Vaststelling projectbesluit ‘Spoorstraat 1’ Roelofarendsveen

Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem maken ingevolge artikel 3.11 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad op 6 september 2010 het projectbesluit ‘Spoorstraat 1’ heeft vastgesteld.

Het vastgestelde projectbesluit is ten opzichte van het ontwerpprojectbesluit op onderdelen gewijzigd. Voor een overzicht van de wijzigingen verwijzen wij u naar het vaststellingsbesluit. De wijzigingen hebben onder andere betrekking op aanpassingen van de plankaart, de plantoelichting en de planregels.

Van donderdag 23 september tot en met donderdag 4 november 2010 ligt het vastgestelde projectbesluit, het vaststellingsbesluit en de bijbehorende stukken voor eenieder ter inzage op het gemeentehuis, Westeinde 1 te Roelofarendsveen. U bent welkom op werkdagen van 08.30 tot 12.30 uur of op afspraak.

Vanaf de dag na de dag van terinzagelegging kan, gedurende 6 weken, beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Beroep kan worden ingesteld door degene die tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht. Als u beroep instelt kunt u verzoeken om een voorlopige voorziening. Dit verzoek richt u aan de voorzieningenrechter van de voornoemde afdeling.

Het vaststellingsbesluit treedt in werking op 5 november 2010, tenzij toepassing wordt gegeven aan het zesde lid van artikel 3.8 Wro of voor deze datum een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. In dat geval wordt het besluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.

U kunt het projectbesluit ook inzien via onze website www.kaagenbraassem.nl en via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer Van der Weide of een van onze klantadviseurs, tel. (071) 332 72 72, e-mail: info@kaagenbraassem.nl

Hogere grenswaarden

In de Wet geluidhinder en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten zijn normen en grenswaarden opgenomen voor toelaatbare geluidbelasting, afkomstig van het wegverkeer, op geluidgevoelige objecten, zoals woningen. In enkele gevallen zal deze geluidbelasting hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. Als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde niet kan worden gehaald maar door toepassing van geluidreducerende maatregelen de maximale ontheffingswaarde niet nodig is, dan kan door burgemeester en wethouders een hogere geluidwaarde dan de voorkeursgrenswaarde worden vastgesteld. De procedure voor het vaststellen van een hogere grenswaarde geluid bestaat uit twee stappen: het opstellen van een ontwerpbesluit en vervolgens nemen van het besluit.

Bij deze maken burgemeester en wethouders bekend dat zij een hogere grenswaarde geluid – dan de voorkeurswaarde van 48 dB – hebben vastgesteld voor de Spoorstraat 1 te Roelofarendsveen. De ten hoogst toelaatbare geluidbelasting is vastgesteld op 60 dB.

Tegen dit besluit kan op grond van artikel 145 van de Wet geluidhinder van 23 september tot en met 4 november 2010 rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Beroep kan worden ingesteld door degenen die een zienswijze hebben ingebracht tegen het ontwerpbesluit hogere grenswaarden alsmede door belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat ze geen zienswijze hebben ingebracht.

Een beroepschrift moet ondertekend zijn en dient ten minste te bevatten:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;

  • zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Een beroepschrift heeft evenwel geen schorsende werking. Het besluit treedt in beginsel in werking na het verstrijken van de beroepstermijn. Voor schorsing dient tegelijkertijd met het indienen van een beroepschrift een verzoek om voorlopige voorziening ingediend te worden bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zowel voor het beroep als voor het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven.

Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem.

Naar boven