Gedeeltelijke Goedkeuring van het bestemmingsplan Zuidelijke Schil

Burgemeester en Wethouders van Leiden maken, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 28 lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, bekend dat Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bij besluit van 21 juni 2010, PZH-2010-177618860, gedeeltelijk goedkeuring hebben verleend aan het besluit van de gemeenteraad d.d. 12 november 2009 tot vaststelling van het bestemmingsplan Zuidelijke Schil.

Ligging

Het bestemmingsplan Zuidelijke Schil betreft het gebied gelegen in de schil langs de zuidkant van de binnenstad, bestaande uit de stadswijken Vreewijk inclusief het Noordeindeplein en een gedeelte van de Haagweg tot en met het complex Haagweg 4, Tuinstad/Staalwijk, Professoren- en Burgemeesterswijk, de Hoge Rijndijkbuurt tot en met de watertoren en het aansluitende gedeelte van de Zeeheldenbuurt begrensd door de Rijn, de Zijlsingel, Oosterdwarsstraat en het bedrijventerrein De Waard.

Aard van het bestemmingsplan

Het bestemmingsplangebied komt grotendeels overeen met het gebied, waarvoor een procedure loopt tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht ‘Zuidelijke Schil’, op grond van de Monumentenwet, waarover de gemeenteraad op 17 april 2007 positief heeft geadviseerd. De ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) zullen een besluit nemen over de definitieve aanwijzing tot beschermd stadsgezicht. Alleen het naoorlogse plangedeelte ten zuidwesten van de Roomburgerlaan en ten zuidoosten van de Burggravenlaan en het Professorenpad en de bebouwing aan de Oosterdwarsstraat en Oosterstraat vallen hierbuiten.

Het bestemmingsplan is in hoofdzaak consoliderend van aard en gericht op de bescherming van het stadsgezicht ‘Zuidelijke Schil’ en tevens op de conservering van het aansluitende overwegend naoorlogse plangedeelte, dat buiten het te beschermen stadsgezicht valt. Met een aantal passende nieuwe ontwikkelingen wordt in het plan echter ook rekening gehouden, zoals nieuwbouw van de Lorentzhof in combinatie met woningbouw.

Besluit van Gedeputeerde Staten

Gedeputeerde Staten hebben goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan, behoudens de volgende onderdelen in de planvoorschriften;

  • 1. de zinsneden ‘eigen inpandige’ en ‘binnen dit complex’ van de vrijstellingsbepaling in artikel 11.4.7 van de planvoorschriften onder het kopje ‘GD4, achter Hoge Rijndijk 94 t/m 96 g’;

  • 2. de zinsnede ‘met dien verstande dat de voor de voor deze functies in te richten ruimtes rechtstreeks vanaf de buitenzijde van het gebouw toegankelijk behoren te zijn’ van het bepaalde in artikel 23.2 sub d.

  • 3. de zinsnede ‘zoals de kap bij het pand Lorentzkade 16’ aan het slot van de bepaling in artikel 33.7 onder het kopje ‘wijzigingsbevoegdheid Zeemanlaan 22’.

Terinzagelegging

Het besluit van Gedeputeerde Staten tot gedeeltelijke goedkeuring en het bestemmingsplan liggen met ingang van maandag 12 juli 2010 voor de duur van zes weken (tot en met maandag 23 augustus) voor eenieder ter inzage. Het plan kan worden ingezien:

  • maandag t/m vrijdag van 9.00–17.00 uur en op donderdagavond van 17.00–20.00 uur in het stadhuis, Stadhuisplein 1.

Beroep en inwerkingtreding

Gedurende bovengenoemde termijn kan beroep worden ingesteld tegen dit besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan Zuidelijke Schil bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage door:

  • degenen die tijdig, op grond van artikel 27 lid 1 of 2 van de Wet op de Ruimtelijk Ordening, bedenkingen hebben ingediend bij Gedeputeerde Staten;

  • belanghebbenden die kunnen aantonen daartoe redelijkerwijs niet in staat geweest te zijn.

  • Eenieder tegen de gedeelten, waaraan goedkeuring is onthouden in artikel 11.4.7, in artikel 23.2 sub d. en artikel 33.7 van de planvoorschriften.

Het besluit van Gedeputeerde Staten tot de gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan Zuidelijke Schil treedt in werking op de dag na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen de beroepstermijn, naast het indienen van een beroep, een verzoek om voorlopige voorziening bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt ingediend, treedt het besluit tot goedkeuring niet eerder in werking voordat op dat verzoek is beslist en de inwerkingtreding hiervan niet geheel of gedeeltelijk wordt geschorst.

Naar boven