Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 juni 2010, nr. CO/FJC/218886, houdende wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten en de Regeling behandeling bezwaarschriften OCW;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING ORGANISATIE- EN MANDAATBESLUIT OCW 2008

Het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de overige onderdelen, wordt een nieuw onderdeel opgenomen, luidende:

  • k. direct-leidinggevende: degene die binnen het ministerie belast is met de dagelijkse leiding van medewerkers en ten aanzien van die medewerkers personeelsbevoegdheden heeft.

2. De aanhef van onderdeel m (nieuw) komt te luiden:

  • m. Bestedingsplan: bestedingsplan ter uitvoering van de begroting, opgesteld ten behoeve van het aangaan van verplichtingen anders dan:

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Mandaat aan directeuren en direct-leidinggevenden

2. Onder vernummering van de overige leden wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

  • 2. Direct-leidinggevenden hebben, onverminderd de mandaatverlening aan de secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de directeuren, binnen het kader van de managementafspraak mandaat ten aanzien van de personele aangelegenheden die verband houden met de taken en verantwoordelijkheden op hun werkterrein voor zover deze worden afgehandeld via het P-direktportaal.

3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 4. Voor zover het betreft personele besluiten hebben de directeuren en direct-leidinggevenden mandaat onverminderd artikel 4, artikel 12, artikel 13 en artikel 14.

4. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Het verlenen van ondermandaat van de in lid 1 en lid 2 bedoelde bevoegdheden is niet mogelijk.

C

Artikel 12, eerste lid, sub e, aanhef komt als volgt te luiden:

  • e. het nemen van personele besluiten ten aanzien van leidinggevende ambtenaren, voor zover deze niet ressorteren onder de directeur-generaal DUO en lager ingeschaald zijn dan schaal 15, en niet-leidinggevende ambtenaren in schaal 17 en hoger voor zover het betreft:

D

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, sub d, komt te luiden:

  • d. het treffen van disciplinaire straffen, met uitzondering van voorwaardelijk en onvoorwaardelijk strafontslag en onverminderd artikel 4, 12 en artikel 14,

2. In het derde lid wordt ‘p en q’ vervangen door: o en p.

E

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

  • 1. De directeur-generaal DUO en de directeur Concernondersteuning zijn voor de onder hen ressorterende medewerkers gemandateerd met betrekking tot het nemen van personele besluiten, onverminderd artikel 4, artikel 12 en artikel 13, voor zover het betreft:

2. in het eerste lid vervallen de onderdelen onder f, g, h.

F

In artikel 15 wordt onder vernummering van de overige leden een nieuw derde lid toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

  • 3. De direct-leidinggevenden wijzen een plaatsvervanger aan door in het P-direktportaal twee leidinggevende medewerkers te registreren als plaatsvervanger.

G

Na artikel 14 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a. Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten

  • 1. De directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is gemandateerd om, namens de secretaris-generaal, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a en d, van het Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten. Hij kan met betrekking tot dit mandaat ondermandaat verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. De directeur-generaal DUO is gemandateerd om, namens de secretaris-generaal, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer besluiten te nemen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b en c, van het Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten, tenzij dit op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste lid, aanhef en onder p, is voorbehouden aan de secretaris-generaal. De directeur-generaal DUO kan met betrekking tot dit mandaat ondermandaat verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

H

Aan artikel 16 wordt onder vernummering van het tweede in het derde lid een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De gemandateerde is gehouden in de ondertekening van stukken als bedoeld in artikel 14a zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen door opneming van de formule:

    De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

    namens dezen, functie van de gemandateerde,

    handtekening van de gemandateerde,

    naam van de gemandateerde.

    Het derde lid is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE BIJLAGE VAN HET ORGANISATIE- EN ORGANISATIEBESLUIT OCW 2008

In de bijlage van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 komt hoofdstuk 1 te luiden:

HOOFDSTUK 1. BEWINDSPERSONEN VAN HET MINISTERIE

De bewindspersonen van het Ministerie zijn:

  • minister, de heer mr. A. Rouvoet

  • staatssecretaris, mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking per 28 juni 2010. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 27 juni 2010, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt daarbij terug tot en met 28 juni 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Algemeen

P-direkt

Per 28 juni 2010 maakt OCW gebruik van de dienstverlening van P-direkt. Dat betekent dat direct-leidinggevenden en medewerkers via het portaal een aantal personele aangelegenheden zelf afhandelen. Met onderhavig besluit worden de direct-leidinggevenden voor de aldus te nemen personele besluiten gemandateerd. De vestiging Groningen van DUO zal op een later tijdstip aansluiten bij de dienstverlening van P-direkt. Direct-leidinggevenden werkzaam in die vestiging verkrijgen mandaat op het moment dat zij gebruik gaan maken van de dienstverlening van P-direkt.

DUO

De DG DUO verkrijgt een ruimer personeel mandaat. Wel blijft DUO gebonden aan de geldende Rijks- en OCW-brede kaders.

Beschermde stads- en dorpsgezichten

Op 16 april 2010 heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) met het tekenen van het Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten – en met instemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) – mandaat verleend aan de secretaris-generaal van het Ministerie van OCW om voortaan ook mede namens de Minister van VROM besluiten in eerste aanleg en in bezwaar te kunnen nemen bij de toepassing van artikel 35 van de Monumentenwet 1988. Het gaat daarbij om de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten. Het besluit is gepubliceerd in Stcrt. 2010, 6378, van 27 april 2010 en op 29 april 2010 in werking getreden.

Op grond van het bepaalde in het mandaatbesluit en in artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is voor een goede toepassing van het verleende mandaat een ondermandaat binnen de organisatie van OCW noodzakelijk. In lijn met wat in het mandaatbesluit daarover is bepaald, ligt het vastleggen van dit ondermandaat in het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 daarbij het meest voor de hand. Met het voorliggende besluit wordt hieraan gevolg gegeven.

Artikelgewijs

Artikel I onder C

Het voorbehoud van de SG met betrekking tot personele besluiten ten aanzien van leidinggevenden is voor hen die ressorteren onder de DG DUO beperkt tot besluiten ten aanzien van de leidinggevenden die hoger zijn ingeschaald dan schaal 14.

Artikel I onder E

De DG DUO krijgt een mandaat voor het nemen van personele besluiten dat gelijk is aan dat van de directeur Concernondersteuning.

Artikel I onder G

In artikel I onder G wordt een nieuw artikel in het besluit ingevoegd, dat in het bijzonder ziet op de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten. In het eerste lid wordt aan de directeur van de RCE ondermandaat verleend om, namens de SG, mede namens de minister van VROM besluiten in primo en besluiten op verzoeken om heroverweging te nemen. In het tweede lid wordt, aansluitend op de bestaande systematiek en in lijn met de Regeling behandeling bezwaarschriften OCW, aan de DG van DUO ondermandaat verleend om, namens de SG, mede namens de minister van VROM alle besluiten in het kader van de afhandeling van bezwaarschriften te nemen, tenzij dit op grond van artikel 12 van het besluit is voorbehouden aan de SG zelf.

Zowel de directeur van de RCE als de DG DUO zijn bevoegd binnen hun organisatie een ondermandaatregeling te treffen.

Artikel I onder H

Op grond van het mandaat van de minister van VROM en het voorliggende besluit wordt in de hier bedoelde aanwijzingsbesluiten voortaan namens twee bewindslieden getekend. In artikel I onder H wordt voorgeschreven hoe deze ondertekeningformule er uit moet zien.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. Rouvoet.

Naar boven