Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2010 van de bedragen, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, en tot wijziging van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties

1 juli 2010

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 41, vierde en vijfde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, artikel 39 van het Besluit toezicht accountantsorganisaties en artikel 7 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder regeling: Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2

Het minimumbedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de regeling wordt vastgesteld op:

  • a. € 8.000 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, van de regeling;

  • b. € 800 voor accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de regeling.

Artikel 3

De tarieven, maatstaven en bandbreedtes, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de regeling, worden vastgesteld als volgt:

Categorie

Maatstaf

Bandbreedte

Tarief

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder a, van de regeling

omzet van de wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang

€ 0 tot en met € 1 mln.

€ 600,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln. tot en met € 10 mln.

€ 490,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

> € 10 mln.

€ 85,00 per € 10.000 of een gedeelte daarvan

omzet van de wettelijke controles bij controlecliënten die geen organisatie van openbaar belang zijn

€ 0 tot en met € 10 mln.

€ 10,00 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 10 mln. tot en met € 50 mln.

€ 6,50 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 50 mln.

€ 5,25 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

    

accountantsorganisaties als bedoeld in artikel 5, onder b, van de regeling

omzet van de wettelijke controles

€ 0 tot en met € 500.000

€ 122,00 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 500.000 tot en met € 1 mln.

€ 35,40 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

> € 1 mln.

€ 17,80 per € 2.500 of een gedeelte daarvan

Artikel 4

Het overeenkomstig de artikelen 2 en 3 berekende bedrag wordt verminderd met een percentage van 14,55% voor een accountantsorganisatie als bedoeld in artikelen 5, onderdeel b, van de regeling:

  • a. die op 1 juli 2010 lid waren van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten;

  • b. waaraan na 1 juli 2010 een vergunning is verleend en die op het moment van vergunningverlening lid zijn van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten;

  • c. waarvan voor 1 juli 2010 de vergunning is ingetrokken en die op het tijdstip van intrekking lid waren van de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.

Artikel 5

Het bedrag, bedoeld in artikel 3 van de regeling, bedraagt € 2500 voor een auditorganisatie van een derde land die niet onder toezicht staat in een derde land ten aanzien waarvan de Europese Commissie een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 46, tweede lid, tweede volzin, van de richtlijn inhoudende dat het stelsel van toezicht en handhaving van dat derde land gelijkwaardig is.

Artikel 6

De Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt de zinsnede ‘van artikel 2’ vervangen door: van de artikelen 2 en 2a.

B

Aan artikel 5 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. auditorganisaties van een derde land die beschikken over een inschrijving als bedoeld in artikel 11 van de wet.

C

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het bedrag, bedoeld in artikel 7, wordt door de minister op voorstel van de Autoriteit Financiële Markten verlaagd vastgesteld voor de vergunninghouder die participeert in een stelsel van zelftoezicht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

In deze regeling zijn de tarieven voor de kosten van het doorlopend toezicht, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, voor het jaar 2010 vastgesteld. Voorts worden enkele artikelen van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties gewijzigd. De bij deze regeling vastgestelde tarieven zijn gebaseerd op een voorstel van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) dat na consultatie van de vertegenwoordigende organisaties van de accountantsorganisaties tot stand is gekomen. Dit voorstel is gebaseerd op de door de AFM opgestelde begroting van het jaar 2010, alsmede op de jaarrekening van de AFM over 2009. De verschillen tussen de tarieven voor 2010 en 2009 zijn enerzijds ontstaan door de verschillen tussen de voor 2010 en 2009 begrote toezichtkosten en anderzijds de verschillen tussen de exploitatieresultaten voor 2009 en 2008. Deze standaardsystematiek kan leiden tot aanzienlijke verschillen tussen de jaarlijkse tarieven. Voor zover afgeweken is van deze standaardsystematiek van verrekening van de exploitatiesaldi in het volgende jaar wordt dit onderstaand toegelicht. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op enkele inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de Regeling van de Minister van Financiën tot vaststelling voor 2009 van de bedragen, bedoeld in artikel 3 van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, en tot wijziging van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisatieskosten.

Artikel 2

Voor het minimumbedrag, bedoeld in artikel 7, derde lid van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties, wordt vanaf 2010 geen onderscheid meer gemaakt tussen accountantsorganisaties die controles verrichten van Organisaties van Openbaar Belang (OOB-accountantsorganisaties) en OOB-accountantsorganisaties die uitsluitend niet-OOB-controles verrichten. De reden is dat onafhankelijk van de verrichte soort wettelijke controles alle accountantsorganisaties met een OOB-vergunning moeten voldoen aan dezelfde wettelijke vereisten.

Artikel 3

Voor het variabele deel van de heffingsmaatstaf voor OOB-accountantsorganisaties wordt onderscheid gemaakt tussen de omzet uit OOB-controles en niet-OOB-controles. De omzet uit OOB-controles heeft hierin een zwaarder gewicht omdat het toezicht zich vooral richt op de OOB-controles.

Artikel 4

Voor niet-OOB-accountantsorganisaties geldt een korting op het in rekening te brengen tarief indien zij op 1 juli 2010 lid zijn van de vereniging van Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten (SRA). De SRA is een organisatorisch verband van marktpartijen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties. De totale SRA korting in 2010 is gelijk gebleven aan de totale korting in 2009. Het kortingspercentage voor 2010 is met 14,55% lager vastgesteld dan in 2009 (20,25%). De reden ligt in het feit dat het te heffen bedrag waaraan het kortingspercentage is gerelateerd, is gestegen. De korting vormt een afspiegeling van de verminderde toezichtsinspanning door de AFM als gevolg van het zelftoezicht door de SRA. Deze blijft gelijk ondanks de stijging van de totale toezichtskosten voor deze categorie.

Artikel 5

In 2010 gaat de AFM doorlopende toezichtkosten in rekening brengen aan auditorganisaties van derde landen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Wet toezicht accountantsorganisaties ten aanzien waarvan de Europese Commissie van oordeel is dat het stelsel van toezicht en handhaving van het desbetreffende derde land niet gelijkwaardig is aan de stelsels in de lidstaten van de Europese Unie. Dit doorlopend toezicht is een taak van de AFM die nog in ontwikkeling is. Thans heeft de AFM drie auditorganisaties van derde landen in Nederland geregistreerd die in aanmerking komen voor een heffing doorlopend toezicht. De overige auditorganisaties van derde landen die de AFM heeft opgenomen in haar publieke register, vallen onder de reikwijdte van deBeschikking van de Europese Commissie van 29 juli 2008 (PbEU L 202/70) betreffende een overgangsperiode voor controleactiviteiten van bepaalde auditors van derde landen en auditorganisaties van derde landen. Op deze auditorganisaties is het doorlopend toezicht nog niet van toepassing.

Artikel 6

De in artikel 6 onderdeel b opgenomen wijziging van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties maakt het mogelijk dat kosten in rekening worden gebracht voor het toezicht op auditorganisaties van derde landen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Wet toezicht accountantsorganisaties die zijn ingeschreven in het register van de AFM.

Verder maakt de wijziging in artikel 6 onderdeel c het mogelijk om een verlaagd tarief te hanteren voor instellingen die onderworpen zijn aan een stelsel van zelftoezicht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Regeling toezichtkosten Wet toezicht accountantsorganisaties.

De Minister van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven