Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 september 2010, nr. G&VW/AA/2010/16997, tot wijziging van de Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de intrekking van beleidsregels

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving worden als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift ‘Hoofdstuk 1 Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwet’ wordt vervangen door: A. Beleidsregel Arbeidsomstandighedenwet.

B

Beleidsregel 8 Voorlichting en onderricht aan zwangere werknemers en werknemers tijdens lactatie vervalt.

C

Het opschrift ‘Hoofdstuk 2 Beleidsregels Arbeidsomstandighedenbesluit’ vervalt.

D

De volgende beleidsregels vervallen:

  • a. Beleidsregel 1.42 Organisatie van de arbeid van zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie;

  • b. Beleidsregel 2-1 Verplichtstelling arbeidsveiligheidsrapport, aanwijzing installaties;

  • c. Beleidsregel 2-2 Aanvullende eisen risico-inventarisatie en -evaluatie, aanwijzing installaties;

  • d. Beleidsregel 3.2 Buisrailsystemen in kassen;

  • e. Beleidsregel 3.4 Aanleg en gebruik van elektrische installaties;

  • f. Beleidsregel 3.5 Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden;

  • g. Beleidsregel 3.5g-1 Onderzoek in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie;

  • h. Beleidsregel 3.5g-2 Onderzoek in ruimten waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie;

  • i. Beleidsregel 3.6 Vluchtwegen en nooduitgangen;

  • j. Beleidsregel 3.9 Noodverlichting;

  • k. Beleidsregel 3.13 Automatische deuren en hekken en doorgangen voor voetgangers;

  • l. Beleidsregel 3.16 Voorzieningen bij valgevaar;

  • m. Beleidsregel 3.19 Afmetingen van arbeidsplaatsen in kantoren;

  • n. Beleidsregel 4.1c-1 Zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid bij het verrichten van arbeid met gevaarlijke stoffen;

  • o. Beleidsregel 4.1c-2 Etikettering gevaarlijke stoffen die op de werkplek aanwezig zijn;

  • p. Beleidsregel 4.1c-3 Maatregelen ter preventie van huid- en luchtwegklachten bij arbeid in kappersbedrijven;

  • q. Beleidsregel 4.1c-4 Doeltreffende beheersing van blootstelling aan gevaarlijke stoffen;

  • r. Beleidsregel 4.1c-5 Doeltreffende maatregelen bij blootstelling aan rook als gevolg van lassen, gutsen, plasmasnijden en solderen van metaal;

  • s. Beleidsregel 4.1c-6 Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij werken in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater;

  • t. Beleidsregel 4.1c-7 Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan inhalatie anesthetica in ziekenhuizen;

  • u. Beleidsregel 4.2-1 Wijze van beoordelen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en enkele aanvullende regels voor asbest;

  • v. Beleidsregel 4.2-2 Wijze van beoordelen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij werken in of met verontreinigde grond of verontreinigd grondwater;

  • w. Beleidsregel 4.3-1 Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan stoffen door gebruik van persoonlijke ademhalingsbeschermingsmiddelen;

  • x. Beleidsregel 4.6-1 Voorkomen van calamiteiten bij opslag, gebruik en transport van gascilinders;

  • y. Beleidsregel 4.6-2 Voorkomen van ongewilde gebeurtenissen bij het verladen van natriumhypochloriet;

  • z. Beleidsregel 4.6-3 Voorkomen van ongewilde gebeurtenissen bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen;

  • aa. Beleidsregel 4.6-4 Het gebruik van chemicaliën in zweminrichtingen;

  • ab. Beleidsregel 4.6-5 Voorkomen van brand en explosie en het beperken van de gevolgen van brand bij het werken in verfspuitcabines;

  • ac. Beleidsregel 4.6-6 Voorkomen van verstikking of bedwelming bij toepassing van kooldioxide;

  • ad. Beleidsregel 4.6-7 Voorkomen van verstikking bij toepassing van vloeibare stikstof;

  • ae. Beleidsregel 4.16 Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen door gebruik van ademhalingsbeschermingsmiddelen;

  • af. Beleidsregel 4.18-1 Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen;

  • ag. Beleidsregel 4.18-2 Voorkoming of beperking van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en schadelijk geluid bij de APK-keuring van dieselmotoren;

  • ah. Beleidsregel 4.18-3 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij overschrijding de grenswaarde bij werkzaamheden met asbest en asbesthoudende producten;

  • ai. Beleidsregel 4.18-4 Doeltreffende beheersing van blootstelling aan kristallijn, respirabel kwarts in de bouw;

  • aj. Beleidsregel 4.18-5 Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan cytostatica in ziekenhuizen;

  • ak. Beleidsregel 4.19 Informatie voor werknemers bij het werken met kankerverwekkende en mutagene stoffen;

  • al. Beleidsregel 4.45 Verpakking en vervoer van bepaalde bulkmateria len, verontreinigd met asbesthoudende materialen;

  • am. Beleidsregel 4.47 Doeltreffend meten van asbeststof in de lucht;

  • an. Beleidsregel 4.47c Melding werkzaamheden met asbest;

  • ap. Beleidsregel 4.51 Hygiënische beschermingsmaatregelen bij werkzaamheden met asbest in risicoklasse 2 en 3;

  • aq. Beleidsregel 4.51a Voorschriften voor de eindbeoordeling;

  • ar. Beleidsregel 4.54 Melding slopen asbest of crocidoliet;

  • as. Beleidsregel 4.60 Het be- en verwerken van zandsteen in monumenten;

  • at. Beleidsregel 4.87a Doeltreffend maatregelen ter voorkoming of beperking van blootstelling aan legionellabacteriën bij het in bedrijf nemen en houden van een koeltoren die water in aërosolvorm in de lucht kan brengen;

  • au. Beleidsregel 4.87b Doeltreffende maatregelen ter voorkoming of be perking van blootstelling aan legionellabacteriën bij het in bedrijf nemen en houden van een luchtbevochtigingsinstallatie en een waterinstallatie die water in aërosolvorm in de lucht kan brengen;

  • av. Beleidsregel 4.91 Vaccinatie tegen hepatitis B;

  • aw. Beleidsregel 4.113 Doeltreffende maatregelen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen in thuiswerk;

  • ax. Beleidsregel 5.2-1 Fysieke belasting bij handbediende trekkenwanden;

  • ay. Beleidsregel 5.2-2 Fysieke belasting in kinderdagverblijven;

  • az. Beleidsregel 5.3-1 Tillen op bouwplaatsen;

  • ba. Beleidsregel 5.3-2 Fysieke belasting in kappersbedrijven;

  • bb. Beleidsregel 5.4-1a Zittend werk;

  • bc. Beleidsregel 5.4-1b Gebruik van een stasteun;

  • bd. Beleidsregel 5.4-2 Zitgelegenheid bij kassawerk in zelfbedieningswinkels;

  • be. Beleidsregel 5.4-3 Zitgelegenheid bij baliewerk;

  • bf. Beleidsregel 5.11 Bescherming van ogen en gezichtsvermogen bij beeldschermwerk;

  • bg. Beleidsregel 6.1 Temperatuur;

  • bh. Beleidsregel 6.2 Luchtverversing;

  • bi. Beleidsregel 6.3 Verlichting;

  • bj. Beleidsregel 6.7 Beoordelen en zo nodig meten van de lawaainiveaus;

  • bk. Beleidsregel 6.8 Voorkomen of beperken van de blootstelling aan schadelijk lawaai;

  • bl. Beleidsregel 6.14 Caissonarbeid;

  • bm. Beleidsregel 6.15 Duikarbeid;

  • bn. Beleidsregel 7.3-1 Handbediende hogedrukreinigers;

  • bo. Beleidsregel 7.3-2 Geschiktheid afkortzagen voor aluminium;

  • bp. Beleidsregel 7.3-3 Geschiktheid hijs- en hefgereedschap;

  • bq. Beleidsregel 7.3-4 Inventarisatie en evaluatie van gevaren van arbeidsmiddelen;

  • br. Beleidsregel 7.3-5 Geschiktheid freesgereedschap en ronde zaagbladen bij houtbewerking;

  • bs. Beleidsregel 7.3-6 Geschiktheid werkbakken;

  • bt. Beleidsregel 7.3-7 Geschiktheid hijs- en hefwerktuigen die in combinatie met werkbakken worden gebruikt;

  • bu. Beleidsregel 7.4-1 Deugdelijkheid hijskranen;

  • bv. Beleidsregel 7.4-2 Deugdelijkheid hijs- en hefgereedschap;

  • bw. Beleidsregel 7.4-3 Deugdelijkheid van vierwielige trekkers;

  • bx. Beleidsregel 7.4-4 Deugdelijkheid ladders;

  • by. Beleidsregel 7.4-5 De kwaliteit en de constructie van steigers;

  • bz. Beleidsregel 7.4-6 Deugdelijkheid werkbakken;

  • ca. Beleidsregel 7.5-1 Onderhoud werkbakken;

  • cb. Beleidsregel 7.9 Voorkoming aanraking arbeidsmiddelen met zeer hoge of zeer lage temperatuur;

  • cc. Beleidsregel 7.13 Bedieningssystemen;

  • cd. Beleidsregel 7.15 Stopzetten van arbeidsmiddelen;

  • ce. Beleidsregel 7.16 Noodstopvoorziening;

  • cf. Beleidsregel 7.20 Hijs- en hefgereedschap; onderzoek en beproeving;

  • cg. Beleidsregel 7.21 Werkzaamheden in liftschachten;

  • ch. Beleidsregel 7.23d Vervoer van personen in werkbakken;

  • ci. Beleidsregel 7.34 Toezicht op steigerbouw; en

  • cj. Beleidsregel 8.2 Keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen.

E

Hoofdstuk 3, met bijbehorend opschrift, vervalt.

F

Het opschrift ’Hoofdstuk 4. Slotbepalingen’ wordt vervangen door: B. Slotbepalingen.

G

De volgende bijlagen vervallen:

  • a. Bijlage 4, behorend bij beleidsregel 2-1 en beleidsregel 2-2 Arbobesluit, Niet-limitatieve lijst voor toxische en extreem toxische stoffen;

  • b. Bijlage 5, behorend bij beleidsregel 2-1 Arbobesluit, Niet-limitatieve lijst voor explosieve stoffen;

  • c. Bijlage 5a, behorend bij beleidsregel 2-2 Arbobesluit, Niet-limitatieve lijst van explosieve stoffen;

  • d. Bijlage 7, behorend bij beleidsregel 4.2-1 Arbobesluit, Additieregel bij blootstelling aan mengsel van stoffen;

  • e. Bijlage 8, behorend bij beleidsregel 4.2-2 Arbobesluit, Methodiek ter vaststelling van de risicoklasse;

  • f. Bijlage 9, behorend bij beleidsregel 4.1c-2 Arbobesluit, bijlage II bij Richtlijn 1999/45/EG (Pb L 200), Specifieke bepalingen voor het kenmerken van bepaalde preparaten;

  • g. Bijlage 10, behorend bij beleidsregel 4.1c-3 Arbobesluit, Maatregelen ter preventie van huid- en luchtwegklachten bij arbeid in kappersbedrijven;

  • h. Bijlage 11, behorend bij beleidsregel 4.1c-7 Arbobesluit, Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan inhalatie anesthetica in ziekenhuizen;

  • i. Bijlage 12, behorend bij beleidsregel 4.18-2 Arbobesluit, Praktijkrichtlijn roetmeting;

  • j. Bijlage 13, behorend bij beleidsregel 4.18-4 Arbobesluit;

  • k. Bijlage 14, behorend bij beleidsregel 4.18-5 Arbobesluit, Doeltreffende beheersing van de blootstelling aan cytostatica in ziekenhuizen; en

  • l. Bijlage 15, behorend bij beleidsregel 6.14 Arbobesluit, Verdere uitwerking van de werkinstructie bij caissonarbeid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van artikel I, onderdelen A, B, C, D, onder a, c, g, l, o, q, u, ac, ad, af, ak, an, as, aw en bw, F en G, onder a, c en d, die in werking treden met ingang van 1 januari 2012.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 september 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

A. Algemeen

Bij de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet van 30 november 2006 (Stb. 673) houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en enige andere wetten in verband met het vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het Arbeidsomstandighedenbeleid is aangekondigd dat de (materiële) beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving op termijn zouden komen te vervallen. Uitgangspunt van de wetswijziging was immers dat er voor de totstandkoming van goede arbeidsomstandigheden meer verantwoordelijkheid werd gelegd bij sociale partners ten einde meer maatwerk mogelijk te maken.

In veel sectoren hebben werkgevers en werknemers de afgelopen jaren in arbocatalogi afspraken gemaakt op welke wijze aan de normen uit de Arbeidsomstandighedenwetgeving kan worden voldaan. Hierbij zijn zij door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteund met subsidieprogramma’s. Het betrof tussen 2007 en 2010 een programma om een arbocatalogus voor de sector/branche op te stellen en in 2010 een programma om deze te implementeren. De ontwikkeling van het aantal arbocatalogi heeft, mede als gevolg van deze subsidieprogramma’s, de afgelopen jaren een sterke groei laten zien. Momenteel valt ruim 50 procent van de werknemers in Nederland onder de werking van een arbocatalogus. In de Beleidsregel arbocatalogi 2010 is een compleet overzicht van de tot stand gekomen arbocatalogi te vinden.

De intrekking van de beleidsregels was oorspronkelijk voorzien voor 1 januari 2010. Om werkgevers en werknemers meer tijd te geven om maatregelen uit de arbocatalogi te implementeren is de termijn van intrekking evenwel uitgesteld.

Ook is op verzoek van de Stichting van de Arbeid in het voorjaar van 2010 een analyse gemaakt van de beleidsregels en de wenselijkheid van overname van enkele normen hieruit in de Arbowetgeving. Hierbij zijn als criteria gebruikt:

  • is de beleidsregel brancheoverstijgend (dus niet gericht op een enkele branche);

  • is de norm/zijn de normen uit de beleidsregel gezondheidskundig/ veiligheidskundig onderbouwd;

  • is de norm/beleidsregel een belangrijk referentiekader bij het uitoefenen van toezicht en handhaving waarin niet op een andere wijze is voorzien;

Over de analyse is uitgebreid overleg geweest met sociale partners.

Uiteindelijke uitkomst van dit overleg is dat er van de 92 bestaande beleidsregels 76 worden ingetrokken per 1 januari 2011. Van elf beleidsregels zullen normen worden opgenomen in Arbeidsomstandighedenregelgeving (Arbeidsomstandighedenbesluit of Arbeidsomstandighedenregeling). Er zijn ook zes beleidsregels die worden aangehouden omdat er geen branchenormering is opgesteld; vijfbeleidsregels worden nog een jaar langer aangehouden om branches de tijd te geven brancheafspraken te maken en deze desgewenst vast te leggen in een arbocatalogus. Voor één beleidsregel (2.2) geldt dat deze blijft bestaan totdat de uitwerking van het SER advies ARIE-regeling vorm heeft gekregen. Tot slot geldt voor één beleidsregel (3.16) dat deze blijft bestaan om beide redenen: zowel opname in regelgeving als het ontbreken van branchenormering. Dit neemt tijd in beslag. De beleidsregels waarover nog brancheafspraken c.q. regelgeving moet worden gemaakt, zullen een jaar later (per 1 januari 2012) vervallen.

Uit elf beleidsregels worden normen opgenomen in regelgeving. Het betreft uit de hieronder genoemde beleidsregels de volgende norm(en):

  • Beleidsregel 8: Voorlichting binnen twee weken na melding zwangerschap;

  • Beleidsregel 1.42: Bij zwangeren en lacterenden: normen ten aanzien van tillen, trillingen, hurken/knielen/bukken, geluid en blootstelling stoffen;

  • Beleidsregel 3.5g-1: Onderzoek in ruimten met gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand- of explosiegevaar;

  • Beleidsregel 3.16: Minimum hoogte van leuningen;

  • Beleidsregel 4.1c-2: De etikettering van gevaarlijke stoffen die op de werkplek aanwezig zijn: wat moet er op het etiket en wanneer;

  • Beleidsregel 4.1c-4/4.18-1/4.113: Geen huidcontact met bepaalde gevaarlijke stoffen met een zogenoemde H(huid)-notering;

  • Beleidsregel 4.2-1: De additieregel, welke het ‘optellen’ betreft van de mate van blootstelling indien men met diverse gevaarlijke stoffen werkt voor beoordeling van blootstelling;

  • Beleidsregel 4.19: Eenmaal per jaar voorlichting over het werken met kankerverwekkende stoffen;

  • Beleidsregel 4.47c: De meldingstermijn van uiterlijk vijf dagen voor het tijdstip dat de werkzaamheden met asbest beginnen.

De zes beleidsregels die worden aangehouden omdat er nog geen branchenormering is opgesteld, zijn:

  • Beleidsregel 2-2: Aanwijzing van installaties voor een aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (tot uitwerking SER advies ARIE-regeling is vormgegeven);

  • Beleidsregel 3.16: Valgevaar door werken met pluklorries in de champignonteelt;

  • Beleidsregel 4.6-6: Metingen bij kooldioxide in bierkelders;

  • Beleidsregel 4.6-7: Metingen bij vloeibaar stikstof;

  • Beleidsregel 4.60: Het be- en verwerken van zandsteen in monumenten;

  • Beleidsregel 7.4-3: De deugdelijkheid van vierwielige trekkers.

B Artikelsgewijs

Artikel I

Dit artikel regelt de intrekking van alle materiële beleidsregels en bijbehorende bijlagen. Gehandhaafd blijven uiteindelijk alleen Beleidsregel 33 Boeteoplegging, de op zichzelf staande Beleidsregel arbocatalogi 2010 en de Beleidsregel maatregelenbeleid certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet. Daar in de Beleidsregel arbocatalogi 2010 diverse verwijzingen naar bestaande beleidsregels voorkomen, zal deze beleidsregel separaat, gefaseerd (per 1 januari 2011 en per 1 januari 2012) aangepast worden.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011. Dit geldt, zoals reeds opgemerkt bij A Algemeen, niet voor de onderdelen die samenhangen met een voorgenomen wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling, welke onderdelen gelijktijdig met de onderdelen van dat besluit c.q. die ministeriele regeling in werking treden (naar verwachting 1 januari 2012). Daarnaast blijven 6 branchegerichte beleidsregels enige tijd gehandhaafd voor sectoren waar nog geen branchenorming tot stand is gekomen. Deze sectoren krijgen tot 1 januari 2012 de tijd om tot branchenorming te komen. Daarna vervallen – of deze normering nu komt of niet – ook die beleidsregels.

In artikel II zijn beide soorten beleidsregels als uitzondering opgenomen voor latere inwerkingtreding.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven