Besluit van de Minister van Justitie strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg

11 augustus 2010

Nr. 5654893/Justis/10

De Minister van Justitie,

Handelend in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelezen het verzoek van de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg van 28 januari 2010 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Den Haag en de korpschef van de regiopolitie Haaglanden;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2°, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van rechercheur, senior rechercheur, inspecteur, toezichtmedewerker, programmamedewerker en hoofd bureau Opsporing in dienst van de Inspectie voor de Gezondheidszorg bij het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein Milieu en Welzijn, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar, aangevuld met de wetten op het gebied van de volksgezondheid en artikel 337 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 40 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het Arrondissementsparket waarin de vestigingsplaats is gelegen van de hoofdinspectie of de hoofdofficier van het Functioneel Parket.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van de regiopolitie Utrecht.

Artikel 6

  • 1. De Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functies;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectie voor de Gezondheidszorg 2005 van 24 augustus 2005, nr. 5369726/505, wordt ingetrokken.

Artikel 8

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 7 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 augustus 2010 en vervalt met ingang van 22 augustus 2015.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectie voor de Gezondheidszorg 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 augustus 2010

De Minister van Justitie,

namens deze:

Teammanager BTR

P.W.C. Collard.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Justitie. U doet dit door schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een kopie van het besluit;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Bij brief van 28 januari 2010 heeft de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg verzocht om het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectie voor de Gezondheidszorg 2005 met vijf jaar te verlengen.

Gelezen voornoemd verzoek van de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg en de adviezen van de toezichthouder en de direct toezichthouder, acht ik de noodzaak voor verlenging van de opsporingsbevoegdheid aanwezig.

Artikel 8 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Naar boven