Besluit van 4 augustus 2010, nr. 10.002195, tot onthouding van goedkeuring aan het besluit van de raad van de gemeente Beverwijk van 29 oktober 2009, nummer 2009/34117, tot onteigening krachtens artikel 77, van Titel IV van de onteigeningswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 juni 2010, nr. BJZ 2010016789, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Gelezen de brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk 10 november 2009, kenmerk 2009/71336.

Gelet op Titel IV van de onteigeningswet, Titel V van de Gemeentewet, Titel 10.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.4 van de Crisis en herstelwet.

De Raad van State gehoord (advies van 14 juli 2010, no. W08.10.0245/IV).

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 augustus 2010, nr. BJZ 2010020268, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Beschikken bij dit besluit over de goedkeuring van het besluit van de raad van de gemeente Beverwijk van 29 oktober 2009, nummer 2009/34117, tot onteigening krachtens artikel 77, eerste lid, aanhef en onder 1°, in samenhang met artikel 85 van de onteigeningswet, ten name van die gemeente, van de bij dat besluit aangewezen percelen, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B, nos. 7441, 9908, 9909, 7452 en sectie E, no. 180, onderscheidenlijk de grondplannummers 1 tot en met 5.

Overwegingen

Het raadsbesluit tot onteigening

Op grond van artikel 77 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan. De ter onteigening aangewezen gronden zijn begrepen in het door de raad van de gemeente Beverwijk op 14 mei 2009 vastgestelde bestemmingsplan ‘Woongebied Westelijk Beverwijk’, verder te noemen: het bestemmingsplan. Artikel 85 van de onteigeningswet maakt het mogelijk dat de gemeenteraad onder voorwaarden aanstonds tot onteigening kan besluiten indien de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan overeenkomstig artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) onderdelen van dat plan heeft aangewezen waarvan de verwezenlijking in de naaste toekomst nodig wordt geacht.

De raad heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan van zijn vorenbedoelde bevoegdheid gebruik gemaakt. De ter onteigening aangewezen gronden zijn gelegen binnen het op de bestemmingsplankaart aangegeven artikel 3.4 Wro-gebied.

Tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan is beroep aangetekend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aangezien het bestemmingsplan ten tijde van het nemen van het raadsbesluit tot onteigening nog niet onherroepelijk van kracht was geworden, heeft de raad aan zijn besluit tot onteigening de voorwaarden verbonden dat:

  • geen dagvaardingen als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet zullen worden uitgebracht dan nadat en voor zover het bestemmingsplan ten aanzien van de in het besluit bedoelde onroerende zaken onherroepelijk is goedgekeurd;

  • het besluit vervalt, indien en voor zover ten aanzien van de in het besluit bedoelde onroerende zaken geen goedkeuring verkregen wordt van het bestemmingsplan.

Ten aanzien van deze voorwaarden merken Wij op, dat deze blijkens de bewoordingen daarvan nog uitgaan van de goedkeuringsprocedure op voet van de ingetrokken Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze is evenwel op de onderhavige bestemmingsplanprocedure niet van toepassing. Wij gaan er dan ook van uit, dat de raad kennelijk heeft beoogd de voorwaarden aan zijn besluit te verbinden met het oog op het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk van kracht zal worden.

Noodzaak en urgentie

Het bestemmingsplan

Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van een nieuwe woonwijk voor ca. 230 woningen en maatschappelijke voorzieningen, met de bijbehorende infrastructuur ten behoeve van verkeer, groen en water. Het gebied heeft thans vooral een agrarische functie.

De in de onteigening begrepen gronden hebben de bestemmingen ‘Wonen (W)’, ‘Verkeer-Verblijf (V-VB)’, ‘Verkeer (V)’, ‘Groen (G)’en ‘Water (WA)’.

In de door de gemeente Beverwijk voorgestane wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende regels, kaarten en toelichting. Uit het raadsbesluit blijkt dat de door onteigening te verwerven grond bezwaarlijk kan worden gemist bij de uitvoering van het bestemmingsplan.

Bedenkingen

Het raadsbesluit tot onteigening heeft overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de onteigeningswet met ingang van 12 november 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen in de gemeente Beverwijk. De algemene kennisgeving van het raadsbesluit en de terinzagelegging daarvan heeft op 11 november 2009 plaatsgevonden in de lokaal verschijnende ‘De Kennemer’ en op de gemeentelijke website. De mededeling aan belanghebbenden is gedaan bij brief van 30 oktober 2009.

Tegen het raadsbesluit tot onteigening zijn bij Ons bedenkingen naar voren gebracht door:

  • 1) mr. D.M.H.M. van Dijk, namens C.M. Arisz te Beverwijk, verder te noemen: de reclamante onder1);

  • 2) C.T. Arisz te Beverwijk, verder te noemen: de reclamante onder 2);

  • 3) Ing. G.M. van der Velden, namens H.G. Tabak-de Vries te Beverwijk, verder te noemen: de reclamante onder 3).

De reclamanten onder 1) en 2) hebben tegen het ontwerp-bestemmingsplan zienswijzen ingediend.

Overeenkomstig artikel 86, tweede lid, van de onteigeningswet, zijn de reclamanten door Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in de gelegenheid gesteld zich te doen horen.

De reclamanten onder 1) en 2) hebben laten weten van deze gelegenheid geen gebruik te zullen maken. De reclamante onder 3) heeft via haar gemachtigde daarvan op 19 april 2010 gebruik gemaakt.

Overwegingen naar aanleiding van de bedenkingen

De reclamante onder 1) is eigenares van de mede in de onteigening begrepen percelen, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B, nos. 9909 en 7452 (grondplannummers 3en 4).

De reclamante onder 1) brengt in haar bedenkingen – samengevat – naar voren, dat met haar onvoldoende minnelijk overleg is gevoerd. Ook ontbreekt volgens haar de noodzaak tot onteigening wat haar woonhuis en een gedeelte van haar erf betreft.

De reclamante onder 2) is eigenares van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B, no. 9908 (grondplannummer 2). Zij voert in haar bedenkingen – samengevat – aan dat met haar onvoldoende minnelijk overleg is gevoerd. Zij wil ook geen onteigening omdat zij het niet eens is met het bestemmingsplan.

De reclamante onder 3) is medegerechtigde in de eigendom van het mede in de onteigening begrepen perceel, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie E, no. 180 (grondplannummer 5). Zij voert in haar bedenkingen – samengevat – aan dat met haar onvoldoende minnelijk overleg is gevoerd. Daarnaast voert zij aan dat het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is vastgesteld. Ook is zij van oordeel dat zij de op haar gronden gelegen bestemmingen zelf kan realiseren.

Ten aanzien van de bedenkingen van de reclamante onder 3) overwegen Wij allereerst dat deze zijn ingediend met brief, gedateerd 23 december 2009. Blijkens het poststempel is deze brief evenwel eerst op 24 december 2009 ter post bezorgd. De termijn waarbinnen bedenkingen bij Ons konden worden ingediend begon op 12 november 2009 en liep derhalve af op 23 december 2009. Aangezien de bedenkingen te laat zijn ingediend kunnen Wij de reclamante onder 3), gelet op artikel 85, eerste lid, van de onteigeningswet, niet in haar bedenkingen ontvangen. Wel vindt in het kader van deze goedkeuringsprocedure een ambtshalve toetsing plaats van het raadsbesluit. Wij verwijzen hiervoor naar hetgeen Wij hierna overwegen onder het kopje ‘overige overwegingen’.

Ten aanzien van de bedenkingen van de reclamanten onder 1) en 2) verwijzen Wij eveneens naar de ‘overige overwegingen’ van dit besluit. Daarin geven Wij aan, dat aan het raadsbesluit tot onteigening enkele formele gebreken kleven, welke gebreken voor Ons aanleiding zijn om aan het raadsbesluit in zijn geheel de goedkeuring te onthouden. De bedenkingen van de reclamanten onder 1) en 2) behoeven hier dan ook niet verder besproken te worden.

Overige overwegingen

Uit de Ons overgelegde stukken en uit het vanwege Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestelde onderzoek is onder meer het volgende gebleken.

  • 1) Voor een correcte toepassing van artikel 85 van de onteigeningswet, geldt dat moet zijn voldaan aan het gestelde in artikel 3.8, eerste lid, onder c), van de Wro. De kennisgeving van een ontwerpbestemmingsplan waarin op voet van artikel 3.4 van de Wro gronden ter verwezenlijking in de naaste toekomst zijn aangewezen, dient aan de eigenaren en beperkt gerechtigden op vorenbedoelde gronden persoonlijk te worden gedaan. Deze kennisgeving moet overeenkomstig artikel 3:13, eerste lid,van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) plaatsvinden vóórafgaand aan de terinzageligging van het ontwerpbestemmingsplan. Deze procedure strekt er toe om de belanghebbende eigenaren en beperkt gerechtigden de mogelijkheid te bieden om naast eventuele planologische bezwaren ook al hun bezwaren tegen een mogelijke onteigening in de nabije toekomst, in de vorm van een zienswijze bij de raad naar voren te brengen in de bestemmingsplanprocedure. Mede op basis van die bezwaren stelt de raad vervolgens het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vast.

    De terinzageligging van het ontwerpbestemmingsplan ‘Woongebied Westelijk Beverwijk’ heeft plaatsgehad vanaf 30 januari 2009. Vorenbedoelde gerechtigden zijn met brief van 28 januari 2009 persoonlijk van het ontwerpbesluit in kennis gesteld. Deze brief is echter eerst op 30 januari 2009 verzonden, waardoor niet is voldaan aan de wettelijke voorschriften. Aan de schending van dit procedurevoorschrift kan alleen voorbij worden gegaan als vaststaat dat geen van de bij het besluit betrokken belanghebbenden door het verzuim in zijn belang kan zijn geschaad. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat de reclamanten onder 1) en 2) binnen de termijn van terinzageligging van het ontwerpbestemmingsplan daartegen bij de raad zienswijzen naar voren hebben gebracht. Deze zienswijzen zijn door de raad ongegrond verklaard. De reclamante onder 3) heeft geen zienswijze naar voren gebracht. Hierdoor staat naar Ons oordeel niet met zekerheid vast, dat de reclamante onder 3) door de te late persoonlijke kennisgeving van het ontwerpbestemmingsplan niet in haar belangen is geschaad. Mogelijk zou een zienswijze van de reclamante onder 3) tot een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan hebben kunnen leiden. Om die reden kunnen Wij aan het raadsbesluit geen goedkeuring verlenen voor zover dat ziet op het perceel, kadastraal bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie E, no. 180.

  • 2) Ingevolge artikel 85, eerste lid, juncto artikel 84, eerste en tweede lid, van de onteigeningswet, moet, met toepassing van artikel 3:44, eerste lid, onder b, van de Awb, persoonlijk mededeling worden gedaan van het raadsbesluit tot onteigening. Voorafgaand aan de terinzagelegging van het raadsbesluit tot onteigening heeft de gemeente bij brief van 30 oktober 2009 belanghebbenden weliswaar mededeling gedaan van het raadsbesluit, maar is nagelaten om overeenkomstig vorenbedoeld artikel een exemplaar van het raadsbesluit tot onteigening mee te zenden. Hoewel in de brief wordt verwezen naar de gemeentelijke website waarop dit raadsbesluit is te raadplegen, doet dit niet af aan het feit dat het besluit volgens wettelijk voorschrift ook in afschrift aan belanghebbenden dient te worden toegezonden

    Op dit onderdeel heeft de gemeente dan ook niet aan de wettelijke voorschriften voldaan. Het betreft hier, anders dan onder 1), niet de schending van een vormvoorschrift, maar van een materieel voorschrift. Wij kunnen aan het raadsbesluit om die reden dan ook niet de goedkeuring verlenen, ook al zouden belanghebbenden door deze schending niet in hun belangen zijn geschaad.

  • 3) In de algemene kennisgeving van het raadsbesluit tot onteigening is niet voldaan aan de eis dat daarin tenminste de zakelijke inhoud van het besluit moet worden weergegeven. Weliswaar wordt aangegeven dat de onteigening er toe strekt om de woonwijk Westelijk Beverwijk te realiseren, maar voor het overige wordt geen inzicht verschaft in de op de te onteigenen gronden te verwezenlijken bestemmingen c.q. in de aard van de voor de uitvoering daarvan noodzakelijke werken en werkzaamheden. Is dit bij de bekendmaking van het raadsbesluit in een reguliere onteigeningsprocedure wellicht een overkomelijk gebrek omdat al eerder op een ontwerponteigeningsbesluit kan worden gereageerd, bij de onderhavige artikel 85 procedure dient naar Ons oordeel zonder meer duidelijk te zijn op welke gronden in de eerst bij de Kroon naar voren te brengen bedenkingen een eventueel zelfrealisatieverweer kan worden gesteld. Door dit gebrek wordt niet voldaan aan artikel 3:44, eerste lid, onder a, in samenhang met artikel 3:12, eerste lid van de Awb. Derhalve kunnen Wij aan het raadsbesluit ook om die reden geen goedkeuring verlenen.

Alles overziende, geven bovengenoemde strijdigheden met de onteigeningswet Ons aanleiding om aan het raadsbesluit tot onteigening uiteindelijk in zijn geheel de goedkeuring te onthouden.

Beslissing

Wij hebben goedgevonden en verstaan:

Met inachtneming van de onteigeningswet zoals deze luidde vóór 31 maart 2010, aan het besluit van de raad van de gemeente Beverwijk van 29 oktober 2009, nummer 2009/341177, de goedkeuring te onthouden.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat door toezending daarvan aan de gemeente zal worden bekendgemaakt. Dit besluit zal tevens met het raadsbesluit tot onteigening in de Staatscourant worden geplaatst (www.officielebekendmakingen.nl).

’s-Gravenhage, 4 augustus 2010

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

E.M.H. Hirsch Ballin.

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Beverwijk;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2009, nummer 2009/34117;

gehoord de Commissie Ruimte, Economie en Stadsbeheer d.d. 14 oktober 2009;

gelet op artikel 79 van de Onteigeningswet;

Besluit:

  • 1. te onteigenen ten name van de Gemeente Beverwijk, ter uitvoering van het bestemmingplan Westelijk Beverwijk en ter verkrijging van de eigendom, vrij van alle lasten en rechten, de onroerende zaken kadastraal bekend als:

    • 1. Gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B perceelnummer 7441, groot 53 are en 67 ca, in eigendom van De Diaconie van de Protestante Gemeente Beverwijk;

    • 2. Gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B perceelnummer 9908, groot 2 are en 30 ca, in eigendom van C.T. Arisz;

    • 3. Gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B perceelnummer 9909, groot 12 are en 98 ca, in eigendom van C.M. Arisz;

    • 4. Gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie B perceelnummer 7452, groot 17 are en 20 ca, in eigendom van C.M. Arisz;

    • 5. Gemeente Wijk aan Zee en Duin, sectie E perceelnummer 180, groot 45 are en 30 ca, in eigendom van G. Tabak;

    een en ander overeenkomstig de bij dit besluit behorende grondplantekeningen en lijst van de te onteigenen onroerende zaken, vermeldende het grondplannummer, de te onteigenen grootte, de grootte en het kadastrale nummer van de te onteigenen onroerende zaken alsmede de namen van de eigenaren volgens de kadastrale registratie;

  • 2. te bepalen dat:

    • a. een gerechtelijke vordering tot onteigening welke noodzakelijk mocht worden ter uitvoering van dit besluit niet eerder kan worden ingesteld dan nadat en voor zover het bestemmingsplan ‘Westelijk Beverwijk’ ten aanzien van de in dit besluit bedoelde onroerende zaken onherroepelijk is goedgekeurd;

    • b. dit besluit vervalt, indien en voor zover ten aanzien van de in dit besluit bedoelde onroerende zaken geen onherroepelijk goedkeuring verkregen wordt van het bestemmingsplan ‘Westelijk Beverwijk’;

    • c. indien en voor zover de in dit besluit bedoelde onroerende zaken niet c.q niet tijdig door de gemeente bij wege van minnelijke verwerving vrij van alle lasten en rechten in eigendom is verkregen, in rechte de (vervroegde) onteigening wordt gevorderd en dat alsdan terzake namens de gemeente een rechtsgeding wordt gevoerd in eerste aanleg en – zonodig – in hoger beroep en cassatie, zowel eisende als – zonodig – verwerende, het instellen van bijzondere rechtsmiddelen en procesgangen ter uitvoering van dit besluit daaronder begrepen, waaronder in het bijzonder het indien nodig ten name van de gemeente in rechte verzoeken om benoeming van derden als bedoeld in artikel 20 van de Onteigeningswet;

    • d. dat gedurende de gehele onteigeningsprocedure vanwege de gemeente getracht zal blijven worden de in dit besluit bedoelde onroerende zaak minnelijk te verwerven;

  • 3. de betreffende grondeigenaren van de ter onteigening aangewezen percelen te informeren omtrent de onteigening als bedoeld onder 1 en 2;

  • 4. het besluit als bedoeld onder 1 en 2 aan de Kroon kenbaar te maken.

Beverwijk, 29 oktober 2009

de raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,

BIJLAGE 1 PERCEELSLIJST ONTEIGENING WESTELIJK BEVERWIJK BEHOREND BIJ RAADSBESLUIT VAN 29 OKTOBER 2009.

Registratienummer 2009/52862

Nr. Grondplan tekening

Te onteigenen grootte

Van het perceel bekend gemeente Wijk aan Zee en Duin

Staande te name van

ha

a

ca

In gebruik als

Ter grootte van

Sectie

Nummer

ha

a

ca

1

0

53

67

Agrarische Doeleinden &

0

53

67

B

7441

Gerechtigde

    

Wonen, Erf Tuin

     

EIGENDOM

De Diaconie van de Protestante Gemeente Beverwijk.

2

0

2

30

Wonen, Erf Tuin

0

2

30

B

9908

Gerechtigde

EIGENDOM

C. T. Arisz

Aantekening recht

Burgerlijke staat gehuwd

Betrokken persoon

De heer Arie de Heer

3

0

12

98

Wonen, Erf Tuin

0

12

98

B

9909

Gerechtigde

EIGENDOM

C. M. Arisz

Aantekening recht

Burgerlijke staat gehuwd

Betrokken persoon

De heer Klaas Hoekstra

4

0

17

20

Agrarische Doeleinden

0

17

20

B

7452

Gerechtigde

EIGENDOM

C. M. Arisz

Aantekening recht

Burgerlijke staat gehuwd

Betrokken persoon

De heer Klaas Hoekstra

5

0

45

30

Agrarische Doeleinden

0

45

30

E

180

Gerechtigde

EIGENDOM

G. Tabak

Aantekening recht

Burgelijke staat gehuwd

Betrokken persoon

Mevrouw Henny Gerda de Vries

Naar boven