Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 september 2010, nr. IVV/FB/2010/17343, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met een verlenging van de inlooptermijn van dekkingssaldi

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 2.2, negende lid, van het Besluit Wfsv;

Besluit:

ARTIKEL I

De regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk 3 komt te luiden:

Afdeling 2. Vaststelling sectorpremiepercentage

2. In hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Regeling Wfsv wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 4. Inlooptermijn dekkingssaldi

Artikel 3.14 Verlenging inlooptermijn

Ten behoeve van de vaststelling van het sectorpremiepercentage, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit Wfsv, voor het jaar 2011 wordt de termijn van drie kalenderjaren, bedoeld in artikel 2.2, derde, vijfde en zesde lid, van het Besluit Wfsv, verlengd tot vijf kalenderjaren.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 september 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Bij besluit van 17 augustus 2010 houdende wijziging van het Besluit Wfsv, Stb. 326, is in verband met de vaststelling van het premiepercentage in artikel 2.2 van het Besluit Wfsv een delegatiemogelijkheid opgenomen op grond waarvan de maximum inlooptermijn bij dekkingssaldi in sectorfondsen bij ministeriële regeling kan worden verlengd van drie kalenderjaren tot vijf kalenderjaren. Bij de onderhavige wijziging van de Regeling Wfsv wordt de verlengde termijn in werking gesteld ten behoeve van de premievaststelling voor het jaar 2011.

Met de inwerkingtreding van deze ministeriële regeling stelt het UWV een zodanig premiepercentage vast dat een overschot of een tekort binnen maximaal vijf kalenderjaren is ingelopen dan wel is aangezuiverd. Dit biedt sectoren de mogelijkheid om een stabieler premieniveau aan te houden bij de geraamde hoge werkloosheidslasten – en dus sectorpremies – in 2011. De praktijk van het lopende jaar heeft aangetoond dat de verlenging van de inlooptermijn tot vijf jaar een dempend effect op de premiestijging sorteert, met name voor sectoren die relatief zwaar zijn getroffen door de economische crisis. De betalingsverantwoordelijkheid voor de uitkeringslasten van afzonderlijke sectoren blijft bij deze maatregel onaangetast.

De vijf jaar waarbinnen het dekkingssaldo weggewerkt dient te worden betreft een maximum termijn van de mogelijke inlooptermijnen die het UWV de sectoren aanbiedt. Bij de definitieve vaststelling van de sectorpremie zal het UWV het advies van een sector meewegen indien een sector een premieadvies uitbrengt op basis van de premienota.

Het is van belang dat de onderhavige regeling zo spoedig mogelijk in werking treedt. Hiermee wordt afgeweken van het beleid voor vaste inwerkingtredingdata ingevolge de systematiek van Vaste Verandermomenten1. Deze afwijking is te rechtvaardigen omdat de sectoren gebaat zijn bij een spoedige bekendmaking van de wijzigingsregeling in verband met de hierop te baseren tijdige bekendmaking van de sectorpremiepercentages door het UWV per 1 januari 2011 (uitzonderingsgrond 1).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.


XNoot
1

TK 2009–2010, 29 515, nr. 309.

Naar boven