Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2010, nr. BVE/stelsel/2010/213127, tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2010, nr. BVE/Stelsel/214309, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo-mbo2

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel III van de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2010, nr. BVE/Stelsel/214309, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo-mbo2;

Besluit:

Enig artikel

De Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 juni 2010, nr. BVE/Stelsel/214309, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008-2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo-mbo2 treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

De Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo-mbo2, is onder meer gebaseerd op artikel 3, tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies. Artikel 3, derde lid, van die wet bepaalt, dat een ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid, wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en niet in werking treedt dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door of namens een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven het bij die ministeriële regeling geregelde onderwerp bij wet te regelen. Gelet op dit laatste is in artikel III van die wijzigingsregeling voorzien in inwerkingtreding met ingang van een bij ministeriële regeling te bepalen tijdstip.

Nu de Eerste en Tweede Kamer te kennen hebben gegeven in te stemmen met deze wijzigings regeling, kan zij in werking treden. De voorliggende regeling voorziet hierin.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven