Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 september 2010, nr. WJZ-237131 (3849), tot wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs in verband met de verwerking van de kosten van de BAPO-regeling en de SOP-regeling in de vorm van periodelasten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 2, vierde lid, en 4 van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC, artikel 18, vijfde lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O., de artikelen 2.5.3, tweede lid, en 2.5.4, tweede lid. van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 2.14 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

Artikel I

De Regeling jaarverslaggeving onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. onderwijsinstelling: een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een bekostigd regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een bekostigd kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;.

2. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. BAPO: de regeling ‘Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen’ zoals opgenomen in de geldende CAO’s voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie;

3. Na onderdeel g worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. SOP: de ‘Seniorenregeling onderwijspersoneel’ zoals opgenomen in de geldende CAO voor het hoger beroepsonderwijs;

  • i. periodelasten: lasten die in aanmerking worden genomen in de periode waarover deze lasten zijn verschuldigd.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Afwijkingen van en aanvullingen op Boek 2 Burgerlijk Wetboek.

  • 2. In onderdeel g wordt de zinsnede: ‘dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd’ gewijzigd in: dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd.

C

Artikel 3a komt als volgt te luiden:

Artikel 3a. Afwijking en aanvulling richtlijnen

  • 1. In afwijking van hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen worden voor de verslagjaren 2008 en 2009 voor toekomstige verplichtingen op basis van de BAPO door het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap in het primair en het voortgezet onderwijs de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    • a. een voorziening in verband met de BAPO wordt uitsluitend in de balans of in de staat van baten en lasten opgenomen als dat ook in de vorige jaarrekening is gebeurd; de berekening en de verwerking van die voorziening zijn niet anders dan in de vorige jaarrekening;

    • b. het bevoegd gezag neemt in een afzonderlijke toelichting bij de jaarrekening, aan de hand van het berekeningsmodel in bijlage 2 bij deze regeling, een berekening op met de volgende gegevens:

      • 1. de waardering van de toekomstige lasten die voortvloeien uit de BAPO;

      • 2. de waardering van de toekomstige baten in verband met de BAPO zoals opgenomen in de lumpsumbekostiging;

      • 3. de hoogte van de BAPO-verplichtingen, gevormd door de lasten, bedoeld onder 1, te salderen met de baten, bedoeld onder 2; en

      • 4. de wijze waarop het bevoegd gezag de toekomstige BAPO-lasten denkt te kunnen opvangen.

        De uitkomsten van de berekeningen stuurt het bevoegd gezag samen met de jaarrekening in op de in bijlage 3 voorgeschreven wijze.

  • 2. In aanvulling op hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen worden vanaf het verslagjaar 2010 de lasten op basis van de BAPO en de SOP overeenkomstig paragraaf 2, alinea 204, van dat hoofdstuk in de staat van baten en lasten verantwoord als periodelasten.

  • 3. Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de mogelijkheid tot het vormen van een voorziening met het oog op toekomstige BAPO- en SOP-lasten. Niet bestede voorzieningen die tot en met het verslagjaar 2009 door schoolbesturen en onderwijsinstellingen zijn gevormd ter financiering van toekomstige BAPO- en SOP-lasten vallen in het verslagjaar 2010 volledig vrij ten gunste van het eigen vermogen.

D

De bijlagen, bijlage, bijlage 1 en bijlage 2 worden vernummerd tot onderscheidenlijk bijlage 1, bijlage 2 en bijlage 3.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2010.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Algemene toelichting

Vanaf het verslagjaar 2008 geldt voor alle bekostigde schoolbesturen en instellingen voor onderwijs en onderzoek de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Deze geeft voorschriften en modellen voor de inrichting van het jaarverslag, waarbij de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek (BW) en de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) waar mogelijk zijn gevolgd en van overeenkomstige toepassing zijn verklaard, waarbij uitzonderingen en aanvullende bepalingen zijn vastgesteld om te voorzien in de aansluiting van de algemeen geldende RJ-richtlijnen op de specifieke omstandigheden van de onderwijssector. Deze aanvullingen en afwijkingen zijn in de richtlijnen opgenomen in hoofdstuk 660 Onderwijsinstellingen.

Een onderwerp waarbij toepassing van richtlijn 271 Personeelsbeloningen in de sector onderwijs heeft geleid tot een ongewenste diversiteit in verwerkingsmethodieken betreft het verwerken van de gevolgen van afspraken ter stimulering van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers. In de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie geldt daartoe de regeling Bevordering arbeidsparticipatie Ouderen (BAPO) en in de sector hoger onderwijs geldt de Seniorenregeling Onderwijspersoneel (SOP). Die ongewenste diversiteit kwam het meest naar voren binnen de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Daarom is voor deze sectoren voor de verslagjaren 2008 en 2009 een tijdelijke uitzondering gemaakt voor de verwerking van de financiële gevolgen van de BAPO-regeling in de jaarrekening.

Na een intensieve evaluatie is vastgesteld dat geen consensus aanwezig is voor één verwerkingsmethodiek en onverkorte toepassing van hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen zal leiden tot meerdere verwerkingsmethodieken.

Om nu een oplossing te bieden voor de structurele situatie wordt met deze regeling een uniforme verwerkingsmethodiek geboden door voor te schrijven dat de lasten voortvloeiende uit de BAPO- en SOP-regeling dienen te worden verwerkt als periodelasten. Met andere woorden: de baten en lasten van deze regelingen zullen met ingang van het verslagjaar 2010 via de staat van baten en lasten (exploitatierekening) gaan lopen.

Onderwijsinstellingen en schoolbesturen die reeds een voorziening voor de toekomstige lasten vanuit de BAPO- of SOP-regeling hebben gevormd, zijn op basis van deze regeling genoodzaakt de voorziening vrij te laten vallen ten gunste van het eigen vermogen (stelselwijziging). Op basis van alinea 208 van hoofdstuk 660 Onderwijsinstellingen bestaat voor het bestuur c.q. het bevoegd gezag van een onderwijsinstelling overigens de mogelijkheid om de toekomstige bestedingsmogelijkheid van het eigen vermogen te beperken en op grond daarvan een bestemmingsreserve (publiek) voor de BAPO of SOP te vormen.

Resumerend heeft dit de volgende consequenties voor de desbetreffende onderwijssectoren:

  • PO en VO: met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de verplichting om een onderbouwing als bedoeld in het eerste lid van artikel 3a in te sturen;

  • PO, VO, BVE en HBO: de jaarlijkse BAPO en SOP-lasten worden met ingang van het verslagjaar 2010 als periodelasten in de staat van baten en lasten verantwoord;

  • PO,VO, BVE en HBO: schoolbesturen en onderwijsinstellingen die in voorgaande jaren al een BAPO- of SOP-voorziening hadden opgebouwd dienen deze, voor zover zij nog niet zijn besteed, in het verslagjaar 2010 vrij te laten vallen ten gunste van het eigen vermogen;

  • PO,VO, BVE en HBO: schoolbesturen en onderwijsinstellingen kunnen, indien gewenst, een bestemmingsreserve (publiek) voor de BAPO- en/of SOP-regeling vormen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

De definitiebepaling van het begrip ‘onderwijsinstelling’ is aangepast om te onderstrepen dat de Regeling jaarverslaggeving onderwijs uitsluitend geldt voor de door de Minister van OCW of de Minister van LNV bekostigde instellingen.

Artikel I, onderdeel C, 3a, eerste lid

De onder bovenvermeld lid beschreven (tijdelijke) verplichtingen hebben betrekking op de verslagjaren 2008 en 2009. Dit betekent dat alleen over het verslagjaar 2009 nog onderbouwingen aan DUO verstrekt moeten worden. Vanaf het verslagjaar 2010 vervallen deze verplichtingen. Desgewenst kan het schoolbestuur deze onderbouwingen in het vervolg voor de eigen administratie gebruiken.

Artikel I, onderdeel C, 3a, tweede en derde lid

In dit onderdeel is de structurele situatie vanaf het verslagjaar 2010 beschreven. De BAPO- en SOP-lasten worden vanaf dat moment als periodelasten verantwoord in de staat van baten en lasten waarbij geen sprake is van opbouw van rechten. Consequentie hiervan is dat onderwijsinstellingen en schoolbesturen die al een voorziening hadden getroffen deze, voor zover nog niet besteed, moeten laten vrijvallen ten gunste van het eigen vermogen. Dit is eveneens van toepassing op de zogenoemde ‘spaar BAPO’. Wel bestaat de mogelijkheid om deze vrijval, via een bestemmingsreserve (publiek) op te vangen. Dat kan bijvoorbeeld ook gewenst zijn indien de toekomstige baten niet toereikend zijn om de toekomstige lasten vanuit deze regelingen te financieren.

Administratieve lasten

In deze regeling wordt voor het verslagjaar 2010 een nieuwe gedragslijn voorgeschreven. De nieuwe gedragslijn zorgt ervoor dat schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs geen aanvullende BAPO-informatie meer naar DUO behoeven op te sturen. Dat leidt tot een vermindering van de administratieve lasten, voor het primair onderwijs € 55.620 en het voortgezet onderwijs € 13.770.

Vaste Verandermomenten

Deze regeling voorziet in het aanpassen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Deze aanpassing betreft het kalenderjaar 2010 en volgende jaren en werkt terug tot 1 januari 2010. Bij het toepassen van een vaste inwerkingtredingdatum en invoeringstermijn van ten minste 2 maanden, volgens het uitgangspunt van het kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten (Kamerstukken II 2006/07, 29515, nr. 181) zou inwerkingtreding pas op 1 januari 2011 mogelijk zijn.

Eerdere publicatie was echter niet mogelijk gelet op de discussie tussen mijn departement, de betrokken brancheorganisaties en de Raad voor de Jaarverslaggeving. Op 31 mei 2010 zijn de schoolbesturen en instellingen met een brief (AD/204083) op de hoogte gesteld van de strekking van deze ministeriële regeling. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

Naar boven