De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 4 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 1.1 van de Subsidieregeling sterktes in innovatie wordt na ‘Maleisië,’ ingevoegd: Taiwan,.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.
TOELICHTING
1. Algemeen
Het hoofdstuk Internationaal Innoveren van de Subsidieregeling sterktes in innovatie (hierna de regeling) ondersteunt innovatieve
samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven met bedrijven of onderzoeksorganisaties in zogenaamde ‘opkomende markten’.
Momenteel zijn de volgende markten als zodanig aangemerkt: Brazilië, China, India, Indonesië, Maleisië, Thailand, Zuid-Afrika
en Zuid-Korea.
Er wordt naar gestreefd de markten die de regeling bedient, een goede en actuele afspiegeling te laten zijn van de kansen
die Nederlandse bedrijven zien voor innovatieve samenwerking.
De Nederlandse belangstelling voor het uitvoeren van innovatieve samenwerkingsprojecten in Taiwan is de afgelopen tijd sterk
toegenomen. Er is vanuit de EZ-Innovatieprogramma’s sprake van meer aandacht voor Taiwan. Zo heeft het op nano-elektronica,
embedded systemen en mechatronica gerichte Innovatieprogramma ‘Point One’ Taiwan opgenomen in haar ‘Global Innovation Strategy’.
Om Nederlandse ondernemers in staat te stellen snel in te spelen op nieuwe kansen, wordt met deze wijzigingsregeling Taiwan
als opkomende markt aangemerkt.
2. Administratieve lasten
Voor het hoofdstuk Internationaal Innoveren, waar de opkomende markten onderdeel van uitmaken, is het percentage administratieve
lasten eerder dit jaar vastgesteld op 6,14%. Aangezien bij deze wijziging slechts een markt wordt toegevoegd aan de lijst
van opkomende markten zonder verdere inhoudelijke wijziging van de regeling, blijft het percentage administratieve lasten
gelijk. Dit komt bij een jaarlijks subsidiebudget van € 6 miljoen neer op € 368.400.
3. Vaste verandermomenten
Op grond van het kabinetsbeleid inzake Vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari,
1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding.
In deze wijzigingsregeling wordt bepaald dat inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2011 plaatsvindt. Daarnaast geschiedt
de bekendmaking twee maanden voor inwerkingtreding. Daarmee wordt aan het genoemde kabinetsbeleid voldaan.
De Minister van Economische Zaken,
M.J.A. van der Hoeven.