De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 26, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra,
en artikel 17 van het Inrichtingsbesluit W.V.O.,
Besluit:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. de minister:
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- b. een school voor basisonderwijs:
een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 de Wet op het primair onderwijs;
- c. een school voor speciaal onderwijs:
een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
- d. een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs:
een school, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de
expertisecentra;
- e. een school voor voortgezet speciaal onderwijs:
een school voor voortgezet speciaal onderwijs, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
- f. een school voor voortgezet onderwijs:
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitzondering van het voorbereidend
beroepsonderwijs dat deel uitmaakt van een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en
beroepsonderwijs en met uitzondering van een school voor voortgezet onderwijs die deel uitmaakt van een scholengemeenschap
met een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een agrarisch
opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- g. een school:
een school als bedoeld in b, c, d, e of f.
Artikel 2. Regio's en perioden van zomervakantie
Voor de vaststelling van de perioden van zomervakantie, genoemd in artikel 5, derde lid, behoort een school tot één van de
regio's, genoemd in artikel 3. De plaats van vestiging is bepalend voor de regio waartoe een school behoort. Indien een school
vestigingen heeft in meer dan één regio, behoort elke vestiging tot de regio waarin ze is gelegen.
Artikel 3. Regio-indeling zomervakanties
De regio's, bedoeld in artikel 2, zijn :
a. regio noord, bestaande uit: de provincies Groningen, Friesland, Drente, Overijssel en Flevoland met uitzondering van de gemeente
Zeewolde, de provincie Noord-Holland, alsmede wat betreft de provincie Gelderland de gemeente Hattem, en wat betreft de provincie
Utrecht de gemeente Eemnes;
b. regio midden, bestaande uit: de provincie Utrecht met uitzondering van de gemeente Eemnes, de provincie Zuid-Holland, alsmede
wat betreft de provincie Flevoland de gemeente Zeewolde, wat betreft de provincie Gelderland de gemeenten Aalten, Apeldoorn,
Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Buren, Culemborg, Doetinchem, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Geldermalsen, Harderwijk
en Heerde. Voorts Lingewaal, Lochem, Montferland met uitzondering van de voormalige gemeente Didam, Neder-Betuwe met uitzondering
van de voormalige gemeente Dodewaard, Neerijnen, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Putten, Scherpenzeel,
Tiel, Voorst, Wageningen, Winterswijk en Zutphen, en wat betreft de provincie Noord-Brabant de gemeenten Werkendam, met uitzondering
van de kernen Hank en Dussen, en Woudrichem;
c. regio zuid, bestaande uit: de provincies Limburg en Noord-Brabant met uitzondering van de gemeenten Woudrichem en Werkendam,
waar het de kernen Sleeuwijk, Nieuwendijk en Werkendam betreft, en de provincie Zeeland, alsmede wat betreft de provincie
Gelderland de gemeenten Arnhem, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Groesbeek, Heumen, Neder-Betuwe voor zover het betreft
de voormalige gemeente Dodewaard, Lingewaard, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Montferland voor zover het betreft de voormalige
gemeente Didam, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Ubbergen, Westervoort, West Maas en Waal, Wijchen,
Zaltbommel en Zevenaar.
Artikel 4. Samenvoeging gemeenten
Bij samenvoeging van gemeenten na publicatie van deze regeling behoort de nieuw te vormen gemeente tot dezelfde regio als
die waartoe de samengevoegde gemeenten behoorden. Als de samen te voegen gemeenten tot verschillende regio’s behoorden, beslist
de minister tot welke regio de nieuwe gemeente gaat behoren. Voordat zij definitief beslist wordt het college van burgemeester
en wethouders van de nieuwe gemeente gehoord.
Artikel 5. Zomervakantie 2012
1. De zomervakantie omvat voor een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, alsmede voor het speciaal
onderwijs aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs de in het schema van het derde lid aangegeven periode
van zes weken.
2. De zomervakantie omvat voor een school voor voortgezet onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, alsmede
voor het voortgezet speciaal onderwijs aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs de in het schema van
het derde lid aangegeven periode van zeven weken.
3. De perioden, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn voor het jaar 2012 vastgesteld, zoals hieronder in een schema is aangegeven.
In dit schema is BO = basisonderwijs, SO = speciaal onderwijs, VO = voortgezet onderwijs en VSO = voortgezet speciaal onderwijs.
Regio Noord | BO/SO | 21 juli t/m 2 september 2012 |
| | VO/VSO | 14 juli t/m 2 september 2012 |
Regio Midden | BO/SO | 7 juli t/m 19 augustus 2012 |
| | VO/VSO | 7 juli t/m 26 augustus 2012 |
Regio Zuid | BO/SO | 30 juni t/m 12 augustus 2012 |
| | VO/VSO | 30 juni t/m 19 augustus 2012 |
Artikel 6. Afwijkende regio en vakantieperioden
1. Het bevoegd gezag van een school kan de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, verlengen met ten hoogste twee dagen
voorafgaand aan die periode en met ten hoogste twee dagen na die periode.
2. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school, indien meer dan de helft van de leerlingen van de school
in een andere regio woont dan die van de school, die andere regio aanwijzen ten behoeve van de periode, vastgesteld in artikel 5,
derde lid. Voor de vaststelling van het aantal leerlingen, bedoeld in de eerste zin, wordt uitgegaan van het aantal leerlingen
in het voorafgaande schooljaar.
3. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs,
een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, indien gedurende
drie achtereenvolgende schooljaren telkens meer dan zeventig procent van de leerlingen is doorgestroomd naar scholen voor
voortgezet onderwijs in een andere regio dan die van de school, met ingang van het daaropvolgend schooljaar die andere regio
aanwijzen ten behoeve van de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid.
4. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school die gelegen is in een gemeente die tegen een regiogrens aanligt
en die minder dan 50.000 inwoners telt, de voor zijn school geldende periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, zodanig
naar één week vroeger of één week later verschuiven dat de in artikel 5, eerste lid, bedoelde periode van het basisonderwijs
en het speciaal onderwijs in de ene regio vijf weken gemeenschappelijk heeft met de in artikel 5, tweede lid, bedoelde periode
van het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs in de andere regio.
5. In afwijking van artikel 2 kan het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs met een dislocatie, tijdelijke
nevenvestiging of nevenvestiging in een andere regio dan die van de hoofdvestiging, voor deze school de periode, bedoeld in
artikel 5, tweede lid, zodanig vaststellen dat die periode niet eerder begint dan de vroegste periode en niet later eindigt
dan de laatste periode van een van de vestigingen.
6. Indien het vijfde lid van toepassing is, kan het bevoegd gezag van een school voor basisonderwijs, een school voor speciaal
onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die in de nabijheid van de hoofdvestiging, een dislocatie,
tijdelijke nevenvestiging of een nevenvestiging van de school voor voortgezet onderwijs is gelegen, de periode, bedoeld in
artikel 5, eerste lid, zodanig vaststellen dat die periode vijf weken gemeenschappelijk heeft met de periode van de school
voor voortgezet onderwijs, vastgesteld volgens het vijfde lid.
7. Het bevoegd gezag van een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs kan voor het voortgezet speciaal onderwijs
de periode, vastgesteld in artikel 5, derde lid, gelijkstellen met de in artikel 5, eerste lid, bedoelde periode van het speciaal
onderwijs.
8. Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs of een school voor
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs kan, voor zover het betreft:
a. een school voor zeer moeilijk lerende kinderen,
b. een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen,
c. een school voor lichamelijk gehandicapte kinderen,
d. een school voor langdurig zieke kinderen,
e. een school voor meervoudig gehandicapte kinderen,
f. een school waaraan een afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen is verbonden,
g. een school waaraan een afdeling voor meervoudig gehandicapte kinderen is verbonden,
de perioden, vastgesteld in artikel 5, derde lid, bekorten.
9. In afwijking van het gestelde in artikel 5, eerste en tweede lid, hebben in de gemeenten Vlieland, Terschelling, Ameland
en Schiermonnikoog de zomervakanties in het primair onderwijs een duur van 5 weken en in het voortgezet onderwijs een duur
van 6 weken. In afwijking van het gestelde in artikel 5, derde lid, beginnen de zomervakanties in deze gemeenten steeds tegelijk
met die regio die het eerst vakantie heeft.
10. De inspectie toetst of de afwijkingen, bedoeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid, voldoen aan de in deze leden genoemde
voorschriften.
Artikel 7. Afwijkingen op verzoek
Het bevoegd gezag van een school kan in geval van bijzondere omstandigheden, bij de minister een verzoek indienen om te mogen
afwijken van de perioden, vastgesteld in artikel 5, derde lid.
Artikel 8. Voor vakantie te bestemmen examendagen voortgezet onderwijs
Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs kan in bijzondere gevallen en onder voorwaarde dat de centrale
examens in het voortgezet onderwijs doorgang vinden op de daarvoor voorgeschreven tijdstippen, dagen die door de minister
of de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de scholen als examendag zijn aangewezen, voor vakantie bestemmen.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2011 en vervalt met ingang van 1 oktober 2012.
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling spreiding zomervakantie 2012.
TOELICHTING
De momenteel geldende regeling over de vakantiespreiding, de Regeling spreiding zomervakanties 2011, heeft betrekking op de zomervakantie van 2011. Voor de zomervakanties van 2012 (en verder) is het daarom nodig dat er een
nieuwe regeling wordt opgesteld en dat deze tijdig wordt gepubliceerd. Scholen, ouders en leerlingen moeten immers op tijd
geïnformeerd worden over de vakantiedata.
Op het gebied van onderwijstijd en vakanties is echter sprake van een voorgenomen beleidswijziging. De huidige drie vakantieregio’s
(Noord, Midden en Zuid) en het nu gehanteerde roulatiesysteem tussen regio’s waarmee wordt bepaald of de zomervakantie ‘vroeg’,
‘midden’ of ‘laat’ valt, worden niet gewijzigd, maar de duur van de zomervakantie wel. Daarnaast bestaat het voornemen om
naast de zomervakantie, ook de kerst- en meivakantie centraal te gaan regelen.
Op 27 maart 2009 is de Beleidsreactie op de aanbevelingen van de Commissie Onderwijstijd aan de Tweede Kamer gezonden. Een
element in die beleidsreactie is dat in de toekomst de door de rijksoverheid centraal vastgestelde zomervakantie zowel voor
leerlingen in het primair onderwijs als voor leerlingen in het voortgezet onderwijs zes aaneengesloten weken zal duren. In
het voortgezet onderwijs duurt de zomervakantie nu zeven weken, in het primair onderwijs zes weken. In het primair onderwijs
verandert de zomervakantie dus niet, in het voortgezet onderwijs wel. De in het voortgezet onderwijs ‘vrijvallende’ vijf dagen
zullen door scholen als voor leerlingen roostervrije dagen worden ingepland. De gehele medezeggenschapsraad krijgt instemmingsrecht
voor de planning van die dagen. Ook zullen scholen helder richting (vooral) ouders moeten communiceren wanneer in het schooljaar
de vakantiedagen en de roostervrije dagen zijn gepland. Voor meer informatie over de voorgenomen beleidswijziging wordt verwezen
naar de Beleidsreactie Onderwijstijd, met name paragraaf 3.1.4. en de brief aan alle scholen van 3 september 2009. Deze documenten
zijn te vinden op: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schooltijden-en-onderwijstijd/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2009/03/27/brief-aan-de-tweede-kamer-over-beleidsreactie-onderwijstijd.html
en
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schooltijden-en-onderwijstijd/documenten-en-publicaties/brieven/2009/09/03/veranderingen-in-het-beleid-omtrent-onderwijstijd.html
Momenteel wordt de beleidswijziging verder vorm gegeven in de aanpassing van wet- en regelgeving. Voordat de wet inwerking
treedt, moet aan twee randvoorwaarden zijn voldaan: scholen moeten de norm realiseren en de horizontale dialoog over onderwijstijd
moet op orde zijn. Daarom is nu nog niet met zekerheid te zeggen vanaf wanneer de beoogde aanpassingen met betrekking tot
onderwijstijd en vakanties daadwerkelijk van kracht zullen worden. Dat is de reden dat in deze regeling alleen de zomervakantie
in het jaar 2012 wordt vastgesteld. Tevens bevat deze regeling adviesdata van de kleine vakanties in het schooljaar 2011–2012.
Medio 2011 zal een regeling gepubliceerd worden waarin de vakantiespreiding voor het schooljaar 2012-2013 en verder wordt
geregeld.
De regio-indeling
De regio-indeling is gewijzigd ten opzichte van de Regeling spreiding zomervakanties 2011. Op verzoek van de gemeente Werkendam
zijn de kernen Hank en Dussen toegevoegd aan Regio Zuid.
Waar in de tekst gesproken wordt over een dislocatie of tijdelijke nevenvestiging, wordt de tijdelijke nevenvestiging bedoeld
zoals omschreven in de Regeling Voorzieningenplanning voortgezet onderwijs, gepubliceerd in de Staatscourant van 23 juli 2008
(nr. 140).
Administratieve lasten
Deze regeling brengt geen administratieve lasten met zich mee voor het bevoegd gezag van de school.
Korte vakanties
Om een volledig overzicht te hebben van alle vakantieperioden in een bepaalde regio worden hieronder ook de adviesdata voor
de korte vakanties gepubliceerd.
Regio-indeling en adviesdata voor de kleine vakanties 2011–2012Vakantie | Regio | Week | Adviesdata |
|---|
Herfst | Midden/Noord | 42 | 15 oktober t/m 23 oktober 2011 |
Herfst | Zuid | 43 | 22 oktober t/m 30 oktober 2011 |
Kerst | Alle | 52 + 1 | 24 december 2011 t/m 8 januari 2012 |
Voorjaar | Midden/Zuid | 8 | 18 februari t/m 26 februari 2012 |
| | Noord | 9 | 25 februari t/m 4 maart 2012 |
Mei | Alle | 18 | 28 april t/m 6 mei 2012 |
Deze regeling wordt behalve in de Staatscourant ook bekend gemaakt op de internetsite van de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen
Centrale Financiën Instellingen) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (www.duo-cfi.nl) en op de site van
het Ministerie van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap (www.rijksoverheid.nl) Tevens verschijnt op deze websites ter informatie
een overzicht van de voorlopige data voor de zomervakanties en de adviesdata voor de kleine vakanties voor de schooljaren
2012–2013 tot en met 2013–2014.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.