Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 juli 2010, nr. G&VW/GW/2010/13375, Beleidsregel maatregelenbeleid certificatie instellingen (Beleidsregel maatregelenbeleid certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 20 van de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 7a van de Warenwet, artikel 1.5c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 15b van het Warenwetbesluit containers, artikel 22b van het Warenwetbesluit drukapparatuur, artikel 12a van het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm, artikel 17b van het Warenwetbesluit explosieveilig materieel, artikel 25 van het Warenwetbesluit liften, artikel 6i van het Warenwetbesluit machines en artikel 6f van het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen;

Besluit:

Artikel 1. Maatregelen certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet

  • 1. Indien door of namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt geconstateerd dat een door hem aangewezen certificatie- en keuringsinstelling niet of niet volledig voldoet aan een of meer van de bepalingen, bedoeld in de bijlagen A tot en met D bij deze beleidsregel, dan wordt door of namens de minister de aanwijzing van de aangewezen instelling gewijzigd, geschorst of ingetrokken.

  • 2. Bij toepassing van het eerste lid, wordt onderscheid gemaakt tussen:

    • a. feiten waarvoor eerst een waarschuwing wordt gegeven en pas in tweede instantie, nadat is vastgesteld dat de geconstateerde afwijking niet binnen redelijke termijn is opgeheven, de aanwijzing van de aangewezen instelling zal worden gewijzigd (categorie A);

    • b. feiten die direct leiden tot het voorwaardelijk intrekken dan wel het wijzigen van de aanwijzing van de aangewezen instelling (categorie B);

    • c. feiten die direct leiden tot het schorsen van de aanwijzing (categorie C), of

    • d. feiten die direct leiden tot het intrekken van de aanwijzing (categorie D).

  • 3. Een wijziging van de aanwijzing, bedoeld in tweede lid, onder b, van de aangewezen instelling leidt er in elk geval toe dat de looptijd van de aanwijzing met een half jaar wordt verkort, tenzij de op het moment van constatering van het bedoelde feit nog resterende looptijd van de aanwijzing minder is dan een half jaar, in welk geval de aanwijzing wordt ingetrokken.

  • 4. Een schorsing van een aanwijzing, bedoeld in het tweede lid, onder c, houdt in elk geval in het niet meer bevoegd zijn tot het verstrekken van certificaten. De periode van schorsing bedraagt tenminste drie maanden, tenzij de op het moment van constatering van bedoeld feit nog resterende looptijd van de aanwijzing minder is dan drie maanden, in welk geval de aanwijzing wordt ingetrokken.

  • 5. Bij de toepassing van het tweede tot en met vierde lid, worden de volgende verzwaringen toegepast:

    • a. indien op het moment van controle of onderzoek van een instelling drie of meer afwijkingen, niet zijnde afwijkingen uit categorie D, uit één categorie worden geconstateerd, dan wordt de maatregel opgelegd die behoort bij de naastgelegen hogere categorie;

    • b. indien binnen een periode van twee jaar, gerekend vanaf de datum waarop aan een aangewezen instelling een maatregel is opgelegd dezelfde afwijking wordt geconstateerd die tot de eerdere maatregel heeft geleid, dan wordt de maatregel opgelegd die behoort bij de naastgelegen hogere categorie;

    • c. indien op een bepaald moment meerdere afwijkingen worden geconstateerd die in verschillende categorieën vallen, dan zal de afwijking waarop de zwaarste maatregel is gesteld, bepalend zijn voor de door of namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op te leggen maatregel.

  • 6. Er wordt alleen besloten tot het opleggen van een lichtere maatregel dan die volgt uit dit artikel, indien de toepassing daarvan voor een instelling of diens certificaathouders gevolgen zal hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen, een en ander ter beoordeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel maatregelenbeleid certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt voor een werkveld in werking met ingang van het tijdstip waarop voor het desbetreffende werkveld de ministeriële regeling in werking treedt, bedoeld in:

  • a. artikel I, onderdeel E, artikel 9.37c, tweede lid;

  • b. artikel II, onderdeel G, artikel 15f, tweede lid;

  • c. artikel III, onderdeel M, artikel 39d, tweede lid;

  • d. artikel IV, onderdeel D, artikel 16, tweede lid;

  • e. artikel V, onderdeel C, artikel 25, tweede lid;

  • f. artikel VI, onderdeel I, artikel 30, tweede lid;

  • g. artikel VII, onderdeel F, artikel 7b, tweede lid, of

  • h. artikel VIII, onderdeel D, artikel 8, tweede lid,

van het Besluit van 7 september 2009 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enige Warenwetbesluiten in verband met de herziening van het stelsel van certificatie (Stb. 395, 2009).

Deze beleidsregel zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 6 juli 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE A

Tabel categorie A: waarschuwing aan de aangewezen instelling

Toetspunt

Juridische basis

Cki1 maakt beslissing m.b.t certificaat niet binnen 4 weken kenbaar aan aanvrager.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

De kosten die de cki bij het afgeven van een certificaat in rekening brengt zijn niet op zorgvuldige en transparante wijze tot uitdrukking gebracht, en voldoen niet aan de eisen van redelijkheid en proportionaliteit

Arbowet art 20 6e en 7e lid

  

Cki meldt niet of te laat aan de Minister van SZW het:

• weigeren van een certificaat;

• intrekken/schorsen van een certificaat;

• weigeren van een verklaring van overeenstemming;

• intrekken van een verklaring van overeenstemming.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Er is geen integriteitscode

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Cki beschikt niet over een behoorlijk registratie-/administratiesysteem waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van haar taken, op een systematische wijze zijn vastgelegd,dan wel zijn aan de hand van deze gegevens de gekeurde of gecertificeerde objecten niet afdoende te identificeren.

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder d en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

• De cki beschikt niet over de polis van de afgesloten verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid tegen alle risico’s die voortvloeien uit de uitoefening van de taken waarvoor zij is aangewezen

• De WA-verzekering biedt onvoldoende dekking

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder e en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

Indien een wijziging plaatsvindt in de gegevens op grond waarvan de cki is aangewezen, doet de cki hiervan terstond mededeling aan de Minister van SZW.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5e 3e lid en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

Indien een cki voornemens is een of meer van de taken waarvoor zij is aangewezen, te beëindigen, doet zij hiervan terstond mededeling aan de Minister van SZW en de certificaathouders.

In dat geval worden door de cki de vereiste gegevens overgedragen aan de Minister van SZW dan wel, na toestemming van de Minister van SZW en de certificaathouders, aan een andere cki die voor dezelfde taken is aangewezen.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5e 3e lid Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Overeenkomst tussen cki en beheerstichting is niet afgesloten of niet meer geldig

(uitsluitend van toepassing indien er een beheersstichting is voor het betreffende werkveld)

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder f

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

De cki zendt het verslag van zijn werkzaamheden over het afgelopen jaar, jaarlijks vòòr 1 maart aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Arbeidsinspectie)

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5e 3e lid

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c;

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

De cki bewaart de gegevens met betrekking tot afgifte, wijziging, schorsing en intrekking van certificaten van goedkeuring tenminste tienjaar in haar administratie.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

Cki neemt met betrekking tot haar administratie en archieven de beheersregels in acht, zoals opgenomen in de aanwijzingsbeschikking

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

De cki informeert de Directeur Arbo van de Arbeidsinspectie in Utrecht onmiddellijk indien bij een keuring tekortkomingen worden geconstateerd, die een bedreiging vormen voor leven of gezondheid van personen.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5e 3e lid

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

De cki pleegt bij haar taakuitoefening overleg met de andere aangewezen instellingen over een juiste en zo veel mogelijk uniforme toepassing van relevante (certificatie)procedures, onderzoeksmaatstaven en normen.

Daarnaast blijft de cki zich aantoonbaar vertegenwoordigen in het georganiseerd nationaal overleg van de aangewezen certificerende instellingen.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Cki voldoet niet aan het volgende:

De cki verstrekt op een met redenen omkleed verzoek afschriften van dossiers en andere benodigde informatie aan een andere instelling, voor zover dit in verband met een goede uitvoering van keuringen noodzakelijk is.

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Een cki houdt zich niet aan het werkveldspecifieke certificeringsschema

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

Een cki houdt zich niet aan het werkveldspecifieke schema voor aanwijzing en toezicht

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

  

De cki voldoet niet aan het volgende:

De cki verstrekt aan de toezichthouder alle benodigde informatie indien zij weet of kan weten dat de veiligheid of gezondheid van werknemers of derden door werkzaamheden die door een door haar afgegeven certificaat als bedoeld in art 20, eerste lid van de Arbowet worden gereguleerd, in gevaar wordt of kan worden gebracht

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5e 3e lid

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

XNoot
1

Certificatie- en keuringsinstelling.

BIJLAGE B

Tabel categorie B: voorwaardelijk intrekken respectievelijk wijzigen van de aanwijzing

Toetspunt

Juridische basis

Ten onrechte certificaat afgegeven

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Certificaat voldoet niet aan de eisen

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Certificaat ten onrechte geweigerd

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Certificaat ten onrechte ingetrokken

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Certificaat ten onrechte geschorst

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki handelt onrechtmatig of ondoeltreffend

Warenwet art 7b

Arbowet art 25

  

Geen inschrijving meer bij de Nederlandse Kamer van Koophandel of bij een Kamer van Koophandel (of vergelijkbare instelling) in het buitenland

Indirect uit Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder a

  

Cki handelt niet conform de aanwijzingen gegeven door de Minister van SZW m.b.t uitoefening van haar taak

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld en

Warenwet art 7d 2e lid

  

Cki voldoet niet aan de volgende punten:

De cki zal de afgifte van certificaten en de daaraan voorafgaande beoordeling van onderzoeksresultaten niet uitbesteden aan anderen.

De cki zorgt ervoor dat anderen, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, van de Warenwet, die de in dat artikellid bedoelde beproevingen verrichten, daarbij de wet, het besluit, de regeling en indien van toepassing de richtlijn in acht nemen.

De cki legt de daarvoor noodzakelijke afspraken schriftelijk vast en houdt een register bij, aan de hand waarvan bedoelde anderen en de door deze uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

De cki onderneemt ten onrechte geen actie richting de certificaathouder indien het door de Minister van SZW vastgestelde schema voor aanwijzing en toezicht dit vereist

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

en

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

BIJLAGE C

Tabel categorie C: schorsen van de aanwijzing

Toetspunt

Juridische basis

Er is niet langer een voldoende vastgelegd kwaliteitssysteem

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki is niet onafhankelijk van diegene die bij het resultaat van de uitvoering van de taken waarvoor zij is aangewezen, belang heeft

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder b en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki beschikt niet over voldoende deskundigheid of outillage om de uitvoering van de taken waarvoor zij is aangewezen, naar behoren te vervullen

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder c en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki functioneert niet naar behoren

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder g en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki verleent geen toegang aan de Raad voor Accreditatie (bij controle of herbeoordeling)

De cki verleent de personen, die met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit toezicht van belang zijnde informatie

Aanwijzingsbeschikking cki voor specifiek werkveld

Arbowet, Warenwet en artikel 5:15 Algemene wet bestuursrecht

BIJLAGE D

Tabel categorie D: onvoorwaardelijk intrekken van de aanwijzing

Toetspunt

Juridische basis

Cki is geen rechtspersoon meer

Arbobesluit art 1.5a 1e lid onder a en

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder c

en overeenkomstige warenwetbesluiten

  

Cki heeft gedurende een aaneengesloten periode van twee jaar geen werkzaamheden uitgevoerd, waarvoor zij is aangewezen

Arbobesluit art 1.5c 3e lid onder d;

en overeenkomstige warenwetbesluiten

TOELICHTING

Algemeen

Met de publicatie op 1 oktober 2009 van het Besluit van 7 september 2009 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enige Warenwetbesluiten in verband met de herziening van het stelsel van certificatie (Stb. 395, 2009), verder te noemen het Besluit, is de wettelijke basis gelegd voor de wijziging van het stelsel van certificering van de Arbeidsomstandighedenwet en de Warenwet.

Artikel 1.5c van het Arbeidsomstandighedenbesluit (en overeenkomstige bepalingen), zoals opgenomen in het Besluit, geeft aan dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een verzoek van een (aspirant-)certificatie- en keuringsinstelling (cki) om aanwijzing kan weigeren en dat een eenmaal verleende aanwijzing kan worden geschorst, gewijzigd, of ingetrokken.

In de Nota van Toelichting op het Besluit is opgemerkt dat in het verleden een helder toetsingskader ontbrak. Er was niet beschreven welke maatregel bij welke tekortkoming/overtreding diende te worden getroffen. Er werd veel ad hoc geopereerd. Bij het nemen van maatregelen was het vervolgens vaak alles (intrekken van de aanwijzing) of niets. Met het nieuwe SZW-toezichts- en handhavingsbeleid wordt hierin meer lijn gebracht. De mogelijkheden voor de minister om maatregelen te treffen tegen cki’s die niet overeenkomstig de aanwijzingseisen handelen, worden vergroot. Er komen meer varianten op het wijzigen (van voorwaarden) en intrekken (voorwaardelijk, tijdelijk, definitief) door de minister van de (her)aanwijzing van een instelling. In het nieuwe, in de beleidsregel neergelegde, maatregelenbeleid is uitgewerkt welke criteria voor de diverse maatregelen gelden (type overtreding, zwaarte overtreding, recidive).

De Beleidsregel maatregelenbeleid certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet bevat deze criteria voor maatregelen door de Minister van SZW jegens de cki’s. De beleidsregel beschrijft hoe de minister van SZW in voorkomende gevallen om zal gaan met zijn discretionaire bevoegdheid tot het nemen van maatregelen jegens cki’s.

Voor zover de maatregelen consequenties hebben voor de looptijd van de aanwijzing van een cki, of de bevoegdheden van de cki op grond van de aanwijzing, zal dit tot uitdrukking komen in het register van instellingen die door de minister van SZW zijn aangewezen. Dit register is opgenomen op de website arboportaal.nl.

Het geheel functioneert uiteraard binnen de juridische kaders van de Algemene wet bestuursrecht (besluitvormingstermijnen, motiveringsplicht, bezwaar en beroep).

Artikelsgewijs

Artikel 1. Maatregelen certificering Arbeidsomstandighedenwet en Warenwet

Dit artikel geeft aan dat de minister van SZW een aanwijzing van een cki zal weigeren, schorsen, intrekken en dergelijke indien is vastgesteld dat een cki zich niet houdt aan één of meer van de in de bijlagen bij de beleidsregel genoemde bepalingen. Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal van deze bepalingen, zoals het beschikken over voldoende huisvesting en outillage, op hun beurt zijn uitgewerkt in de betreffende werkveldspecifieke schema’s voor aanwijzing en toezicht.

In het tweede lid wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën tekortkomingen/overtredingen en wordt, afhankelijk van de zwaarte van een tekortkoming/overtreding, aangegeven welke maatregel de minister van SZW daarbij zal treffen. Met betrekking tot onderdeel b wordt nog opgemerkt dat het voorwaardelijk intrekken van een aanwijzing een iets lichtere maatregel is dan het wijzigen van de aanwijzing. Immers, bij een voorwaardelijke intrekking verandert er feitelijk niets aan de aanwijzing van de instelling als zodanig, zolang de instelling zich aan de door de Minister gestelde voorwaarden houdt. Bij het wijzigen wel.

Het derde lid geeft aan hoe de minister van SZW om zal gaan met zijn bevoegdheid om een aanwijzing te wijzigen. In elk geval zal de duur van de geldende aanwijzing met een halfjaar worden verkort (tenzij de resterende looptijd van de aanwijzing korter is dan een half jaar, in welk geval de aanwijzing wordt ingetrokken). Na intrekking van een aanwijzing zal een cki niet direct een nieuwe aanwijzing kunnen verkrijgen (hiervoor is immers een positieve) beoordeling nodig door de Raad voor Accreditatie.

Het vierde lid bevat een vergelijkbare bepaling als hierboven beschreven bij het derde lid, met dien verstande dat het schorsen in ieder geval inhoudt het niet meer bevoegd zijn tot het verstrekken van certificaten en geldt voor tenminste drie maanden.

Het vijfde lid geeft aan hoe de minister van SZW om zal gaan met recidive of met het binnen een bepaald tijdvak begaan van meerdere verschillende overtredingen. Dit lid geeft tevens aan dat, bij meerdere overtredingen uit verschillende categorieën, de zwaarste overtreding bepalend is voor de te nemen maatregelen.

Het zesde lid ten slotte bevat een matigingsgrond en biedt de mogelijkheid om in kennelijk onredelijke gevallen tot geen of lichtere maatregelen te besluiten dan die normaliter volgen uit hetgeen in dit artikel is bepaald.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de beleidsregel. De beleidsregel treedt in werking voor een bepaald werkveld wanneer voor dat betreffende werkveld het besluit van 7 september 2009 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enige Warenwetbesluiten in verband met de herziening van het stelsel van certificatie (Stb. 395, 2009) in werking treedt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven