HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. de minister:
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- b. de wet:
de Wet identiteitskaarten BES;
- c. het besluit:
het Besluit identiteitskaarten BES.
Artikel 2
1. De identiteitskaarten worden in het openbaar lichaam Bonaire afgegeven overeenkomstig het model dat als bijlage 1 bij deze
regeling is gevoegd.
2. De identiteitskaarten worden in het openbaar lichaam Sint Eustatius afgegeven overeenkomstig het model dat als bijlage 2
bij deze regeling is gevoegd.
3. De identiteitskaarten worden in het openbaar lichaam Saba afgegeven overeenkomstig het model dat als bijlage 3 bij deze regeling
is gevoegd.
HOOFDSTUK 2. FOTOVEREISTEN EN NADERE GEGEVENS IN DE IDENTITEITSKAART
Artikel 3
1. De foto voor de identiteitskaart voldoet aan de eisen die als acceptatiecriteria voor een pasfoto zijn opgenomen in de fotomatrix,
bedoeld in artikel 28 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001.
2. Indien betrokkene heeft aangetoond dat godsdienstige of levensbeschouwelijke redenen zich verzetten tegen het niet bedekken
van het hoofd, kan van die eis worden afgeweken.
3. Indien op grond van objectief vast te stellen fysieke of medische redenen, door betrokkene niet kan worden voldaan aan alle
eisen, kan van deze eisen worden afgeweken. Bij gerede twijfel aan de medische redenen kan van betrokkene worden verlangd,
dat deze daartoe een door een bevoegde arts of medische instelling ondertekende verklaring overlegt.
Artikel 4
In aanvulling op de gegevens, genoemd in artikel 2 van de wet en artikel 1a van het besluit, worden, in de daarvoor in aanmerking
komende gevallen, in een identiteitskaart de standaardclausules opgenomen, genoemd in bijlage A, onderdeel I, van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001.
HOOFDSTUK 3. ADMINISTRATIEVE MAATREGELEN EN BEVEILIGING
Artikel 5
1. Het bestellen en in ontvangst nemen van zendingen blanco identiteitskaarten geschiedt door ambtenaren die ingevolge de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001 bevoegd zijn tot het bestellen en in ontvangst nemen van zendingen blanco noodpaspoorten en laissez-passer’s.
2. De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, draagt er zorg voor dat de aflevering plaatsvindt in de kluis die ook gebruikt wordt
voor de aflevering van reisdocumenten, als bedoeld in de Paspoortwet, of in een kluis die aan dezelfde voorwaarden voldoet.
Indien aflevering in de kluisruimte niet mogelijk of niet doelmatig is, vindt aflevering plaats in een voor het publiek afgesloten
ruimte zo dicht mogelijk bij de kluis.
3. De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, controleert direct of de zending voor de gezaghebber bestemd is, afwijkingen vertoont,
beschadigd is of dat er documenten ontbreken. Indien dit het geval is, wordt het agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens
en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hiervan direct in kennis gesteld.
4. Na controle van de zending wordt deze veilig gesteld. Indien de aflevering niet aan de kluis geschiedt, ziet de ambtenaar
die de zending in ontvangst heeft genomen erop toe, dat deze na controle direct in de kluis wordt opgeslagen.
Artikel 6
1. De blanco identiteitskaarten worden in volgorde van de nummers verbruikt.
2. Blanco identiteitskaarten die onjuist blijken te zijn vervaardigd of zijn beschadigd worden op beveiligde wijze aan het agentschap
Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden.
Artikel 7
De vernietiging van een ingeleverde identiteitskaart geschiedt door het document op gecontroleerde wijze te verbranden of
te versnipperen, zodat reconstructie van de identiteitskaart niet meer mogelijk is.
Artikel 8
De artikelen 90, 91, eerste, tweede en derde lid, 92, 93, eerste, vijfde, zesde, negende tot en met dertiende lid, 94, eerste
en derde lid en 95 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4. KOSTEN EN AFDRACHT AAN HET RIJK
Artikel 9
1. Voor iedere door de minister geleverde blanco identiteitskaart zijn de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
aan het Rijk een bedrag aan kosten verschuldigd van USD 3,00.
2. Geen kosten zijn verschuldigd voor blanco identiteitskaarten die niet op de juiste wijze zijn vervaardigd.
Artikel 10
1. De minister stelt per kwartaal het bedrag vast van de kosten die door het openbaar lichaam aan het Rijk moeten worden afgedragen.
2. De vaststelling van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, geschiedt aan de hand van het aantal in het desbetreffende kwartaal
geleverde blanco identiteitskaarten, verminderd met het aantal in het desbetreffende kwartaal teruggezonden blanco identiteitskaarten
die niet op de juiste wijze zijn vervaardigd.
3. De minister zendt binnen vier weken na afloop van een kwartaal een factuur aan het openbaar lichaam, waarin het overeenkomstig
het tweede lid vastgestelde bedrag van de aan het Rijk af te dragen kosten wordt vermeld.
4. De afdracht van de aan het Rijk verschuldigde kosten geschiedt uiterlijk binnen vier weken na de verzending van de factuur,
bedoeld in het derde lid, door middel van automatische incasso van een door het openbaar lichaam daartoe geopende bankrekening.
HOOFDSTUK 5. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 11
1. Een identiteitskaart die in Bonaire is afgegeven voor de inwerkingtreding van deze regeling behoudt de geldigheidsduur die
daarin is vermeld.
2. Een identiteitskaart die in Sint Eustatius of Saba is afgegeven voor de inwerkingtreding van deze regeling behoudt tot 1
juli 2011 de geldigheidsduur die daarin is vermeld.
Artikel 12
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.
Artikel 13
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling identiteitskaarten BES.
TOELICHTING
1. Inleiding
Met de inwerkingtreding van de Invoeringswet BES heeft de Landsverordening Identiteitskaarten van de Nederlandse Antillen
de status van wet gekregen voor de nieuwe openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het op de Landsverordening gebaseerde
Landsbesluit identiteitskaarten 2002 is de status van algemene maatregel van bestuur toegekend. Om de inhoud van de op deze
wijze ontstane Wet identiteitskaarten BES (hierna: de Wet) en van het Besluit identiteitskaarten BES (hierna: het Besluit)
in overeenstemming te brengen met de nieuwe staatkundige verhoudingen zijn daarin de nodige wijzigingen aangebracht. Die wijzigingen
zijn, overeenkomstig de uitgangspunten voor de transitie, grotendeels technische aanpassingen.
De Wet en het Besluit bevatten verschillende delegatiebepalingen, waarin voor de daarin genoemde onderwerpen wordt verwezen
naar nadere bij ministeriële regeling te stellen regels. De onderhavige Regeling identiteitskaarten BES (hierna: de Regeling)
vormt de uitwerking van deze delegatiebepalingen. Hierna worden de belangrijkste bepalingen van de Regeling toegelicht.
2. Het model van de identiteitskaarten
Voor ieder openbaar lichaam is een apart model van de identiteitskaart vastgesteld (artikel 2 van de Regeling). Het opvallendste
onderscheid tussen de verschillende modellen wordt gevormd door het op de identiteitskaart afgebeelde wapen van het openbaar
lichaam. Met de afbeelding van het eigen wapen wordt de band tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de inwoners van deze
openbare lichamen tot uitdrukking gebracht. De modellen zijn als bijlage 1, 2 en 3 bij de Regeling gevoegd.
3. Fotovereisten en nadere gegevens in de identiteitskaart
De foto van de houder wordt in het kader van de afgifte van de identiteitskaart ter plaatse gemaakt met behulp van de apparatuur
die de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van artikel 1a, tweede lid, van het Besluit daartoe
aan de gezaghebbers ter beschikking heeft gesteld. Op grond van artikel 3, eerste lid, van de Regeling dient de foto te voldoen
aan dezelfde eisen als die worden gesteld aan foto’s die door de aanvrager van een Nederlands reisdocument worden overgelegd.
Die eisen zijn beschreven in de zogenaamde fotomatrix, bedoeld in artikel 28 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland
2001. Aangezien de gezaghebber al langere tijd belast is met de uitgifte van Nederlandse paspoorten, bestaat inmiddels de
nodige ervaring met het gebruik van deze fotomatrix. Hetzelfde geldt met betrekking tot de toegestane uitzonderingen op fotovereisten
in verband met godsdienstige of levensbeschouwelijke, dan wel medische redenen. Deze uitzonderingen zijn, evenals de fotomatrix,
ontleend aan de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001.
Artikel 2 van de Wet en artikel 1a van het Besluit bevatten al een vrijwel volledige opsomming van de gegevens die in een
identiteitskaart moeten worden vermeld. Artikel 4 van de Regeling voegt daar nog de standaardclausules aan toe die dienen
ter aanduiding van de burgerlijke staat van de houder van de identiteitskaart, indien deze verzoekt om vermelding op de kaart
van de geslachtsnaam van de echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner, dan wel, indien de houder geen echtgenoot, echtgenote
of geregistreerde partner meer heeft, de geslachtsnaam van de gewezen echtgenoot, echtgenote of geregistreerde partner met
wie het huwelijk of het geregistreerd partnerschap laatstelijk is geëindigd. De desbetreffende clausules zijn de standaardclausules
die in bijlage A, onderdeel I, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 zijn vastgelegd voor Nederlandse reisdocumenten.
4. Administratieve maatregelen en beveiliging
De artikelen 5 tot en met 8 van de Regeling bevatten bepalingen die gericht zijn op het waarborgen van de beveiliging van
de identiteitskaarten en de persoonsgegevens, foto en handtekening van de houder tegen verlies of aantasting en tegen onbevoegde
kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan. De maatregelen komen grotendeels overeen met de voorschriften die op dit
gebied zijn opgenomen in de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en gelden voor de Nederlandse reisdocumenten. Zij betreffen
de controle en veiligstelling in een kluis van ontvangen blanco identiteitskaarten, het informeren van het agentschap Basisadministratie
Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties indien een zending blanco
identiteitskaarten afwijkingen vertoont, beschadigd is of er documenten in ontbreken, het op beveiligde wijze opsturen van
onjuist vervaardigde of beschadigde identiteitskaarten aan het genoemde agentschap, de wijze waarop ingeleverde identiteitskaarten
ter plaatse moeten worden vernietigd en overige fysieke en organisatorische maatregelen die door de gezaghebber moeten worden
getroffen om een beveiligde afgifte van identiteitskaarten mogelijk te maken.
5. Kosten en afdracht aan het Rijk
In artikel 9 van de Regeling is het bedrag opgenomen van de kosten die de openbare lichamen voor iedere door de minister geleverde
blanco identiteitskaart verschuldigd zijn aan ’s Rijks schatkist. Het in artikel 9, eerste lid, genoemde bedrag van $ 3,00
maakt het de openbare lichamen mogelijk om de identiteitskaarten voor een bescheiden tarief aan de inwoners beschikbaar te
stellen. Dit is van belang vanwege het feit dat het bezit van een identiteitskaart in de openbare lichamen een wettelijke
verplichting is voor alle personen van twaalf jaar en ouder die als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens (het
bevolkingsregister) zijn ingeschreven.
De levering van de blanco documenten geschiedt in de praktijk door een daartoe door de minister aangewezen bedrijf. Indien
geleverde blanco identiteitskaarten onjuist zijn geproduceerd, behoeven daarvoor geen kosten te worden afgedragen. Identiteitskaarten
die later als gevolg van handelingen die onder verantwoordelijkheid van de gezaghebber plaatsvinden onbruikbaar worden (bijvoorbeeld
door onjuiste opslag of personalisering) dan wel vermist raken, komen voor rekening van het desbetreffende openbaar lichaam.
Het bedrag van de kosten die door het openbaar lichaam aan het Rijk moeten worden afgedragen, wordt blijkens artikel 10 van
de Regeling per kwartaal door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld. Binnen vier weken na
afloop van een kwartaal zendt de minister een factuur aan het openbaar lichaam. Uiterlijk binnen vier weken na verzending
van de factuur dient deze te worden betaald door middel van automatische incasso van een door het betrokken openbaar lichaam
daartoe geopende bankrekening. Voor deze wijze van afdracht is aansluiting gezocht bij de regeling die in artikel 3, vierde
lid, onder b, van het Besluit paspoortgelden is neergelegd voor de betaling van de kosten van de reisdocumenten die door de
gezaghebbers worden uitgegeven.
6. Overgangsregeling voor identiteitskaarten van het oude model
Artikel 11 bevat een overgangsregeling voor de bestaande identiteitskaarten die voor de inwerkingtreding van de Regeling in
Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn afgegeven. De thans in Bonaire in omloop zijnde identiteitskaarten hebben een grote overeenkomst
met het nieuwe model en beschikken over een vergelijkbaar beveiligingsniveau. Om die reden wordt niet voorzien in een omwisseling
van de bestaande identiteitskaarten met identiteitskaarten van het model dat bij deze Regeling is gevoegd. Dit betekent dat
de identiteitskaarten die voor de inwerkingtreding van deze Regeling in Bonaire zijn afgegeven, geldig blijven tot de datum
waarop de geldigheidsduur volgens het document eindigt.
In Sint Eustatius en Saba zijn geen identiteitskaarten in omloop die vergelijkbaar zijn met de identiteitskaarten die op grond
van deze Regeling worden afgegeven. Het is voor die openbare lichamen dan ook wenselijk dat binnen afzienbare termijn de in
omloop zijnde identiteitskaarten worden vervangen door identiteitskaarten van het nieuwe model. Besloten is dat dit uiterlijk
op 1 juli 2011 moet zijn gerealiseerd. Tot dat tijdstip behouden de voor de inwerkingtreding van deze Regeling in Sint Eustatius
en Saba afgegeven identiteitskaarten de geldigheidsduur die daarin is vermeld.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.