Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 januari 2010, nr. 99104, houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • Mededeling van de Commissie Wijziging van de tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (PbEU C 261);

  • Besluit van de Commissie van de Europese Unie van 22 december 2009, nr. N 611/2009;

  • Besluit van de Commissie van de Europese Unie van 5 januari 2010, nr. N 602/2009;

  • de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2:83 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. aan een landbouwonderneming die:

    • na 1 juli 2008 in liquiditeitsproblemen is gekomen, of

    • in zoverre in afwijking van artikel 2:1a, op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden verkeerde, doch vervolgens in moeilijkheden is gekomen als bedoeld in punt 4.2.2, onderdeel c, van de Tijdelijke communautaire kaderregeling,

    en de betreffende landbouwonderneming daardoor op het tijdstip van de aanvraag de benodigde zekerheden ontbeert om volgens normaal bankgebruik financiering voor werkkapitaal te krijgen;.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Onder landbouwonderneming in moeilijkheden als bedoeld in het derde lid, wordt verstaan een landbouwonderneming in moeilijkheden zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 7, van verordening (EG) nr. 800/2008.

B

Artikel 2:84, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. een door de landbouwonderneming opgemaakte verklaring, waarin opgave wordt gedaan van alle vanaf 1 januari 2008 verstrekte de-minimissteun en steun verstrekt op grond van punt 4.2.2 van de Tijdelijke communautaire kaderregeling.

C

Artikel 2:89 komt te luiden:

Artikel 2:89. Cumulatie

Gedurende de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 bedraagt het totaal aan de-minimissteun en steun verstrekt op grond van punt 4.2.2 van de Tijdelijke communautaire kaderregeling, met in begrip van steun die in de vorm van een garantstelling aan een landbouwonderneming op grond van deze paragraaf is toegekend, niet meer dan het subsidie-equivalent van ten hoogste € 15.000.

ARTIKEL II

Artikel 49a van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010 komt te luiden:

Artikel 49a

  • 1. Aanvragen tot garantstellingen als bedoeld in Hoofdstuk 2, Titel 12, paragraaf 2, van de regeling kunnen worden ingediend tot en met 14 december 2010.

  • 2. Aanvragen tot garantstellingen als bedoeld in Hoofdstuk 2, Titel 12, paragraaf 2, van de regeling die zijn ingediend in de periode na 5 januari 2010 tot aan de inwerkingtreding van dit artikellid, worden beschouwd als aanvragen die zijn ingediend op de eerste dag van de in het eerste lid bedoelde periode.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Bij regeling van 30 september 2009 van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Scrt. Nr. 14704) is het garantie-instrument voor werkkapitaal voor land- en tuinbouwonder-nemingen in de Regeling LNV-subsidies (hierna: de Regeling) toegevoegd aan Hoofdstuk 2, Titel 12, van de Regeling en (m.i.v. 2 oktober 2009) in werking getreden (Stcrt. nr. 14704). Bij die wijziging van de Regeling is bepaald dat de openstellingperiode voor aanvragen voor garanties voor werkkapitaal loopt tot het tijdstip dat de Europese Commissie aan Nederland toestemming geeft voor steunverstrekking onder punt 4.2.2 (in de vorm van garanties) onder de Tijdelijke communautaire kaderregeling inzake staatssteun ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis (hierna: Tijdelijke kaderregeling). Die goedkeuring is door de Europese Commissie verleend bij besluit van 22 december 2009 (N611/2009) in samenhang met het besluit van de Europese Commissie van 5 januari 2010 (N602/2009). Besluit N611/2009 betreft de verenigbaarheid van het garantie-instrument met de Tijdelijke kaderregeling; besluit N602/2009 betreft de aanvaarding van de Europese Commissie van de methode voor de berekening van het subsidie-equivalent van de steun vervat in de garanties.

Gelet op de beide besluiten van de Europese Commissie kunnen, ingevolge de regeling van 30 september 2009, aanvragen tot en met 5 januari 2010 worden ingediend; daarna is de openstellingperiode gesloten. Dit betekent dat op korte termijn moet worden voorzien in de noodzakelijke nieuwe openstellingperiode voor garantieverlening onder de reikwijdte van Tijdelijke kaderregeling; artikel II strekt daartoe (artikel 49a, eerste lid, Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010).

Omdat na 5 januari 2010 tot aan inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling enkele aanvragen zijn ingediend, is ingevolge deze regeling tevens bepaald dat die aanvragen worden beschouwd als aanvragen ingediend op de eerste dag van de nieuwe openstellingperiode (artikel 49a, tweede lid, Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2010). Hiermee wordt voorkomen dat die aanvragen moeten worden afgewezen, omdat het garantie-instrument (tijdelijk) niet openstond voor het indienen van aanvragen.

Zoals aangegeven in de toelichting bij de wijzigingsregeling van 30 september 2009 is, na goed-keuring van de Europese Commissie voor onderhavige toepassing van de Tijdelijke kaderregeling, de maximale garantstelling van € 425.000 (op een lening van € 850.000) gebaseerd op het subsidie-equivalent van € 15.000. In de Regeling van 30 september 2009 is de voorziening opgenomen op grond waarvan vóór de hiervoor bedoelde goedkeuring van de Europese Commissie verleende (lopende) garantstellingen, vanaf goedkeuring onder de reikwijdte van de Tijdelijke kaderregeling vallen. Dit betekent dat van rechtswege daarmee de duur van de al verleende garantstellingen is verlengd tot de eigenlijke looptijd van de lening (maximaal drie jaar) en de hoogte van (al verleende) garantstellingen gelijk is aan de helft van de afgesloten lening (met een maximum van € 425.000 op een lening van € 850.000).

Ingevolge de goedkeuring van de Europese Commissie voor onderhavige toepassing van de Tijdelijke kaderregeling (N602/2009 en N 611/2009), dient de Regeling op enkele onderdelen te worden aangepast. Onder andere dient volledig conform de in de Tijdelijke kaderregeling voorgeschreven wijze te zijn vastgelegd dat gedurende de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 het subsidie-equivalent van de garantie per onderneming, inclusief sinds 1 januari 2008 ontvangen de-minimissteun en eventueel te ontvangen (andere) steun onder punt 4.2.2 van de Tijdelijke kaderregeling, niet meer dan € 15.000 bedraagt. Het garantie-instrument dient tevens open te staan voor landbouwondernemingen die in moeilijkheden verkeren in de zin van punt 4.2.2, onderdeel c, van de Tijdelijke kaderregeling.

Ingevolge artikel I zijn deze uit de Tijdelijke kaderregeling en de goedkeuringsbesluiten van de Europese Commissie voortvloeiende wijzigingen doorgevoerd.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en dat minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. Reden voor de afwijking is het belang van de land- en tuinbouwondernemingen dat gemoeid is met beschikbaarheid van het garantie-instrument voor werkkapitaal onder de Tijdelijke kaderregeling.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven