Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 september 2010, nr. WJZ/10132311, tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 (subsidieplafond borgstelling MKB-kredieten)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt achter nummer 1.1 in kolom 6 ‘765.000.000’ vervangen door: 805.000.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 september 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met deze regeling wordt het subsidieplafond voor de borgstelling MKB-kredieten verhoogd van € 765 miljoen naar € 805 miljoen.

Ultimo augustus is van het voor 2010 beschikbare budget ad € 765 miljoen reeds € 470 miljoen uitgeput. Extrapolatie op basis van het patroon in de uitputtingscijfers in de jaren 2006 tot en met 2009 toont aan dat er een gerede kans bestaat dat het voor 2010 beschikbare budget nagenoeg volledig benut zal worden.

De uitvoering van de BMKB verloopt via de banken. Het in enig jaar beschikbare budget wordt volgens een bepaalde formule over de banken verdeeld (quotumsystematiek). Omdat niet exact voorspeld kan worden hoeveel budget benut wordt, worden de quota zodanig vastgesteld dat het kredietverleningproces van de banken er niet door wordt belemmerd, m.a.w. de banken krijgen de beschikking over hogere quota dan ze feitelijk gebruiken.

In de achterliggende jaren konden de in enig jaar noodzakelijke aanpassingen van de quota steeds opgevangen worden binnen het voor de BMKB beschikbare budget. Nu het er naar uit ziet dat het budget voor 2010 (nagenoeg) volledig uitgeput zal worden, dient het totaalbedrag van de quota (voor het eerst) opgetrokken te worden tot boven het niveau van het oorspronkelijk beschikbare budget.

In goed overleg met de banken is dan ook besloten om het plafond met € 40 miljoen te verhogen tot € 805 miljoen om de verruiming van de quota mogelijk te maken.

2. Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft de bekendmaking van een subsidieplafond waarvoor afwijking in dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij een spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

3. Administratieve lasten

Omdat de verhoging van het budget tot € 805 miljoen alleen een technische exercitie is om het voor 2010 beschikbare budget maximaal uit te kunnen putten, leidt de gepubliceerde budgetverhoging niet tot extra administratieve lasten.

Bij de verwachte, (nagenoeg) volledige uitputting van het budget van de BMKB ad € 765 miljoen zullen circa 3.750 borgstellingskredieten kunnen worden ingepast.

De administratieve lasten van het instrument zijn door het EIM in haar rapport van 30 oktober 2009 becijferd op gemiddeld € 380 per ingepast krediet. Volledige benutting van het budget leidt derhalve tot een totaal aan administratieve lasten van € 1.425.000 of wel circa 0,2% van het beschikbare budget.

Het EIM heeft in haar eerdergenoemd rapport de administratieve lasten voor de BMKB, gerelateerd aan de totale portefeuille aan openstaande garanties, berekend op 0,02%.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven