Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 september 2010, nr. WJZ/10134207, houdende wijziging van enkele regelingen in verband met aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5e van de Mededingingswet en de artikelen 21, eerste lid, en 49 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gegevensuitwisseling NMa-EZ wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 8, eerste lid, wordt ‘artikel 5d van de wet’ vervangen door: artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

B

Artikel 9 vervalt.

C

In artikel 11, eerste lid, wordt ‘overeenkomstig artikel 5g van de wet’ vervangen door: overeenkomstig artikel 18, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

D

In § 7 wordt voor artikel 15 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a

Deze regeling berust op artikel 5e van de Mededingingswet.

ARTIKEL II

De Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 6 wordt ‘artikel 48, tweede lid, van de wet’ gewijzigd door: artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

B

In vraag 8 van bijlage 2 wordt ‘artikel 48, tweede lid, van de wet’ gewijzigd door: artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

ARTIKEL III

In de beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 december 2009, nr. WJZ/9217858, inzake de inschrijving van limited liability partnerships in het handelsregister (Stcrt. 19173) wordt na de zinsnede ‘de in Nederland werkzame beheerder of een andere dergelijke gevolmachtigde en zijn functie.’ de volgende zin toegevoegd:

Deze beleidsregel berust op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 september 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

I. Algemeen

Met ingang van 1 februari 2007 is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (hierna: kaderwet) in werking getreden. Op grond van artikel 2, tweede lid, van de kaderwet dient in de instellingswet van elk bestuursorgaan dat aan de definitie van zelfstandig bestuursorgaan van de kaderwet voldoet, te worden aangegeven dat de kaderwet op dat orgaan van toepassing is. Ook dienen de betreffende instellingswetten te worden aangepast aan de kaderwet.

Met de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 208) wordt de kaderwet van toepassing verklaart op de zelfstandige bestuursorganen die onder het Ministerie van Economische Zaken ressorteren. Daarnaast regelt de voornoemde wet van

29 april 2010 dat de betreffende instellingswetten in lijn worden gebracht met de kaderwet.

Met de genoemde wet van 29 april 2010 worden onder meer de Mededingingswet en de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 gewijzigd. Als gevolg daarvan dienen de Regeling gegevensuitwisseling NMa-EZ, de Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel en de beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 december 2009, nr. WJZ/9217858, inzake de inschrijving van limited liability partnerships in het handelsregister (Stcrt. 19173) te worden aangepast. Deze regeling voorziet hierin.

II. Artikelen

Artikel I

In artikel I wordt de Regeling gegevensuitwisseling NMa-EZ aangepast aan de wijzigingen in de Mededingingswet als gevolg van de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 208).

De wijzigingen in de artikelen 8 en 11 (onderdelen A en C) houden verband met het feit dat de bevoegdheid tot het stellen van beleidsregels door de Minister van Economische Zaken onderscheidenlijk de verplichting tot het opstellen van een jaarverslag door de NMa voortaan voortvloeien uit de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

Artikel 9 van die regeling kan vervallen, aangezien artikel 5l van de Mededingingswet een en ander thans regelt (zie onderdeel B).

Aanvankelijk was de Regeling gegevensuitwisseling NMa-EZ gebaseerd op artikel 5e, tweede lid, van de Mededingingswet. Dit is thans artikel 5e van die wet. Het nieuwe artikel 14a bepaalt dat voor alle duidelijkheid (onderdeel D).

Artikel II

In artikel II wordt Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel aangepast aan een wijziging in de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 als gevolg van de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 208). De verwijzingen in die regeling naar artikel 48, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel betreffende de jaarrekening worden vervangen door verwijzingen naar artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, omdat laatstgenoemd artikel thans in dit onderwerp voorziet.

Artikel III

In artikel III wordt de beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 december 2009, nr. WJZ/9217858, inzake de inschrijving van limited liability partnerships in het handelsregister (Stcrt. 19173) aangepast aan een wijziging in de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 als gevolg van de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 208). Aanvankelijk was die beleidsregel gebaseerd op artikel 54c, eerste lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997. Dit is thans artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de nieuw aan de beleidsregel toegevoegde zin bepaalt dat voor alle duidelijkheid.

Artikel IV

De inwerkingtreding van deze regeling geschiedt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de wet van 29 april 2010 tot aanpassing van EZ-instellingswetten aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Stb. 208 en 209).

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven