Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 september 2010, nr. WJZ/10135504, tot wijziging van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 (IPC bouw 2010)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 16 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In de tabel in artikel 1 van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2010 wordt na nummer 2.5 een nieuwe regel ingevoegd , luidende:

2.5a

Subsidieregeling innoveren (innovatieprestatiecontracten)

4.10

Een IPC-verband dat voor meer dan 50% bestaat uit IPC-deelnemers met de SBI-code 41 en 43

27-09 t/m 31-12

5.900.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 september 2010

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Op middellange termijn verandert de bouwopgave structureel van karakter: de invloed van de gebruiker zal toenemen, evenals de behoefte aan onderhoud en renovatie. Om haar maatschappelijke taak ook in de toekomst afdoende te kunnen vervullen, moet de bouwsector nieuwe producten en diensten ontwikkelen door te innoveren.

Op korte termijn blijft de bouwmarkt echter nadelige gevolgen ondervinden van de schaarste aan financieringsmogelijkheden voor consumenten en bedrijven vanwege de recente recessie. Als laatcyclische sector blijft de bouw achter en moet de weg naar het herstel nog maken. Er is dus nog steeds sprake van vraaguitval. Alleen de grond-, water- en wegenbouw blijft door de rijksinvesteringen in de komende jaren op peil. Met name de woning- en utiliteitsbouw en de in dat kader gespecialiseerde werkzaamheden hebben het zwaar. Het is daarom belangrijk om de bouw te stimuleren om te blijven innoveren. Gezien het belang van innovatie voor deze sector worden hiertoe extra middelen ter beschikking gesteld in het kader van deze regeling.

2. De deelnemers aan een innovatieprestatiecontract (IPC)

De IPC’s die in aanmerking komen voor subsidie betreffen vanzelfsprekend projecten die als doel hebben het innovatievermogen van de bouw te verhogen. De IPC’s bestaan voor meer dan 50% uit bedrijven met de SBI-code 41 en 43 (Standaard Bedrijfsindeling 2008 CBS juli 2008). Het gaat hier dus om bedrijven die zich richten op algemene burgerlijke en utiliteitsbouw en projectontwikkeling (SBI code 41) en op gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw (code 43).

3. Vaste verandermomenten

De inwerkingtredingsbepaling wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Het betreft de bekendmaking van een subsidieplafond waarvoor afwijking in dat kabinetsstandpunt wegens uitzonderingsgrond 1 (de regelgeving heeft een directe relatie met andere jaarindelingen, zoals het subsidiejaar, en de doelgroepen zijn gebaat bij een spoedige inwerkingtreding) in dit geval is toegestaan.

4. Administratieve lasten

De consequenties van het aanpassen van hoofdstuk 4 (Innovatieprestatiecontracten) van de subsidieregeling Innoveren door de ophoging van het budget van artikel 4.10 voor de administratieve lasten zijn beperkt. De ophoging van het budget bedraagt € 5,9 mln. De administratieve lasten per aanvraag nemen hierdoor niet toe.

In totaal van de regeling gezien nemen de absolute lasten door het verhogen van het budget en het grotere aantal aanvragen wel toe van € 509.452 naar € 595.848.

Daar de regeling slechts voor een beperkte groep aanvragers wordt opengesteld is de verhoging van de totale administratieve lasten door deze wijzigingen uitgedrukt in % van het subsidiebedrag slechts heel beperkt namelijk van 1,34% naar 1,35%

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven