Verlenging termijn opsporingsvergunning L6a

26 juni 2009

Nr. ET/EM / 9112280

De minister van Economische Zaken,

Procesverloop

  • Wintershall Noordzee B.V. en Petro-Canada Netherlands B.V. (Wintershall c.s.) zijn houder van de opsporingsvergunning voor een deel van blok L6 (L6a), welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling (Mbr, Stcrt. 2002, 245) gevoegde kaart;

  • Bij beschikking van 21-08-2003 (ME/EP/UM/3041514, Stcrt. 2003, nr. 162) heeft de Minister van Economische Zaken aan Wintershall c.s. een opsporingsvergunning verleend voor de duur van 7 jaar nadat de beschikking onherroepelijk was geworden;

  • In deze periode hebben vergunninghouders voldaan aan de verplichtingen gesteld in de artikelen 4, 5 en 6 van bovengenoemde beschikking;

  • Aan de in artikel 7 van bovengenoemde beschikking gestelde voorwaarde, het uitvoeren van de boring L6-8, kan niet binnen de gestelde termijn van zes jaar worden voldaan. Gelet op de verwachte extreem hoge druk van het aan te boren reservoir, zal het te gebruiken boorplatform daartoe geschikt moeten zijn; een dergelijk platform is niet tijdig beschikbaar;

  • Voorts behoeft deze boring specifieke, zwaardere verbuizingen en een zwaardere putafwerking;

  • Per brief van 4 juni 2009 heeft Wintershall c.s. verzocht bovengenoemde termijn met één jaar te verlengen.

Overwegingen

  • Gelet op het bovenstaande en het belang van voortvarende opsporing is een verlenging van de genoemde termijn van zes jaar met één jaar aanvaardbaar.

Gelet op artikel 18 van de Mijnbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

In artikel 7 van de beschikking van 21-08-2003, kenmerk ME/EP/UM/3041514, Stcrt. 2003, nr. 162, wordt ‘zes jaar’ gewijzigd in ‘zeven jaar’.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Artikel 3

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

Y. Peters,

MT-lid Directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven