Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 september 2010, nr. 149197, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter voorkoming van ringrot in pootaardappelen (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikelen 38 en 39, derde lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Menno Clean (toelatingsnummer 12784N) ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot (Clavibacter michiganensis subspecies sepedonicus).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van pootaardappelen tegen ringrot.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 september 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2

Algemeen

Met deze vrijstelling is het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Menno Clean toegestaan voor de bescherming van pootaardappelen tegen ringrot (Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus) in de volgende gevallen:

  • 1. desinfectiemiddel voor lege aardappelkisten,

  • 2. desinfectiemiddel voor lege bewaarplaatsen en betonvloeren,

  • 3. desinfectiemiddel voor apparatuur gebruikt bij rooien, transporteren en verwerken van aardappelen,

  • 4. desinfectiemiddel voor handgereedschap dat is of wordt gebruikt in de aardappelteelt.

Het volgende moet bovendien in acht worden genomen:

Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding.

Werkzaamheid

Menno Clean is een ontsmettingsmiddel ter bestrijding van plantpathogene bacteriën. De werkzaamheid van het middel is afhankelijk van de zuurgraad (pH-waarde) van de oplossing. Slechts bij een pH-waarde lager dan 4,5 is de oplossing werkzaam. De pH-waarde van de klaargemaakte oplossing kan bepaald worden met pH-papier.

Te ontsmetten oppervlakken en materialen eerst grondig reinigen, bijvoorbeeld met een hogedrukspuit, omdat op sterk vervuilde materialen de werking van Menno Clean afneemt.

Bij het afspuiten van oppervlakken rijkelijk vloeistof gebruiken, zodat de oppervlakken ten minste 5 minuten nat blijven.

Toepassingen

Ontsmetting ter bestrijding van plantpathogene bacteriën op aardappelkisten, in lege bewaarplaatsen en betonvloeren, op apparatuur gebruikt bij het rooien, transporteren en verwerken van aardappelen en op handgereedschap.

Toepassen door middel van spuiten of borstelen. De minimale inwerktijd bedraagt 5 minuten.

Dosering: 2% (200 ml middel in 10 liter water).

TOELICHTING

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden. Vrijstelling wordt ingevolge artikel 38, tweede lid, van de wet, in ieder geval verleend ter uitvoering van een communautaire maatregel, die is gericht op een te bestrijden gevaar.

Clavibacter michiganensis subspecies sepedonicus, de veroorzaker van ringrot, is een voor planten en met name aardappelen schadelijke bacterie. Zij is in bijlage I, deel A, rubriek II, van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEU, L 169) aangemerkt als schadelijk organisme, dat door de lidstaten van de Europese Unie bestreden dient te worden. In ieder geval dient op grond van die richtlijn verdere verspreiding voorkomen te worden.

Er is derhalve sprake van een communautaire maatregel, gericht op de bestrijding van een gevaar. Alternatieven voor het gebruik van het voorgestelde middel zijn volgens de Plantenziektenkundige Dienst onder praktijkomstandigheden niet voldoende toereikend voor het doel de verdere verspreiding van ringrot te voorkomen.

De voorgestelde toepassing is bedoeld om materialen te ontsmetten waarmee pootaardappelen in contact zijn geweest of kunnen komen. Voor een dergelijke toepassing is geen toelating voor Menno Clean verleend. Daarom is de onderhavige vrijstelling nodig.

Op 23 april jl. (Stcrt. 2010, nr. 6600) is eerder vrijstelling verleend, welke op 27 augustus 2010 is vervallen. Een hernieuwde vrijstelling is gewenst, omdat er nog steeds besmettingen worden aangetroffen. In dat kader zijn de risico’s van het voorgenomen gebruik onderzocht op hun effecten op de gezondheid van mens en dier en op het milieu. De voorschriften in bijlage 2 zijn met het oog daarop vastgesteld. Getoetst aan voornoemde criteria van artikel 38 van de wet heb ik tezamen met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, besloten opnieuw een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt 120 dagen daarna.

Telers en handelaren zijn op grond van de Regeling bruin- en ringrot 2000 verplicht enige voorzorgsmaatregelen te nemen om besmetting en verdere verspreiding van ringrot te voorkomen. Deze vrijstelling is bedoeld om in het geval dat desondanks een besmetting wordt gesignaleerd, effectief te kunnen optreden.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven