Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, houdende wijziging van de Regeling Wet kinderopvang en de Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010 in verband met een gewijzigde uitvoering in het kalenderjaar 2010 van de invoering van de wijziging van het stelsel van gastouderopvang

17 augustus 2010

Nr. WJZ/231102 (2733)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3.5, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 2, eerste lid, onderdeel d, juncto artikel 4, eerste lid, en artikel 10 van de Wet overige OCW-subsidies, alsmede artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING WET KINDEROPVANG

Na artikel 17 van de Regeling Wet kinderopvang wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a. Gewijzigde uitvoering voor het kalenderjaar 2010

  • 1. In het kalenderjaar 2010 is artikel 3.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen niet van toepassing.

  • 2. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2012.

ARTIKEL II. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING GOED GASTOUDERSCHAP KINDEROPVANG 2010

De Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, onder c, wordt ‘vijf maanden’ vervangen door: zes maanden.

B

In artikel 5 wordt ‘31 augustus 2010’ vervangen door: 30 september 2010.

C

In artikel 13, eerste lid, wordt ‘1 november 2010’ vervangen door: 1 december 2010.

D

In artikel 16 wordt ‘1 september 2012’ vervangen door: 1 oktober 2012.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Algemeen

1. Huidige stand van zaken

Artikel 3.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen regelt dat in het jaar 2010 gastouders door een geregistreerd gastouderbureau tot 1 september 2010 kunnen worden aangemeld bij het college van burgemeester en wethouders voor registratie in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Indien aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan kan de gemeente positief op de aanvraag van de gastouder besluiten en deze registeren in het LRK.

Op het moment dat een vraagouder in het jaar 2010 gebruik maakt van opvang door een gastouder, dan heeft deze vraagouder thans – op basis van het overgangsrecht in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen – aanspraak op kinderopvangtoeslag wanneer hij gebruik heeft gemaakt van opvang door een gastouder die voor 31 december 2010 in het LRK is geregistreerd.

Is de gastouder voor 1 september 2010 voor registratie aangemeld bij het college van burgemeester en wethouders en staat de gastouder uiterlijk op 31 december 2010 in het LRK dan kan de aanspraak op kinderopvangtoeslag van de gastouder voor het jaar 2010 terugwerken tot en met uiterlijk 1 januari 2010.

2. Aanleiding wijziging

De voorliggende wijzigingen zijn mede naar aanleiding van de toezeggingen gedaan door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tijdens het AO van 30 juni jl. en de ingediende moties tijdens het VAO van 1 juli jl. met de Vaste Kamer Commissie OCW van de Tweede Kamer. In reactie op de gevoerde discussies en aangenomen moties heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een brief aan de Tweede Kamer gezonden waarin wordt aangegeven welke maatregelen ik ga nemen (brief van 16 augustus 2010, KO/225036).

Naar aanleiding van een aangenomen motie van Van Gent c.s. ( Kamerstukken II, 2009/10, 31 874, nr. 74) waarin de regering verzocht wordt voor het jaar 2010 de terugbetalingsplicht te schrappen, tenzij er sprake is van fraude of misbruik, heeft de Minister besloten de registratie van gastouders in het LRK als verplichting voor vraagouders voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag in 2010 buiten werking te stellen. Met het buiten toepassing verklaren van deze registratie-eis voor gastouders in het jaar 2010 is mede de noodzaak om een aanvraag tot registratie in het LRK voor 1 september 2010 bij de gemeente in te dienen komen te vervallen.

Daarmee wordt mede tegemoet gekomen aan de signalen van Regionale Opleidingscentra en aanbieders van het certificaat goed gastouderschap als bedoeld in de Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010 maar ook aan de bezwaren van gastouderbureaus, dat de deadline van 1 september 2010 niet door iedereen gehaald wordt. Een aantal van hen heeft laten weten meer tijd nodig te hebben om alle procedures tijdig af te ronden en de diploma’s c.q. certificaten in orde te maken.

3. Wat verandert er met deze regeling?

  • A. In deze regeling wordt geregeld dat de aanspraak van vraagouders op kinderopvangtoeslag voor het jaar 2010 niet afhankelijk is van registratie van de gastouder in het LRK. Doordat de gastouder niet in het LRK hoeft te staan in 2010 ten behoeve van de aanspraak van de vraagouder op kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht over het hele jaar 2010, hoeft de gastouder ook niet door een geregistreerd gastouderbureau voor 1 september 2010 aangemeld te worden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van vestiging. Registratie van de gastouder in 2010 na 1 september doet niet af aan de aanspraak op kinderopvangtoeslag van de vraagouder.

    Overigens laat het buiten toepassing verklaren van de registratie-eis onverlet dat gebruik gemaakt moet worden van een geregistreerd gastouderbureau en dat moet worden voldaan aan de kwaliteitseisen.

  • B. In de Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010 (Stcrt. 2009, 18809) wordt – in verband met het buiten toepassing verklaren van het 1 septembervereiste voor het jaar 2010 – de duur van de periode waarin gastouders zich met subsidie kunnen kwalificeren voor goed gastouderschap verlengd van vijf naar zes maanden.

4. Achtergrond en context

Gastouders krijgen met het loslaten van het 1 septembervereiste langer de tijd om ook in 2010 te voldoen aan de deskundigheidseisen bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het spoedig voldoen aan de deskundigheidseisen en aanmelding bij gemeenten blijft nog steeds van belang voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag in 2011. Gastouders die in 2011 formeel gastouder willen zijn zodat hun vraagouders voor dat jaar aanspraak op kinderopvangtoeslag hebben dan wel behouden, moeten uiterlijk op 1 januari 2011 in het LRK staan.

Dat betekent dat gastouders zich nog steeds voor 1 oktober 2010 moeten aanmelden bij een geregistreerd gastouderbureau dat de aanmelding bij de gemeente kan verzorgen zodat de gastouder vanaf 31 december 2010 kan worden opgenomen in het LRK en vanaf januari 2011 opvang kan verrichten waarvoor de vraagouder aanspraak kan maken op een toeslag. De harde deadline van aanmelding voor 1 september wordt buiten toepassing gelaten, maar om op tijd in het LRK te staan met het oog op aanspraak op kinderopvangtoeslag in het jaar 2011, is het noodzakelijk dat gastouders voor 1 oktober 2010 aan de deskundigheidseisen voldoen en aangemeld zijn bij de gemeente.

De bevoorschotting van de kinderopvangtoeslag in 2011 zal voor de eerste maanden in 2011 automatisch gecontinueerd worden op basis van de ontvangen kinderopvangtoeslag in 2010. De Belastingdienst/Toeslagen controleert in deze eerste maanden of de gastouder geregistreerd staat in het LRK. Als dat niet het geval is zal de toeslag aan de vraagouder worden teruggevorderd en de bevoorschotting worden stopgezet.

5. Handhaving en toezicht

Het loslaten van het 1 septembervereiste heeft geen gevolgen voor toezicht en handhaving.

6. Uitvoeringsgevolgen

Het loslaten van het 1 septembervereiste stuit niet op uitvoeringstechnische problemen aldus de uitvoeringsorganisaties DUO en de Belastingdienst/Toeslagen.

7. Administratieve lasten

Het loslaten van de registratie-eis en daarmee de samenhangende noodzaak van aanmelden door gastouders voor 1 september heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Met de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van de Vaste Verander Momenten alsmede de reguliere publicatietermijn van 2 maanden. Deze wijzigingen zijn pas zeer recentelijk naar voren gekomen en komen gastouders en vraagouders ten goede. Gastouders hebben langer de tijd om te voldoen aan de kwaliteitseisen voor gastouderopvang.

8. Financiële gevolgen

Het loslaten van het 1 septembervereiste heeft geen financiële gevolgen voor de Rijksbegroting.

9. Overleg

De convenantpartijen staan positief tegenover het loslaten van het registratie-eis in 2010 en de daarmee samenhangende verplichting tot aanmelding voor 1 september 2010.

Artikelsgewijs

Artikel I

Bij het herzien van het stelsel voor gastouderopvang, dat op 1 januari 2010 in werking is getreden, is in artikel 3.5, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voorzien in een grondslag voor onderhavige wijzigingsregeling. Meer specifiek kan – indien noodzakelijk met het oog op een goede invoering van het stelsel gastouderopvang – deze bepaling als grondslag dienen voor het geven van een andere uitvoering aan het bepaalde in de artikelen 3.1, 3.3 en 3.4 voor voornoemde wet. Het buiten beschouwing laten van de registratie-eis en de eis dat de aanvraag voor 1 september 2010 moet plaatsvinden in het kader van de aanspraak van de vraagouder op kinderopvangtoeslag voor het kalenderjaar 2010 kan zodoende bij ministeriële regeling worden geregeld. Vooruitlopend op het geheel laten vervallen van de registratie-eis – wat bij wet dient te gebeuren en waartoe zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel zal worden ingediend – wordt de aanpassing nu bij ministeriële regeling vanwege het spoedeisende karakter aangebracht.

Artikel II

Met het buiten toepassing verklaren van o.a. de 1 september-eis uit artikel 3.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is de noodzaak voor potentiële gastouders om binnen de termijn van vijf maanden – te rekenen vanaf 1 april 2010 – de certificeringprocedure met goed gevolg te hebben afgerond, vervallen. In verband daarmee wordt de werkingsduur van enkele bepalingen uit de Subsidieregeling goed gastouderschap kinderopvang 2010 daarmee verlengd van vijf naar zes maanden voor reeds ingediende aanvragen op basis van deze regeling. Aanbieders van het certificaat goed gastouderschap wordt tevens enige ruimte gegeven om hun administratie op orde te brengen om de aanvraag voor subsidievaststelling tijdig in te dienen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

Naar boven