Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 september 2010, nr. 151451 houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de bloembollenteelt tegen stengelaaltjes door een aanvullende grondontsmetting (Tijdelijke vrijstelling Basamid cleanstart ter bestrijding van stengelaaltjes in de teelt van bloembollen)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gezien het verzoek van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur van 26 augustus 2010;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gewasbeschermingsmiddel Basamid Cleanstart ter bestrijding van stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci) in de teelt van bloembollen.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 16 oktober 2010.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling Basamid Cleanstart ter bestrijding van stengelaaltjes in de teelt van bloembollen. Het zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

Gebruiksvoorschriften

Algemeen

Toegestaan is uitsluitend het gebruik van het middel Basamid Cleanstart (toelatingsnummer 13213) als grondontsmettingsmiddel in de teelt in de vollegrond van bloembollen, ingeval van een officiële besmetverklaring met het quarantaine organisme stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci), teneinde een teeltverbod van voor stengelaaltjes vatbare (bloem)bolgewassen, opgelegd door de Plantenziektenkundige Dienst, op te heffen.

Het middel mag normaliter slechts eenmaal per drie jaren worden toegepast en slechts in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus.

Werkwijze

Ingeval van een door de Plantenziektenkundige Dienst opgelegd teeltverbod kan één extra behandeling worden uitgevoerd in de periode tot en met 15 oktober 2010.

Daarbij dienen voor het overige de gebruiksvoorschriften gegeven door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden bij de toelating met kenmerk 13213, te worden nageleefd.

TOELICHTING

Op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van Basamid Cleanstart ter bestrijding van het stengelaaltje in de teelt van bloembollen. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden. Vrijstelling wordt ingevolge artikel 38, tweede lid, van de wet, in ieder geval verleend ter uitvoering van een communautaire maatregel, die is gericht op een te bestrijden gevaar.

Het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci) is een quarantaine organisme dat de kwaliteit van bolgewassen aantast. Het stengelaaltje is in bijlage II, deel A, rubriek II, van richtlijn 2000/29/EG aangemerkt als schadelijk organisme dat in de EU-lidstaten voorkomt. Besmettingen in plantgoed of in de grond moeten onschadelijk worden gemaakt. Er is derhalve sprake van een communautaire maatregel, gericht op de bestrijding van een gevaar.

Het middel wordt gebruikt om de grond chemisch te ontsmetten na besmetting met het stengelaaltje. Op grond van de huidige toelating mag Basamid Cleanstart tot en met 31 augustus 2010 eens in de drie jaren worden ingezet voor een ontsmetting.

Bij constatering van het quarantaineorganisme D. dipsaci geeft de Plantenziektenkundige Dienst voor het desbetreffende perceel een zogenoemde besmetverklaring af. Het gevolg daarvan is dat de bloembollenteler de teelt van bollen of andere waardplanten voor het stengelaaltje op dat perceel dient te staken voor ten minste zes of soms zelfs tien jaren. Voor de bollenteler is dit geen economisch aanvaardbare situatie. Indien het desbetreffende perceel voor afloop van het teeltverbod vrij van het schadelijke organisme is, kan een verzoek tot opheffing van het teeltverbod worden aangevraagd bij de Plantenziektenkundige Dienst. Bij een positieve uitslag is de teelt van bloembollen op hetzelfde perceel weer mogelijk.

Bij besluit van 17 augustus jl. (Staatscourant 25-8-2010, nr, 13212) is het grondontsmettingsmiddel Monam Cleanstart (op basis van metam-natrium) voor 120 dagen vrijgesteld vanwege het kunnen ontsmetten van bloembollenpercelen waar een teeltverbod is opgelegd. Zoals hierboven vermeld mag Basamid Cleanstart, een middel op basis van dazomet, worden gebruikt tot en met 31 augustus 2010. De ervaring leert dat een combinatie van beide middelen het meest effectief is. Metam-natrium is een grondontsmettingsmiddel dat wordt geïnjecteerd of ingespit. Het middel ontwikkelt zich in MIT gas dat zich verspreidt door de grond en bij voldoende blootstelling de zich in de grond bevindende stengelaaltjes doodt. Het gas is meestal te snel uit de toplaag verdwenen om voldoende effect te hebben. Daarom wordt in de toplaag ook het korrelvormige Basamid toegepast dat eveneens MIT gas ontwikkelt, waardoor toch een voldoende hoge concentratie ontstaat om zich in de toplaag bevindende aaltjes te doden.

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft de einddatum van 31 augustus bij de toelating van Basamid zo bepaald vanwege het begin van de weerskundige herfst en daarmee de grotere kans op uitspoeling als gevolg van regenval in het najaar. Tevens is echter gebleken dat er nog diverse percelen besmet verklaard zijn, die nog niet behandeld konden worden voor 31 augustus 2010. Het risico voor het milieu blijft beperkt, gezien het kleine areaal (20 ha), waarvoor de grondontsmetting nodig zal zijn. Om deze redenen acht ik bijzondere omstandigheden aanwezig om alsnog het gebruik van Basamid Cleanstart voor de bewuste 20 hectares waarvoor een besmetverklaring is afgegeven door de Plantenziektenkundige Dienst mogelijk te maken. Het middel mag tot en met 15 oktober 2010 worden gebruikt.

Naar boven