Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen | Staatscourant 2010, 15320 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen | Staatscourant 2010, 15320 | beleidsregel |
22 juni 2010
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
Gelet op de artikelen 28, vierde lid en 37, tweede lid, Ziektewet, artikel 26 Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 42 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de artikelen 2:38 en 3:34 Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en artikel 41a Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet SUWI;
de persoon die door UWV is opgeroepen te verschijnen op tijdstip en plaats door UWV bepaald;
het adres waar de opgeroepene woont overeenkomstig de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens.
1. De opgeroepene heeft aanspraak op vergoeding van reiskosten, verblijfkosten en gederfde inkomsten door tijdverlies als bepaald in deze beleidsregel.
2. De begeleider van de opgeroepene heeft aanspraak op vergoeding van reiskosten, verblijfkosten en gederfde inkomsten door tijdverlies als bepaald in deze beleidsregel voor zover begeleiding naar het oordeel van UWV noodzakelijk is.
3. Kosten van de begeleider komen uitsluitend voor vergoeding in aanmerking voor zover deze kosten niet zijn begrepen in de kostenvergoeding voor de opgeroepene.
4. Betaling van een kostenvergoeding geschiedt door bijschrijving op de bankrekening van de opgeroepene of de begeleider.
5. Dit besluit is niet van toepassing voorzover aanspraak bestaat op een kostenvergoeding op grond van een bijzondere vergoedingsregeling.
1. Reiskosten komen voor vergoeding in aanmerking indien de reisafstand van woonadres naar de plaats van oproeping vijftien kilometer of meer bedraagt. Bij een reisafstand van minder dan vijftien kilometer worden reiskosten niet vergoed.
2. De vergoeding voor reiskosten bij een reisafstand van vijftien kilometer of meer bedraagt € 0,19 per kilometer, ongeacht de wijze van vervoer. Het totaal aantal kilometers dat voor vergoeding in aanmerking komt wordt vastgesteld door het aantal kilometers van de reisafstand te vermenigvuldigen met twee en de uitkomst naar boven af te ronden op gehele kilometers.
3. De reisafstand van het woonadres naar de plaats van oproeping wordt vastgesteld aan de hand van een algemeen erkende en aanvaarde routeplanner.
4. Indien UWV de oproeping verzendt naar een ander adres dan het woonadres dan kan voor het bepalen van de reisafstand naar de plaats van oproeping van dat adres worden uitgegaan.
5. Kosten verbonden aan noodzakelijk gebruik van een veerdienst worden vergoed.
Indien de opgeroepene naar het oordeel van UWV door medische klachten of lichamelijke beperkingen is aangewezen op eigen vervoer of vervoer per taxi, wordt bij gebruik van eigen vervoer € 0,19 per kilometer vergoed, zonder minimum reisafstand, en bij gebruik van een taxi de werkelijke naar redelijkheid gemaakte kosten.
De vergoeding voor verblijfkosten wordt gesteld op het bedrag van de werkelijke naar redelijkheid gemaakte kosten.
Vergoeding in verband met tijdverlies wordt vastgesteld op het bedrag van de gederfde inkomsten, doch per etmaal ten hoogste op het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
1. Bij verblijf buiten Nederland kan de oproeping de door UWV vooraf geselecteerde wijze van vervoer naar de plaats van oproeping en de wijze van verblijf vermelden. UWV vergoedt alsdan de kosten van dat vervoer en dat verblijf.
2. Indien de opgeroepene geen gebruik maakt van de door UWV geselecteerde wijze van vervoer en verblijf, vergoedt UWV uitsluitend de werkelijke naar redelijkheid gemaakte kosten van vervoer en verblijf.
Dit besluit wordt met de toelichting gepubliceerd in de Staatscourant.
Amsterdam, 22 juni 2010
Voorzitter Raad van bestuur UWV,
J.M. Linthorst
Voor de vergoeding van kosten zijn door UWV en het voormalige Landelijk instituut sociale verzekeringen een drietal afzonderlijke besluiten vastgesteld. Met deze Beleidsregel kostenvergoeding UWV worden deze besluiten vervangen door één algemene beleidsregel. De beleidsregel is van toepassing indien het UWV overgaat tot het oproepen van een persoon op een tijdstip en plaats door UWV bepaalt. De beleidsregel ziet niet alleen op de vergoeding van kosten die gemaakt worden wanneer een persoon wordt opgeroepen te verschijnen op het kantoor van het UWV (voor een controle, onderzoek of (reïntegratie)gesprek), maar ook wanneer hij voor nader onderzoek bij een door het UWV aangewezen deskundige moet verschijnen. Een dergelijk onderzoek vindt veelal niet ten kantore van het UWV plaats. Verder worden kosten vergoed als de opgeroepene door de betreffende deskundige wordt doorverwezen naar een andere deskundige.
Een spontane melding bij kantoren van het UWV of deskundigen of een bezoek naar aanleiding van een verzoek om een deskundigenoordeel geven geen aanspraak op vergoeding van kosten. De beleidsregel is niet van toepassing indien aanspraak bestaat op een kostenvergoeding op grond van een bijzondere regeling.
Grondslag voor de Beleidsregel kostenvergoeding UWV is artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Gelet op artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht zijn in de aanhef van de beleidsregel de wettelijke bepalingen vermeld waaruit de bevoegdheid tot het vaststellen van de beleidsregel mede voorvloeit.
Bij de uitvoering en handhaving van de wettelijk aan UWV opgedragen taken kan UWV personen oproepen te verschijnen op een tijdstip en plaats door UWV bepaald. In die situatie is er sprake van een opgeroepene en heeft deze aanspraak op vergoeding van kosten. De oproeping zal in de regel betreffen de uitvoering van de arbeids(on)geschiktheidswetten Wet WIA, Wet Wajong, WAO, WAZ, Wazo en Ziektewet en daarnaast de Werkloosheidswet en de Toeslagenwet. Ook kan een oproeping uitgaan in het kader van opsporing en handhaving van de door UWV uitgevoerde wetgeving. De oproeping is in de regel schriftelijk.
De oproeping wordt verzonden naar het woonadres van de opgeroepene zoals dat is opgenomen in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Op grond van artikel 1, aanhef, letter a, van de Wet GBA wordt onder woonadres verstaan het adres waar de betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten.
In het eerste lid is de aanspraak van de opgeroepene op vergoeding van kosten vastgelegd. De opgeroepene kan van zijn aanspraak gebruikmaken door het indienen van een declaratie bij UWV.
De begeleider van de opgeroepene heeft op gelijke basis aanspraak op vergoeding van kosten. Omdat een begeleider niet wordt opgeroepen door UWV, worden zijn kosten uitsluitend vergoed voor zover begeleiding naar het oordeel van UWV noodzakelijk is. In de regel zal een verzekeringsarts, arbeidsdeskundige of re-integratie- of werkcoach beoordelen of begeleiding noodzakelijk is en daarvoor toestemming geven.
De vergoeding van kosten van de begeleider komen voor vergoeding in aanmerking voor zover de kosten niet al aan de opgeroepene zijn vergoed. Indien bijvoorbeeld de begeleider en de opgeroepene samen reizen in dezelfde auto zal slechts eenmaal een vergoeding voor reiskosten worden verstrekt.
Declareert de opgeroepene, diens begeleider of beiden kosten die voor vergoeding in aanmerking komen dan betaalt UWV de kostenvergoeding door bijschrijving op de respectieve bankrekeningen. Een kostenvergoeding wordt dus niet contant uitbetaald.
De Beleidsregel kostenvergoeding UWV is een algemene beleidsregel voor vergoeding van kosten voor al die gevallen waarin sprake is van een oproeping door UWV. Beoogt is dus een basisregeling te treffen voor vergoeding van kosten verbonden aan de oproeping. De beleidsregel is echter niet van toepassing in die situaties dat weliswaar sprake kan zijn van een oproeping in de zin van deze beleidsregel, maar de opgeroepene al aanspraak heeft op vergoeding van kosten op grond van een bijzondere regeling, bijvoorbeeld de Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2010.
Wanneer de reisafstand van het woonadres naar plaats van oproeping minder dan 15 kilometer bedraagt worden de daaraan verbonden kosten niet vergoed. Voor een drempel van vijftien kilometer is gekozen om te voorkomen dat anders in de regel lage tot zeer lage vergoedingen moeten worden uitbetaald waartegenover in verhouding onevenredig hoge uitvoeringskosten staan. In de praktijk leidt deze drempel ertoe dat bedragen van minder dan € 5,00 niet worden uitbetaald.
Bij een reisafstand van 15 kilometer of meer bedraagt de vergoeding € 0,19 per kilometer ongeacht de wijze van vervoer. Deze € 0,19 per kilometer wordt dus vergoed ongeacht of wordt gereisd met het openbaar vervoer, eigen auto of fiets. Het totaal aantal kilometers van heen- en terugreis wordt bepaald door het aantal kilometers van de heenreis met twee te vermenigvuldigen en de uitkomst naar boven af te ronden.
Heenreis 17,3 kilometer, terugreis 17,9 kilometer
Voor het recht op vergoeding is de afstand van de heenreis bepalend. De berekening van het aantal kilometers en de hoogte van de vergoeding is dan als volgt:
Totaal aantal kilometers: 17,3 x 2 = 34,6 kilometer naar boven afgerond: 35 kilometer.
Vergoeding: 35 x € 0,19 = € 6,65.
Heenreis 20,6 kilometer, terugreis 19,6 kilometer.
Voor het recht op vergoeding is de afstand van de heenreis bepalend. De berekening van het aantal kilometers en de hoogte van de vergoeding is dan als volgt:
Totaal aantal kilometers: 20,6 x 2 = 41,2 kilometer naar boven afgerond: 42 kilometer.
Vergoeding: 42 x € 0,19 = € 7,98.
Heenreis 14,9 kilometer, terugreis 15,1 kilometer
Voor het recht op vergoeding is de afstand van de heenreis bepalend. De heenreis is minder dan 15 kilometer. Er is geen aanspraak op vergoeding van reiskosten.
De reisafstand wordt bepaald aan de hand van een algemeen erkende en aanvaarde routeplanner als Routenet.nl of de ANWB-routeplanner. Uitgegaan moet worden van de meest optimale route naar het adres van de oproeping.
Uitgangspunt voor het bepalen van de reisafstand is het woonadres van de opgeroepene zoals dat blijkt uit het GBA. Indien echter UWV bij verzending van de oproeping gebruikmaakt van een briefadres of verblijfadres dan kan de opgeroepene voor het bepalen van de reisafstand naar de plaats van oproeping uitgaan van dat brief- of verblijfadres.
Bijzondere reiskosten worden afzonderlijk vergoed. In dit verband is in het vijfde lid bepaald dat noodzakelijk gebruik van een veerdienst afzonderlijk wordt vergoed. De vergoeding wordt op declaratiebasis verstrekt en bedraagt ten hoogste de daadwerkelijk gemaakte kosten.
Een opgeroepene die naar het oordeel van UWV vanwege medische klachten of lichamelijke beperkingen is aangewezen op eigen vervoer heeft aanspraak op een vergoeding van € 0,19 per kilometer, ook indien de reisafstand minder dan vijftien kilometer naar de plaats van oproeping bedraagt. Is de opgeroepene aangewezen op vervoer per taxi dan worden de werkelijke naar redelijkheid gemaakte kosten vergoed. In de praktijk zal de opgeroepene naar aanleiding van de oproeping het gebruik van eigen vervoer of taxi afstemmen met zijn verzekeringsarts, arbeidsdeskundige of reïntegratie- of werkcoach.
Bij vergoeding van verblijfkosten kan worden gedacht aan de kosten voor een maaltijd die de opgeroepene (en eventuele begeleider) moet(en) gebruiken vanwege de afstand van het woonadres naar de plaats van oproeping, in combinatie met het tijdstip van oproeping en de duur van het onderzoek. Uitgangspunt is dat de naar redelijkheid gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking komen.
Als de opgeroepene of diens begeleider aannemelijk kan maken dat hij door het gevolg geven aan de oproeping daadwerkelijk inkomsten derft door tijdverlies, dan kan hij in aanmerking komen voor een vergoeding. De vergoeding wordt vastgesteld op het bedrag van de gederfde bruto inkomsten, met een maximum van ten hoogste het maximumdagloon als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen.
Indien de opgeroepene buiten Nederland verblijft worden veelal de reis en het verblijf vooraf door UWV geregeld. Meestal is vervoer per vliegtuig de meest voordelige oplossing. Bij relatief kortere reizen is vervoer per trein of auto soms voordeliger. Wenst de opgeroepene geen gebruik te maken van het aanbod van UWV en geeft deze de voorkeur aan reizen per eigen of andere wijze van vervoer, dan zijn de kosten daaraan verbonden vaak hoger dan het aanbod van UWV. Reis- en verblijfkosten worden in dat geval dan ook uitsluitend vergoed voor zover sprake is van werkelijke en naar redelijkheid gemaakte kosten.
Amsterdam, 22 juni 2010
Voorzitter Raad van bestuur UWV,
J.M. Linthorst
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-15320.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.