Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 september 2010, nr. 151725, houdende aanwijzing van de stichting GaN als uitvoerder van een Dienst van Algemeen Economisch Belang

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

Besluit:

Artikel 1

Het integraal en voor geheel Nederland beschikbaar maken van betrouwbare gegevens over flora en fauna in Nederland voor overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers is een Dienst van Algemeen Economisch Belang.

Artikel 2

De dienst wordt uitgevoerd door de stichting GaN die daartoe onder meer de zogenoemde Nationale Databank Flora en Fauna ontwikkelt, beheert en exploiteert.

Artikel 3

De borging van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gegevens over flora en fauna geschiedt door de daartoe door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit benoemde Gegevensautoriteit Natuur.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2010 en vervalt op 30 september 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Bezwaar:

  • 1. Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit t.a.v.:

    Dienst Regelingen

    Afdeling Recht en Rechtsbescherming

    Postbus 20401

    2500 EK 's-Gravenhage

  • 3. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

  • 4. Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:

    • de naam en het adres van de indiener;

    • de dagtekening;

    • een omschrijving van het bestreden besluit;

    • de gronden van het bezwaar.

TOELICHTING

Achtergrond

In september 2003 is het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar de Vogel- en Habitatrichtlijn afgerond. De uitkomsten daarvan zijn neergelegd in het rapport ‘Nederland op Slot? De Europese en Nederlandse natuurbeschermingswetgeving nader bezien’.1 Aanleiding voor dit onderzoek was de constatering dat veel partijen knelpunten ervoeren bij de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Een van de aanbevelingen uit dit onderzoek was om een database voor natuurgegevens in te stellen.

Omdat vanuit de markt onvoldoende betrouwbare natuurgegevens worden opgeleverd hebben mijn ambtsvoorganger en ik gehoor gegeven aan bovenstaande aanbeveling. Na overleg met de verschillende belanghebbenden heb ik een Gegevensautoriteit Natuur benoemd. Zijn taak is het bevorderen van de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en volledigheid van natuurgegevens voor bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en burgers. Hij zal worden ondersteund door de stichting Gegevensautoriteit Natuur (hierna: stichting).

Voor een periode van drie jaar zal ik de stichting een ontwikkelings- en een exploitatiesubsidie verstrekken. Tevens zal ik aan de stichting de Nationale Databank Flora en Fauna en enkele roerende goederen (kantoorbenodigdheden, ICT-hardware) overdragen. De bedoeling is dat de stichting uiteindelijk kostendekkend zal opereren en dat de financiering plaatsvindt door de vergoeding die de gebruikers betalen voor de toegang tot de databank, in voorkomend geval ook in concurrentie met andere aanbieders van natuurgegevens mochten die zich in de toekomst aandienen.

Dienst van Algemeen Economisch Belang

Een Dienst van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) is een dienst waarmee het algemeen belang is gediend, maar waarin door de markt niet of onvoldoende wordt voorzien. De overheid kan een organisatie aanwijzen die belast is met een DAEB om in dit marktfalen te voorzien. De compensatie voor het verrichten van een DAEB moet, ingevolge het Altmark2 arrest, om niet als staatssteun te worden aangemerkt, aan de volgende voorwaarden voldoen. De begunstigde onderneming moet daadwerkelijk zijn belast met de uitvoering van de openbare dienstverplichtingen, de parameters op basis waarvan de compensatie wordt berekend moeten vooraf op objectieve en doorzichtige wijze worden vastgesteld, de compensatie mag niet hoger zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen te dekken en het bedrag van de compensatie moet worden vastgesteld aan de hand van de kosten die een gemiddelde goed beheerde onderneming zou hebben gemaakt.

Met dit besluit wordt de stichting aangewezen als DAEB; daarbij worden aan de stichting geen uitsluitende of bijzondere rechten toegekend. Aan de voorwaarden van het Altmark arrest wordt voldaan. De parameters, onder meer loonkosten en kosten voor huisvesting, zijn vastgelegd in het vastgestelde businessplan van de stichting.3 Uit het businessplan blijkt dat de compensatie niet hoger is dan nodig om de kosten van de uitvoering van de DAEB te dekken. Bij de beschikking tot subsidieverlening is bepaald dat nooit meer dan de werkelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Om te verzekeren dat de compensatie geënt is op een efficiënt opererende onderneming is er een benchmark uitgevoerd waarbij het businessplan van de stichting is doorgelicht en een vergelijking is gemaakt met het Kadaster. Op basis van deze benchmark is geconcludeerd dat de GaN een efficiënte onderneming is. Gedurende de looptijd van de subsidie zal er gemonitord worden of de stichting daadwerkelijk doelmatig blijft opereren. Mocht onverhoopt blijken dat de kosten toch hoger zijn dan een doelmatig opererende onderneming zou hebben gemaakt, dan zal de beschikking tot subsidieverlening niet worden vastgesteld op basis van de werkelijke kosten, maar op basis van de kosten die een doelmatig opererende onderneming zou hebben gemaakt.

Ten aanzien van dit aanwijzingsbesluit is een normale voorbereidingsprocedure gevolgd. De gebruikers van de dienst zullen in de toekomst vertegenwoordigd zijn in de op te richten programmacommissie GaN die ten doel heeft de stichting gevraagd en ongevraagd te adviseren over aangelegenheden inzake de programmering van de gegevensvoorziening natuur en de benodigde kwaliteit van natuurgegevens.

Databank

De Nationale Databank Flora en Fauna die de stichting krijgt overgedragen heeft een bijzondere waarde voor mij, voor de stichting en de Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (hierna: PGO’s). Mochten onvoorziene omstandigheden voor de stichting aanleiding geven tot het staken van de exploitatie van deze databank dan zal ik, gelet op het algemene belang bij het voortbestaan van de databank als gegevensvoorziening op het gebied van natuur, in samenspraak met de PGO’s bezien hoe verder invulling kan worden gegeven aan de toekomst van de databank. In het slotdocument verzelfstandiging gegevensautoriteit natuur4 is vastgelegd dat ik een medebeslissingsrecht heb ten aanzien van de verdere toekomst van de NDFF als databank in geval van beëindiging van exploitatie van de NDFF. Ik zal hierbij rekening houden met de posities en rechten van de overige bij de gegevensvoorziening betrokken partijen. Ik zal in die situatie eraan meewerken dat de PGO’s en de overige bij de gegevensvoorziening betrokken partijen toegang behouden tot de dienst en de met die dienst beschikbaar te stellen natuurgegevens en desgewenst de beschikking krijgen tot de software, de overige voorzieningen die nodig zijn voor het gebruik van de gegevensvoorziening en de daarin opgenomen natuurgegevens.

De Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Kamerstukken II 2002/2003, 29 043, nr. 1.

XNoot
2

HvJ EG 24 juli 2003, zaak C280/00.

XNoot
3

http://www.gegevensautoriteitnatuur.nl

XNoot
4

http://www.gegevensautoriteitnatuur.nl

Naar boven