Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2010, 13047 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatscourant 2010, 13047 | Besluiten van algemene strekking |
16 augustus 2010
Nr. CEND/HDJZ-2010/951 sector Water
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 6.12, tweede lid, aanhef en onderdeel f, 6.13, tweede lid, 6.21, eerste lid, 6.22, derde lid en 6.23 van het Waterbesluit;
Besluit:
De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6.11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d wordt na ‘niet-bedrijfsmatig gebruik’ ingevoegd: dan wel voor naar aard en omvang vergelijkbaar overig gebruik, zulks ter beoordeling van de beheerder.
2. In onderdeel e wordt na ‘het plaatsen van’ ingevoegd: informatieborden, informatiezuilen,.
3. In onderdeel g wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.
4. In onderdeel h wordt de punt aan het slot vervangen door: , en.
5. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. andere activiteiten die vanwege de beperkte aard, omvang en korte duur naar het oordeel van de beheerder geen nadelige invloed hebben op het waterstaatkundige beheer.
B
In artikel 6.12, eerste lid, onderdeel b, wordt na ‘vijftien dagen’ ingevoegd: , met inbegrip van de uitvoering van werken ten behoeve van die evenementen.
C
Artikel 6.15, tweede lid, komt te luiden:
2. De overeenkomstig het eerste lid te stellen maatwerkvoorschriften leiden er niet toe dat de activiteit of het werk grotendeels of in het geheel geen doorgang kan vinden, tenzij die activiteit naar het oordeel van de beheerder ontoelaatbaar nadelige gevolgen heeft voor het betrokken waterstaatswerk.
D
In artikel 6.17, eerste lid, wordt ‘kan worden’ steeds vervangen door: wordt.
E
Artikel 6.20 komt te luiden:
1. Gegevens en bescheiden die langs elektronische weg bij de aanvraag worden verstrekt, worden aangeleverd in een van de volgende bestandsformaten:
a. foto’s: PNG en JPG;
b. scans: TIFF, JPG, PDF/A-1a en PDF/A-1b;
c. officedocumenten: PDF/A-1a;
d. tekeningen: PDF/X.
2. Indien de bestanden langs elektronische weg worden aangeleverd, worden deze uitsluitend als ‘read-only’ (alleen lezen) gekenmerkt.
F
In artikel 6.23, onderdeel c, wordt ‘NEN 5720:2009 Ontw.nl’ vervangen door: NEN 5720.
G
Artikel 6.30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘de artikelen 6.5, onderdeel a’ vervangen door: artikel 6.5, aanhef en onderdeel a.
2. In onderdeel a vervalt ‘het onttrekken van water aan of’ en wordt ‘oppervlaktewater’ vervangen door: oppervlaktewaterlichaam.
H
In artikel 8.2 wordt ‘1 januari 2011’ vervangen door: 1 juli 2011.
I
Bijlage IX aanvraagformulier voor de watervergunning (bijlage bij artikel 6.18 van de Waterregeling) wordt vervangen door de bijlage, behorend bij deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd op het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie Juridische Zaken, en tevens raadpleegbaar is en te downloaden op www.waterwet.nl.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
C. Eurlings.
BIJLAGE IX AANVRAAGFORMULIER VOOR DE WATERVERGUNNING (BIJLAGE BIJ ARTIKEL 6.18 VAN DE WATERREGELING)
(herziene versie 2.2 (1 oktober 2010))
Deze regeling omvat een aantal correcties, verduidelijkingen en andere hoofdzakelijk technische wijzigingen van de Waterregeling. Deze hebben geen inhoudelijke gevolgen. De wijzigingen strekken tot een betere uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de waterregelgeving. De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven noch voor de bestuurslasten.
In artikel 6.11, eerste lid, van de Waterregeling worden activiteiten van ondergeschikt belang voor de veilige en doelmatige functievervulling van het oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk als bedoeld in artikel 6.12, tweede lid, onderdeel f, van het Waterbesluit aangewezen. Deze activiteiten zijn vrijgesteld van de vergunningplicht. Deze aanwijzing wordt ingevolge artikel I, onderdeel A, subonderdeel 1, gewijzigd. De wijziging houdt in dat ook het plaatsen van een steiger, vlonder of overhangend bouwwerk bestemd voor bedrijfsmatig gebruik is vrijgesteld van de vergunningplicht, indien het gebruik naar aard en omvang vergelijkbaar is met niet-bedrijfsmatig gebruik. Dit is ter beoordeling van de beheerder. Reden is dat met name de locatie, omvang, uitvoering en gebruiksintensiteit bepalend worden geacht voor de vergunningplicht en niet enkel het al dan niet bedrijfsmatige gebruik. De zorgplicht van artikel 6.15 van het Waterbesluit is in elk geval van toepassing evenals de meldplicht van artikel 6.14 van de Waterregeling en de mogelijkheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften krachtens artikel 6.15 van die regeling.
Waar nodig zal een zoveel mogelijkuniforme invulling van de beoordeling door de beheerder worden bevorderd ter voorkoming van rechtsongelijkheid en ter ondersteuning van het toezicht, bijvoorbeeld door middel van beleidsregels of bestuurlijke afspraken.
Door de toevoeging van informatieborden of informatiezuilen aan de aanwijzing in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel e, van de Waterregeling worden deze – mits niet groter dan 2 bij 3 meter en niet meer dan 5 borden of zuilen aanwezig per 200 meter – als vergunningvrije activiteit van ondergeschikt belang in de zin van artikel 6.12, tweede lid, onderdeel f, van het Waterbesluit aangemerkt. Het gestelde in de toelichting op subonderdeel 1, hiervoor, met betrekking tot zorgplicht, meldplicht en maatwerkvoorschriften is ook hier van toepassing (evenals op alle overige van de vergunningplicht vrijgestelde activiteiten als bedoeld in artikel 6.12 of 6.13 van het Waterbesluit).
Ingevolge deze subonderdelen wordt een nieuw onderdeel i toegevoegd aan artikel 6.11, tweede lid, van de Waterregeling. In verband daarmee worden de onderdelen g en h op technische punten gewijzigd. Het nieuwe onderdeel i omvat een nieuwe en open categorie vrijgestelde activiteiten die vanwege de beperkte aard, omvang én korte duur (maximaal enkele dagen tot een week) naar het oordeel van de waterbeheerder geen nadelige invloed hebben op het waterstaatkundige beheer. Beperkte aard, omvang en korte duur zijn cumulatief op te vatten voorwaarden. Deze activiteiten vallen zonder meer onder het criterium van artikel 6.12, tweede lid, onderdeel f, van het Waterbesluit: activiteiten van ondergeschikt belang voor de veilige en doelmatige functievervulling van het oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk. In de praktijk bestaat behoefte aan een meer open geformuleerde categorie van dergelijke activiteiten. Het gaat om een algemeen vangnet voor waterstaatkundig irrelevante activiteiten die onvoorzienbaar zijn en waarvoor het instrument van vergunningverlening als te zwaar wordt ervaren. Het is uitsluitend ter beoordeling van de beheerder of een activiteit al dan niet onder dit criterium en de vergunningplicht valt. Indien een activiteit enkel wordt gemeld en de beheerder is van oordeel dat een vergunning dient te worden aangevraagd is het oordeel van de beheerder derhalve beslissend.
Hetgeen hiervoor is opgemerkt onder artikel I, onderdeel A, subonderdeel 1, met betrekking tot een zo uniform mogelijke beoordeling door de beheerder, is ook hier van toepassing.
Door deze wijziging wordt de tekst van artikel 6.12, eerste lid, onderdeel b, van de Waterregeling gelijkluidend aan die van artikel 6.11, eerste lid, onderdeel b, van die regeling. Daardoor wordt verduidelijkt dat ook in de hier bedoelde gevallen (Noordzee) niet alleen die evenementen zelf maar ook de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van die evenementen als activiteiten van ondergeschikt belang gelden, waarvoor geen watervergunning vereist is.
De wijziging van artikel 6.15, tweede lid, van de Waterregeling leidt tot een verduidelijking van doel en reikwijdte van de maatwerkvoorschriften, bedoeld in dat artikel. Deze mochten er onder de oude tekst niet toe leiden dat de activiteit geen doorgang kon vinden. Dit riep de vraag op in hoeverre door maatwerkvoorschriften een activiteit zoals aangevraagd kan worden gewijzigd. Doel van de wijziging is het verduidelijken dat sturing in een andere richting of uitvoering mogelijk is zolang dat er niet toe leidt dat de activiteit zoals aangevraagd geheel of grotendeels niet kan doorgaan. Alleen indien de aangevraagde activiteit naar het oordeel van de beheerder ontoelaatbaar nadelige gevolgen heeft voor het waterstaatswerk kunnen zodanige maatwerkvoorschriften worden gesteld dat de activiteit zoals aangevraagd grotendeels of in het geheel geen doorgang kan vinden. In dat geval kan deze alleen doorgaan in een zodanig gewijzigde vorm dat van dergelijke gevolgen geen sprake is.
Deze wijziging strekt ertoe te verduidelijken dat de in artikel 6.17, eerste lid, genoemde meldingsplicht van toepassing is indien op de voorgenomen wijze meer dan 5000 m3 water wordt ingebracht dan wel meer dan 100m3 water wordt onttrokken. De eerdere formulering (‘kan worden’) leidde in de praktijk tot verwarring omdat niet helder was wat bepalend was: de totale capaciteit van een pomp, ook al draait deze maar een uur per dag, of de werkelijke hoeveelheden ingebracht of onttrokken water. Dit laatste is bedoeld.
Na de inwerkingtreding van de Waterwet is besloten om binnen het Omgevingsloket-online af te zien van de zogenoemde converter waarmee afwijkende bestandsformaten kunnen worden omgezet in toegelaten formaten. Als gevolg hiervan wordt het aantal te gebruiken (open) bestandsformaten binnen het Omgevingsloket online beperkt. Deze beperking is in de eerste plaats nodig om problemen met digitale archivering te voorkomen. Uitgangspunt is dat ingediende digitale bijlagen na de behandeling ongewijzigd, dus zonder conversie of substitutie, kunnen worden gearchiveerd. In de tweede plaats moet worden voorkomen dat het bevoegd gezag wordt geconfronteerd met een eindeloze variatie aan digitale bestandsformaten, waarvoor het mogelijk niet de geschikte programmatuur heeft om deze te kunnen lezen en gebruiken.
De aanvrager wordt geacht om het bestand zélf te controleren op vorm en inhoud, voorafgaand aan de indiening.
Het Nationaal Archief heeft aangegeven dat open standaarden .odt en .ods naar zijn mening niet archiefwaardig zijn. Bestanden in .xls format (Excel- bestanden) of .ods format (Open Office-spreadsheet) dienen door de aanvrager op zijn eigen computer naar PDF te worden geconverteerd. Dit PDF-bestand is wel te gebruiken en archiefwaardig, maar het nadeel van dit formaat is dat bij conversie de formules verdwijnen en alleen nog de uitkomsten te zien zijn. Daarom zal ook het originele spreadsheet-bestand informatief (maakt geen deel uit van het aanvraagdossier) aangeleverd kunnen worden en raadpleegbaar zijn in Omgevingsloket-online. Dit bestand zal echter niet gearchiveerd worden. De wijzigingen sporen op dit onderdeel volledig met de Regeling omgevingsrecht.
De redactionele wijzigingen hebben enkel tot doel om de Waterregeling en de Regeling omgevingsrecht ook op dit punt volledig op elkaar af te stemmen. Er is geen inhoudelijke aanpassing beoogd.
De wijziging betreft de vervanging van de ontwerp-NEN door de definitieve norm: NEN 5720.
Deze wijziging omvat een redactionele correctie.
Ingevolge deze wijziging dient bij de aanvraag alleen de noodzaak tot het brengen van water in een oppervlaktewaterlichaam te worden onderbouwd (conform het Nationaal Bestuursakkoord Water 2009) en worden onnodige administratieve lasten voorkomen.
De wijziging leidt tot het verschuiven van de verplichting tot langs elektronische weg aanvragen van een watervergunning tot 1 juli 2011 (was: 1 januari 2011). De eerder beoogde inwerkingtredingsdatum van de desbetreffende bepalingen bleek niet haalbaar, mede als gevolg van vertraging van het Omgevingsloket-online.
Na consultatie van de betrokken bevoegde gezagsinstanties wordt een beperkt aantal wijzigingen in het aanvraagformulier watervergunning aangebracht. Het gaat vooral om verduidelijking en aanscherping van vragen en de toelichting, zoals op wiens naam de vergunning moet worden gesteld (gegevens van de aanvrager: O1-1), wat de scope is van onderdeel A2 (stoffen in zee brengen), wat het doel is van grondwateronttrekkingen (A4-1a) en om een nadere aanduiding van de in- en uitstroomvoorzieningen (A5-2a). Verder zijn de indieningsvereisten van artikel 6.24, onderdelen c en d, van de Waterregeling alsnog in het formulier verwerkt (A3-11b en 12c).
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2010. De termijnen van de systematiek voor vaste verandermomenten konden hierbij niet volledig worden gevolgd (met name niet de periode van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding). Gezien de aard van de wijziging (reparatieregelgeving en technische wijzigingen gericht op een betere uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid) en het belang van een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding voor de praktijk, mede vanwege het uitstel van de verplichte elektronische indiening van een aanvraag om vergunning, is uitstel van inwerkingtreding tot 1 januari 2011 niet wenselijk.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
C. Eurlings.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-13047.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.