Regeling van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 september 2010, nr. 2010-0000607117, houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling rechtspositie Rijksvertegenwoordiger BES)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 6, vijfde lid, en 7, derde lid, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het in artikel 6, eerste lid, onder a, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES bedoelde bedrag is gelijk aan de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke kosten verbonden aan het vervoer van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, zo nodig vermeerderd met reis- en verblijfkosten welke de betrokkene en eventueel een of meer van diens gezinsleden vooraf heeft gemaakt ter bezichtiging van de woonruimte.

  • 2. Het in artikel 6, eerste lid, onder b, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES bedoelde bedrag is gelijk aan de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke kosten van het vervoer van de bagage en van de inboedel van de betrokkene naar de nieuwe woning tot maximaal 30 m³, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken en de verschuldigde invoerrechten, tot een maximum van € 5.445.

  • 3. De in artikel 6, derde lid, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES bedoelde vergoeding voor tijdelijke huisvesting bedraagt 12% van de bezoldiging per maand en gedurende een periode van ten hoogste vier maanden.

Artikel 2

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES, betreft:

  • a. de kosten voor het gebruik van het volgens dienstregeling functionerend openbaar vervoer;

  • b. de kosten voor het gebruik van een ander vervoermiddel;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten.

Artikel 3

  • 1. De vergoeding voor kosten voor woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES, betreft:

    • a. de kosten voor het gebruik van het volgens dienstregeling functionerend openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer;

  • 2. Indien de Rijksvertegenwoordiger voor de uitoefening van de functie binnen het openbaar lichaam waar hij gezeteld is geen aanspraak maakt op de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, ontvangt hij de kosten voor het gebruik van het volgens dienstregeling functionerend openbaar vervoer.

Artikel 4

  • 1. Indien de Rijksvertegenwoordiger voor de uitoefening van zijn functie voor vervoer binnen het openbaar lichaam waar hij gezeteld is regelmatig zakelijk gebruik maakt van een eigen personenauto, heeft hij daarvoor aanspraak op een vaste vergoeding of een vergoeding op basis van het jaarlijks per eigen personenauto afgelegde aantal kilometers.

  • 2. De vaste vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per maand:

    • a. € 64,75 in de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba;

    • b. € 166,50 in het openbaar lichaam Bonaire.

  • 3. De vergoeding op basis van het jaarlijks per eigen personenauto afgelegde aantal kilometers, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan het product van het aantal kilometers en het bedrag, genoemd in artikel 2 van de Reisregeling binnenland. Het aantal kilometers dat maximaal kan worden gedeclareerd bedraagt per jaar:

    • a. 2100 in de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba;

    • b. 5400 in het openbaar lichaam Bonaire.

  • 4. Indien de Rijksvertegenwoordiger voor de uitoefening van de functie binnen het openbaar lichaam waar hij gezeteld is geen aanspraak maakt op de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, ontvangt hij de kosten voor het gebruik van het volgens dienstregeling functionerend openbaar vervoer.

Artikel 5

Het declareren van de kosten geschiedt onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES in werking treedt.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie Rijksvertegenwoordiger BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

TOELICHTING

In deze regeling worden op grond van het Rechtspositiebesluit Rijksvertegenwoordiger BES (hierna: Rechtspositiebesluit) enkele regelingen getroffen inzake de vergoeding van onkosten. Het betreft de voorzieningen voor verhuis-, reis-, verblijfkosten en kosten voor woon-werkverkeer.

Artikel 1

De Rijksvertegenwoordiger heeft op grond van artikel 6, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit, in verband met de ambtsaanvaarding, aanspraak op een eenmalige verhuiskostenvergoeding bestaande uit een aantal elementen. Het betreft een bedrag voor de kosten verbonden aan het vervoer van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, zo nodig vermeerderd met reis- en verblijfkosten welke de betrokkene en eventueel één of meer van diens gezinsleden vooraf heeft gemaakt ter bezichtiging van woonruimte (artikel 6, eerste lid, onder a ). Voorts gaat het om een bedrag voor de kosten van het vervoer van de bagage en van de inboedel van de betrokkene naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken en de verschuldigde invoerrechten (artikel 6, eerste lid, onder b). Tot slot betreft het een bedrag van tien procent van de jaarlijkse bezoldiging voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten (artikel 6, eerste lid, onder c). Artikel 1 van deze regeling bepaalt de hoogte van en de voorwaarden voor de aanspraak op de bedragen genoemd in artikel 6, eerste lid, onder a en b van het Rechtspositiebesluit. Gekozen is om in plaats van het opnemen van concrete bedragen in de bepaling, te verwijzen naar de daadwerkelijk gemaakte kosten. Dit komt overeen met regelingen in diverse rechtspositieregelingen van politieke ambtsdragers. Voor de kosten van het vervoer van de bagage en van de inboedel naar de nieuwe woning geldt dat in beginsel de daadwerkelijk gemaakte kosten worden vergoed, met dien verstande dat het bedrag van € 5.445 niet mag worden overschreden. Bovendien is de omvang van de bagage en de inboedel gemaximeerd tot 30 m3.

Ook bij het moeten betrekken van tijdelijke huisvesting na benoeming omdat de ambtswoning nog niet kan worden betrokken, is er aanspraak op een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt 12% van de bezoldiging per maand en gedurende een periode van ten hoogste vier maanden.

Artikel 2

De Rijksvertegenwoordiger maakt in het kader van de uitoefening van zijn ambt reis- en verblijfkosten.

Hij kan daarbij gebruik maken van het openbaar vervoer zowel voor dienstreizen binnen het openbaar lichaam waar hij gezeteld is als voor dienstreizen binnen de andere openbare lichamen en in Nederland. Ook het gebruik van andere vervoermiddelen wordt vergoed. Denk voor openbaar vervoer en andere vervoermiddelen aan de kosten van vervoer per vliegtuig, vaartuig, huurauto of taxi. Aangezien de Rijksvertegenwoordiger voor de uitoefening van zijn ambt veelvuldig naar Nederland of een ander openbaar lichaam zal moeten afreizen, is dit een reële kostenpost.

De vergoeding van verblijfkosten geschiedt op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten.

Artikel 3

In het kader van de woon-werkverkeer kan de Rijksvertegenwoordiger gebruik maken van het openbaar vervoer. Bij het gebruik van de eigen personenauto wordt een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer vergoed. Dit bedrag is conform andere rechtspositieregelingen van politieke ambtsdragers.

Artikel 4

Het eerste lid bepaalt dat indien de Rijksvertegenwoordiger voor de uitoefening van zijn functie voor vervoer binnen het openbaar lichaam waar hij gezeteld is regelmatig zakelijk gebruik maakt van een eigen personenauto, hij daarvoor een vaste vergoeding of een vergoeding op basis van het jaarlijks per eigen personenauto afgelegde aantal kilometers kan krijgen. Dit wordt in het tweede en derde lid verder uitgewerkt.

Artikel 5

Het verdient aanbeveling dat declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure met gebruikmaking van vastgestelde formulieren.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

Naar boven