Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 september 2010, nr. BJZ2010019153, houdende wijziging van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (aanpassingen aan de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 6.14, tweede lid, van het Besluit omgevingsrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervallen in de tabel de rijen ‘projectbesluit’, ‘tijdelijke ontheffing’ en ‘buiten toepassingverklaring beheersverordening’.

2. Toegevoegd wordt een derde lid, luidende:

  • 3. De mededeling van een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning waarbij sprake is van een geval als bedoeld in artikel 2.12. eerste lid, onder a, onder 3; van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt beschikbaar gesteld conform de vereisten zoals die zijn vastgelegd voor ‘projectbesluiten’ in IMRO2008 en STRI2008. De waarde van het attribuut ‘naam’ van de klasse Besluitgebied_X begint met: omgevingsvergunning.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 september 2010

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Sinds 1 januari 2010 geldt ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de verplichting dat ruimtelijke instrumenten, zoals bestemmingsplannen, beheersverordeningen en inpassingsplannen, langs elektronische weg beschikbaar worden gesteld. Dit vereiste is ingevolge de Wro ook van toepassing op een projectbesluit en een daarmee vergelijkbaar besluit om af te wijken van een beheersverordening. Eveneens is dit vereiste van toepassing op een tijdelijke ontheffing. Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 komen het projectbesluit, het vergelijkbare besluit om af te wijken van een beheersverordening en de tijdelijke ontheffing in de Wro te vervallen. Ingevolge de Wabo zal de verplichting tot elektronische beschikbaarstelling van bovengenoemde besluiten dan ook niet worden voortgezet. Voor het voormalige projectbesluit en het daarmee vergelijkbare besluit om af te wijken van een beheersverordening, die onder Wabo in de omgevingsvergunning opgaan, komt wel een andersoortige elektronische verplichting terug. De mededeling van een met artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo verleende omgevingsvergunning, dient ook langs elektronische weg plaats te vinden overeenkomstig de eisen die hiervoor worden gegeven in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.

Gewaarborgd blijft daarmee dat op perceelsniveau het geldende planologische regime (zoals onder meer het bestemmingsplan) kan worden geraadpleegd, alsmede dat kenbaar is wanneer voor welk project een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo is verleend voor afwijkingen van dit planologisch regime.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven