Goedkeuring bestemmingsplan ‘Buitengebied 2006, partiële herziening Hardenbergerweg 141 en tegenover 141’

Burgemeester en wethouders van Tubbergen maken ingevolge artikel 28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het volgende bekend.

Met ingang van donderdag 16 september 2010 ligt gedurende een termijn van zes weken bij het Klant Contact Centrum in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Tubbergen, voor eenieder het besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 24 augustus 2010 tot algehele goedkeuring van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2006, partiële herziening Hardenbergerweg 141 en tegenover 141’ alsmede een exemplaar van dit bestemmingsplan ter inzage. Het bestemmingsplan voorziet in het realiseren van een isolatiestal voor paarden en een beheerderswoning op het perceel Hardenbergerweg tegenover 141 te Geesteren.

Tegen het besluit van Gedeputeerde Staten kan met ingang van donderdag 16 september 2010 gedurende een termijn van zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag door de belanghebbende die tijdig bij Gedeputeerde Staten bedenkingen heeft ingebracht en door de belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij zijn bedenkingen niet tijdig bij Gedeputeerde Staten heeft ingebracht.

Indien beroep is ingesteld kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet Bestuursrecht de voorzitter van de genoemde Afdeling Bestuursrechtspraak worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Ingevolge het bepaalde in artikel 28, zevende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening treedt een besluit van Gedeputeerde Staten omtrent goedkeuring van een bestemmingsplan in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn. Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet. Indien echter beroep is ingesteld en er een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend binnen de beroepstermijn, treedt het besluit van Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 56b, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Naar boven