. De thans bestaande organisatiestructuur vervalt per die datum. Dit noopt tot aanpassing van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 (hierna: URBD 2003). Aan de organisatieonderdelen van de Belastingdienst wordt een nieuw onderdeel toegevoegd: Belastingdienst/Caribisch Nederland. De overige aanpassingen van de URBD 2003 zijn hoofdzakelijk nodig om aan dat nieuwe organisatieonderdeel bevoegdheden toe te kennen.

Met inwerkingtreding van deze ministeriële regeling op 10 oktober 2010 wordt afgeweken van de vaste data voor inwerkingtreding van wetten en regelgeving. De reden daarvoor is de gekozen datum voor de nieuwe staatkundige verhoudingen en de noodzaak de organisatie van de rijksbelastingdienst daarop per die datum aan te passen. Omdat deze aanpassing pas kon worden doorgevoerd na publicatie van de eerdergenoemde Wet geldstelsel BES, hetgeen op 1 oktober 2010 is geschied, kan daarnaast de gebruikelijke invoeringstermijn niet in acht worden genomen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 1 van de URBD 2003)

Artikel 13c, derde en vierde lid, van de Wet geldstelsel BES bevat voor de BES eilanden de delegatiegrondslagen waaraan in de URBD 2003 uitvoering wordt gegeven. Daarom is in artikel 1 van die regeling een verwijzing naar de genoemde bepalingen uit de Wet geldstelsel BES toegevoegd.

Artikel I, onderdeel B (artikel 2 van de URBD 2003)

De rijksbelastingdienst wordt vanaf 10 oktober 2010 belast met de heffing en inning, ook van die schulden die al vóór die datum zijn ontstaan uit hoofde van de toenmalige landsverordeningen en de daarbij behorende regelingen en na die datum nog ontstaan als die landsverordeningen en regelingen gelden als wetten en ministeriële regelingen. Omdat de URBD 2003 uitgaat van rijksbelastingen, is met het nieuwe artikel 2, derde lid, van die regeling buiten kijf gesteld dat de belastingen, rechten, accijnzen en opcenten die voortvloeien uit het Nederlands-Antilliaanse recht vóór en in de overgangsperiode ook als rijksbelastingen moeten worden aangemerkt.

Artikel I, onderdeel C (artikel 3 van de URBD 2003)

Met de heffing en inning van rijksbelastingen op de BES eilanden wordt de Belastingdienst/ Caribisch Nederland belast. Dit geldt zowel voor de ‘blauwe’ als de ‘groene’ belastingen. Dit organisatieonderdeel is daarom toegevoegd aan de opsomming in artikel 3 van de URBD 2003.

Artikel I, onderdeel D (artikel 5 van de URBD 2003)

De wet en dus ook de URBD 2003 gaat uit van een landelijke competentie van de inspecteur en van de ontvanger. Onder ‘landelijk’ moet met ingang van 10 oktober 2010 in dit verband worden verstaan: Nederland en de BES eilanden. Dit betekent dat de voorzitters van de managementteams en de algemeen directeur van de Belastingdienst/Douane inspecteur en ontvanger zijn in Nederland én op de BES eilanden. Artikel 5 van de URBD 2003 wordt in die zin aangepast.

Artikel I, onderdeel E (artikel 10 van de URBD 2003)

Artikel 10 van de URBD 2003 regelt dat een aantal verplichtingen ten behoeve van de belastingheffing en -inning ook geldt jegens de voorzitter van het managementteam van de FIOD en door hem aangewezen belastingambtenaren. In dit artikel zijn de corresponderende artikelen die gelden op de BES eilanden toegevoegd. Daarnaast is de term ‘FIOD-ECD’ vervangen door ‘FIOD’, welke afkorting sinds 1 juli 2010 in gebruik is.

Artikel II

De wijzigingen van de URBD 2003 treden in werking op 10 oktober 2010.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.


XNoot
1

Het bij koninklijke boodschap van 29 december 2009 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van de Wet Invoeringswet fiscaal stelsel BES (Wet invoeringswet fiscaal stelsel BES) (32 276)).

Naar boven